Hulp komt pas na een week op gang

Het grote probleem bij de hulpverlening aan de Filipijnen is niet de financiering, maar logistiek van aard. Want hoe krijg je al die hulppakketten met medicijnen, dekens, voedsel en drinkwater bij de plaatselijke bevolking?

VAN ONZE VERSLAGGEEFSTER IRENE DE ZWAAN

AMSTERDAM - Aan gulheid en aandacht is geen gebrek voor het gebied waar afgelopen vrijdag een van de zwaarste tyfoons ooit overheen raasde. Dat merkt ook Nok van de Langenberg, coördinator van hulporganisatie CARE. De mailtjes stromen binnen. 'Van bedrijven, particulieren, Nederlanders die op dit moment op de Filipijnen verblijven. Allemaal willen ze helpen!'

Voor een natuurramp als deze wordt - anders dan met de bloedige burgeroorlog in Syrië - al snel de portemonnee getrokken. Ook overheden zijn toeschietelijk: Nederland zegde 2 miljoen euro aan hulpgeld toe, de EU 11 miljoen en ook landen als China, de Verenigde Staten en Canada hebben financiële hulp beloofd. Via het vandaag geopende Giro 555 worden de fondsen verder aangevuld.

De lokale wegen in de getroffen gebieden zijn verwoest of geblokkeerd door omgevallen bomen, de overstromingen hebben sommige delen volledig van de buitenwereld afgesloten. 'We zijn nu aan het kijken of we de hulp per helikopter kunnen leveren', vertelt Van de Langenberg. 'Maar voordat het zover is, moeten we eerst de situatie in kaart brengen, mensen ter plaatse aansturen, met andere ngo's coördineren wie welke taken op zich neemt. Daar kan zomaar een kleine week overheen gaan.'

Ja, dat is lang, verzucht Van de Langenberg. 'Stel je voor dat je een kind van 8 bent en al je familieleden bent verloren, of je zit met een gebroken been en moet dagenlang wachten op hulp. Tegelijkertijd regent en waait het nog altijd keihard. De volgende storm heeft zich alweer aangekondigd.'

Als zich een grote ramp aandient, zoals op de Filipijnen, komen ngo's en grote hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen, het Rode Kruis, UNICEF, en Cordaid meteen in actie. Ze nemen contact op met hun zusterorganisaties in het rampgebied om te peilen hoeveel hulpkits ze nog voorhanden hebben.

In Nederland nemen de hulporganisaties telefonisch contact met elkaar op om de taken onder te verdelen en een team met medische specialisten op het eerst mogelijke vliegtuig te zetten. Niet veel later vertrekken de eerste vliegtuigen met daarin medische pakketten. In het geval van de natuurramp op de Filipijnen is vooral behoefte aan tenten, hygiënekits, waterzuiveringstabletten, noodvoeding, vaccins tegen tetanus, materiaal om gewonden te verzorgen en om mobiele hulpposten op te zetten.

Vanuit Dubai vertrok vandaag het eerste vrachtvliegtuig van Artsen Zonder Grenzen, een tweede vertrekt morgen vanuit het Belgische Oostende. Aan boord zit ongeveer 200 ton aan hulpgoederen. Het Rode Kruis is al in (een klein deel van) het rampgebied aanwezig en deelt daar de eerste pakketten uit. Dat gaat niet zonder slag of stoot - er zijn geregeld berichten dat vrachtwagens met goederen bestormd worden door uitgehongerde en dorstige inwoners.

De vliegtuigen en vrachtschepen met hulpgoederen zullen voornamelijk binnenkomen in de stad Cebu, dat op ongeveer 250 kilometer van de zwaar getroffen hoofdstad Tacloban op het naastgelegen eiland Leyte ligt. Dat gebied is op dit moment door de grootschalige verwoesting niet bereikbaar. Het vliegveld is door een vloedgolf grotendeels verwoest.

'We proberen onze medewerkers nu via Cebu met de boot naar Tacloban te sturen', zegt Van de Langenberg van CARE. 'Waarschijnlijk zullen daar ook snel meer journalisten aankomen. Dan staan daar de camera's van CNN te draaien en gaat er veel aandacht uit naar Tacloban, een grote stad met veel slachtoffers.

'Maar wat mensen dan weleens vergeten is dat zo'n natuurramp juist in de landelijke gebieden catastrofaal is. Daar wonen mensen die geheel afhankelijk zijn van veeteelt, akkerbouw of visserij. Hun inkomstenbron zijn ze nu kwijt. Vaak zijn er in dit soort gebieden ook heel veel dodelijke slachtoffers gevallen omdat met name de mannen geen gehoor geven aan de evacuatieoproep. Die blijven achter om hun schamele bezittingen te bewaken. De meesten kunnen niet zwemmen. Dat loopt dus lang niet altijd goed af.'

Een financieel vangnet is op de Filipijnen bovendien geen vanzelfsprekendheid, zegt Van de Langenberg. 'In de vier jaar dat ik er woonde is mijn huisje een keer afgefikt. Vijftien jaar later ben ik nog altijd bezig met de verzekering. Als ik het als expat, met al mijn connecties al niet voor elkaar krijg, dan een arme boer al helemaal niet.'

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden