Hulp voor de hulpverleners
De opvang van ambulancepersoneel, agenten en brandweerlieden na ernstige incidenten kan beter. ‘Je kunt een collega ook een probleem aanpraten.’..
AMSTERDAM Hulpverleners die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt, krijgen niet overal dezelfde kwaliteit nazorg. De opvang van agenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel na ernstige incidenten, verschilt per organisatie en per regio. Om hier meer eenduidigheid in aan te brengen wordt gewerkt aan een nieuwe richtlijn voor psychosociale opvang van geüniformeerde hulpverleners.
De richtlijn, die in concept circuleert, is opgesteld in opdracht van Binnenlandse Zaken en kan nog op details wijzigen. Uit eerder onderzoek bleek dat hulpverleners vaak worden blootgesteld aan schokkende gebeurtenissen en dat zij behoefte hebben aan meer duidelijkheid over mogelijke nazorg.
‘Er is veel variëteit in de opvang van hulpverleners’, zegt projectleider Hans te Brake van Stichting Impact, kenniscentrum psychosociale zorg na rampen. Hij signaleert tevens een discrepantie tussen de laatste wetenschappelijke inzichten en de dagelijkse praktijk. Goedbedoelde intitiatieven leiden niet altijd tot de beste opvang en kunnen soms zelfs een averechts effect hebben.
Impact formuleerde een universeel nazorgmodel, waarin zelfhulp en hulp door collega’s centraal staat. Ondersteuning door collega’s moet een centrale plek krijgen in organisaties. De veerkracht en weerbaarheid van hulpverleners kan preventief worden verhoogd door training.
Als stressgerelateerde klachten aanhouden na een incident, kan de hulpverlener worden doorverwezen naar traumapsychologen.
Onderzoeker Te Brake stelt vast dat agenten, brandweerlieden en medische hulpverleners steeds makkelijker praten over hun gevoelens. ‘De machocultuur staat minder vaak in de weg.’ Wel moet ervoor worden gewaakt dat niet geforceerd naar gevoelens wordt geïnformeerd. ‘Je kunt een collega ook een probleem aanpraten.’
In de nieuwe richtlijn wordt daarom aangeraden de debriefing na een schokkende gebeurtenis zakelijk te houden. Meteen informeren naar de gevoelens van een hulpverlener tijdens het incident, kan volgens Te Brake juist averechts uitpakken.