Huurwaardeforfait: een revolutie in een voetnoot

Ook al zijn zowel de prijs van een huis als de hypotheek waarmee dit eigendom is bezwaard openbare informatie, toch weigerde de mevrouw van de gemeente Noorder-Koggenland mij de zogeheten WOZ-waarde van het huis telefonisch te verstrekken....

Frank Kalshoven

Achteraf moet haar weigering als een daad van menslievendheid worden opgevat. Want de WOZ-waarde die daags daarna per brief tot ons kwam, deed het huis op zijn grondvesten schudden. Over de telefoon had ik haar niet geloofd. Wat een schok.

Alsof we de loterij hadden gewonnen.

Honderdvijfennegentigduizend gulden.

Maarre, hoor ik de trouwe lezer van deze rubriek denken, had jij niet voor veel geld een of ander prachtpand gekocht?

Zeker wel.

Maar de Haagse politiek vindt blijkbaar dat bezitters van prachtpandjes naast de aftrek van hun hypotheekrente wel wat extra overheidssteun kunnen gebruiken. Om de inkomensverdeling wat schever te trekken. En dat is geen foutje, bleek deze week. Dat is beleid.

Eerst even de achtergrond. Bij de fiscale behandeling van het eigen huis zijn twee zaken van belang. Ten eerste: de rente die is verschuldigd over het geleende geld is een aftrekpost voor de inkomstenbelasting. Ten tweede: het 'voordeel uit de eigen woning' geldt als inkomen en is dus een bijtelpost voor de inkomstenbelasting. Deze bijtelpost heet het huurwaardeforfait. Voor de berekening van het fiscale voordeel dat huizenbezitters genieten, neem je daarom eerst het saldo van de rente-aftrek en het huurwaardeforfait. Dat bedrag vermenigvuldig je met het relevante marginale belastingtarief - 60 procent voor grootverdieners; 50 procent voor de middenklasse; 37,05 procent voor de mensen met lagere inkomens.

In de publieke discussie over de fiscale behandeling van het eigen huis - die om electorale redenen maar niet politiek wil worden - , zijn de ogen doorgaans gericht op de hypotheekrenteaftrek. Die zou te ruimhartig wezen, waardoor het fiscale voordeel de spuigaten uitloopt en, omgekeerd, de overheid teveel inkomsten misloopt. Beperk de aftrek, is dan de conclusie.

Een enkeling begint aan de andere kant en beveelt een verhoging aan van het huurwaardeforfait.

Die maatregelen hebben een verschillend effect: beperking van de renteaftrek benadeelt de lener; verhoging van het huurwaardeforfait benadeelt de bezitter. Het oudere echtpaar dat al in 1990 de hypotheek op het in 1960 aangeschafte huis volledig heeft afgelost, merkt niets van een beperking van de hypotheekrenteaftrek, maar zou wel worden getroffen door een verhoging van het forfait.

Dit is dus de discussie die politiek niet opschiet.

Deze week bleek dat er nog een heel andere discussie mogelijk is over de fiscale behandeling van het eigen huis. De overheid namelijk, schat het huurwaardeforfait willens en wetens te laag in, en is - tot nader order - vast van plan hiermee in de toekomst door te gaan. Hierover is een fijn technisch debat mogelijk dat helemaal niet tot scherpe politieke tegenstellingen hoeft te leiden.

Let maar op. De OZB-waarde van de Nederlandse huizen is vastgesteld op de peildatum 1 januari 1995. Van deze waarde wordt 1,25 procent beschouwd als inkomen voor de belastingjaren 1997 tot en met 2000. Op dit moment zijn de taxateurs op pad om voor de peildatum 1 januari 1999 nieuwe OZB-waardes vast te stellen. Die waarde vormt dan de grondslag voor het huurwaardeforfait in 2001 en latere jaren.

Hiermee zijn twee rare dingen aan de hand. Het eerste kan zelfs de blinde medemens niet zijn ontgaan: de huizenprijzen zijn sinds 1 januari 1995 explosief gestegen. Degenen die sinds die tijd een huis hebben gekocht, sloten daarom navenant hogere hypotheken af. De bijtelpost huurwaardeforfait bleef echter steken op het niveau van 1 januari 1995. Het Centraal Planbureau berekende op de achterkant van een sigarendoos dat de overheid hierdoor in de jaren 1997-2000 een miljard gulden aan inkomsten aan zich voorbij laat gaan. En een niet verwaarloosbaar deel hiervan komt dus ten goede aan de familie Kalshoven. Waarvoor dank.

Maar dit is natuurlijk van de gekke. Gelukkig is de oplossing voor dit gekke probleem even simpel als doeltreffend: het huurwaardeforfait moet - net als overigens alle andere regelingen in de belasting - terstond worden geïndexeerd. Huizenprijs omhoog? Dan dient het forfait terstond mee te stijgen!

Maar de zaak wordt nog gekker, blijkt uit voetnoot 1 op pagina 31 van de Memorie van Toelichting op de Wet Inkomstenbelasting 2001. Daar staat namelijk dat 'na een algemene herwaardering in het kader van de WOZ' - en die vindt dus dezer dagen plaats - het bijtelpercentage van 1,25 procent wordt aangepast. 'Dat betekent dat, als de WOZ-waarde sneller is gestegen dan de huurontwikkeling, het forfaitpercentage naar beneden gaat.'

Dus als de huren - voor een belangrijk deel sociale woningbouw voor relatief arme mensen - langzamer stijgen dan de huizenprijs, krijgen de relatief rijke woningbezitters een extra belastingvoordeel in de vorm van een lager forfait.

Dat is niet van de gekke, dat is een gotspe. Of je nu van de PvdA bent of van de VVD, van GroenLinks of van het CDA, aan deze herverdeling van arm naar rijk moet natuurlijk onmiddellijk een halt worden toegeroepen.

Mocht blijken dat 's lands politici deze discussie ook al niet aankunnen, dan is het misschien tijd om om te zien naar een ander staatsbestel.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden