Huwen in eigen kring: wij lustten er ook wel pap van
MIGRATIEHUWELIJKEN Voor bezorgheid over het feit dat zo'n 80 procent van de Turken en Marokkanen in Nederland 'in eigen kring' trouwt, is geen enkele reden. Nog maar 50 jaar geleden sloten de Nederlanders zich van het wieg tot het graf op in de eigen zuil.
'Je kunt haast spreken van een soort verzuiling.' Dat waren de woorden, volgens de Volkskrant van 22 november 2011, van een woordvoerder van het CBS. Het ging over de resultaten van een onderzoek van het CBS naar het aantal 'migratiehuwelijken' - waarvoor de partner naar Nederland komt - in 2010 onder huwende allochtonen.
Wat bleek uit het onderzoek? Het percentage migratiehuwelijken onder allochtonen was totaal gezien 10 procent en onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders 20 procent.
Behalve het aantal migratiehuwelijken is ook het aantal huwelijken met een partner uit dezelfde herkomstgroep (dus ook in Nederland) onderzocht. Ruim 80 procent van beide groepen huwde in 2010 met een partner uit eigen herkomstgroep - in dit percentage is de genoemde 20 procent inbegrepen.
Een reden voor verbazing? Ja, maar dan geen verbazing omdat de percentages zo hoog zijn, maar verbazing omdat ze wijzen op een aanpassing die sneller gaat dan we in ons verzuilde Nederland van vroeger hebben gezien. Het aantal migratiehuwelijken onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders is spectaculair gedaald: van tussen de 50 en 60 procent in 2001 naar 10 procent. Hierbij spelen de strengere regels ook een rol. Het percentage dat huwt met een partner uit eigen herkomstland is vanaf 2001 tot 2010 steeds iets boven de 80 procent.
Hoe ging dat nu vroeger in ons verzuilde Nederland? Hieronder een tabel met de percentages 'homogeengehuwden' in respectievelijk 1947 en 1960 (bron: A.Lijphart, Verzuiling, pacificatie en de kentering in de Nederlandse politiek):
Opvallend in deze tabel is dat er tussen 1947 en 1960, anders dan je zou verwachten op grond van de beginnende ontzuiling, geen afname maar een verdere toename van huwelijken in eigen kring te constateren valt. In de jaren vijftig was er duidelijk sprake van een proces van ontkerkelijking. De confessionele organisaties en partijen reageerden hier in de jaren vijftig op met een herzuilingspolitiek, met als gevolg een tijdelijke toename van het 'terugtrekken in eigen kring'.
Een voorbeeld van de toegenomen polarisatie is het bisschoppelijk mandement van 1954. Naar de VARA luisteren was voor katholieken niet toegestaan. En: 'De heilige Sacramenten moeten geweigerd worden - en als hij zonder bekering sterft ook de kerkelijke begrafenis - aan de katholiek van wie bekend is dat hij lid is van een socialistische vereniging of dat hij, zonder lid te zijn, toch geregeld socialistische geschriften of bladen leest of socialistische vergaderingen bijwoont.'
Niet alleen de katholieken wilden de schaapjes bij elkaar houden, ook de hervormden vreesden de teloorgang van hun zuil. In 1947 schreef prof.dr. K.H. Miskotte, vooraanstaand figuur in de Nederlandse Hervormde Kerk, in De Waagschaal dat de katholieke meerderheid in de toekomst onvermijdelijk zou zijn en dat dit met onderdrukking van andersdenkenden gepaard zou gaan.
De vergelijking met de huidige tijd is interessant. Opvallend is dat je de toename van homogene huwelijken uit de jaren vijftig momenteel niet terug vindt bij de nieuwe Nederlanders, terwijl je dat op grond van de wij/zij-verdeling eigenlijk wel zou verwachten.
Vroeger kenden we de indeling van Nederland naar gezindten. En daarvan waren er nogal wat. Nu is de indeling simpeler: oorspronkelijke Nederlander of nieuwkomer. De kloof wordt in het huidige 'culturalistische' Nederland dieper gemaakt omdat aan etnische herkomst, cultuur en religie een doorslaggevende betekenis wordt toegekend. Ten onrechte, want de cultuur wordt gemaakt door mensen, is veranderlijk en niet - zoals de culturalisten menen - een soort besturingssysteem voor menselijk gedrag. Verder is het geloof niet allesbepalend.
Nederland tobt op dit moment met een vrij algemene crisis in 'je thuis voelen'. Anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten is het begrip 'thuis' niet zozeer gekoppeld aan gezin en werkterrein, maar aan de veel meer omvattende 'natiestaat'. De immigrantenwijken, het gebrek aan uniformiteit in sociale conventies en publieke uitingen van geloof geven in onze overwegend seculiere maatschappij een gevoel dat Nederland is overgenomen door vreemdelingen. Daarbij wordt veel betekenis toegekend aan onze nationale identiteit, zoals wij die geconstrueerd (verbeeld) hebben. Een identiteit gebaseerd op onze gemeenschappelijke geschiedenis, waarin moeilijk ruimte wordt gevonden voor nieuwkomers.
Terugkomend op het aantal 'homogene huwelijken': het kan geen verbazing wekken dat in de huidige, gepolariseerde fase het aantal gemengde huwelijken niet of nauwelijks toeneemt. Vooralsnog zoeken de nieuwkomers de partner voornamelijk in eigen kring. Er gaat nog wel een generatie overheen voordat daarin verandering komt.
DICK MANTEL is auteur van Angst en verkramping werken averechts.
undefined