Hulplijn radicalisering: 32 'serieuze' meldingen

In totaal kwamen ruim honderd meldingen binnen, uiteenlopend van aard. Gisteren werd het aantal 'zeer serieuze meldingen' voor het eerst gemeten, toen stond de teller op dertig. Vandaag reeds op tweeëndertig, vertelt Lamnadi. Ouders bellen bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat hun kinderen zouden vertrekken naar het front in Irak en Syrië om zich aan te sluiten bij een jihadistische strijdgroep. Soms bellen ouders ook voor advies en om gebruik te maken van de expertise van de organisatie. De meeste oproepen komen van ouders, familieleden en mensen uit de directe omgeving van radicaliserende jongeren, maar ook vanuit moskeeën en scholen, zegt projectleider Lamnadi.

De hulplijn is met name bedoeld voor ouders die zich zorgen maken over radicalisering van hun kinderen. Ouders kunnen vrij praten met de organisatie zonder dat ze hoeven te vrezen dat het paspoort van hun kinderen wordt ingetrokken. Vertrouwenspersonen worden ingezet om verdere radicalisering te voorkomen en de familie te ondersteunen. Het SMN springt in een gat dat andere hulporganisaties laten vallen. Er wordt nog te weinig ingespeeld op de directe zorgen van ouders en problemen van (geradicaliseerde) jongeren, stelt de organisatie.

Terwijl bezorgde ouders de stichting opzoeken, biedt de overheid niet in alle gevallen de hulp die nodig is. Zo liet een moeder van een jihadstrijder gisteren in Nieuwsuur weten geen vertrouwen meer te hebben in de door de overheid geboden hulp. Volgens haar neemt de overheid slechts het paspoort in en wordt de verdachte afgeluisterd. Een woordvoerder van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt dat het verbeteren van de hulp voor ouders hoog op de agenda staat. 'We zijn erg blij dat dit soort initiatieven vanuit de maatschappij komen. We proberen ook preventieve maatregelen te treffen en te ondersteunen waar mogelijk. Het is voor ons altijd interessant te werken met dit soort organisaties.'

Onder de 32 casussen zijn negentien jongeren met een Marokkaanse achtergrond en acht jongeren uit autochtone gezinnen. Dit zijn de twee grootste groepen. Meldingen waren er ook over jongeren van Turkse, Somalische en voormalig-Joegoslavische afkomst. Het gaat om negentien jongens en dertien meisjes (danwel mannen en vrouwen). In totaal gingen twaalf van de serieuze meldingen over minderjarige jongeren. Veertien jihad-sympathisanten waren al vertrokken naar het Midden-Oosten voordat het SMN ze kon koppelen aan een vertrouwenspersoon.

Meer informatie over de hulplijn is te vinden op hulplijnradicalisering.nl. SMN is te bereiken op 06-81893529.