Donderdag kwamen honderd Amerikaanse soldaten aan in Haïti, de eerste van 5.500 soldaten die de Verenigde Staten gaan sturen. Zij deden de eerste herstellingen op het vliegveld van Port-au-Prince, zodat alle vliegtuigen met noodhulp daar konden landen.

Het Pentagon stuurt ook een vliegdekschip, een hospitaalschip en drie amfibievaartuigen. De soldaten moeten niet alleen hulp bieden, maar ook plunderingen en opstootjes tegengaan.

Obama

President Barack Obama trok 100 miljoen dollar (69 miljoen euro) uit voor directe hulp, en beloofde op lange termijn meer geld beschikbaar te stellen. Ook Canada, de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds zegden elk 69 miljoen euro toe. Diverse Europese landen, waaronder Nederland, beloofden in totaal zo’n 30 miljoen euro.

‘Aan de bevolking van Haïti zeggen we luid en duidelijk: jullie zullen niet vergeten worden’, zei Obama. Hij riep op tot ‘een van de grootste hulpoperaties ooit’.

Veldhospitalen

Tientallen landen, waaronder Canada, IJsland, Frankrijk, Spanje, China en Nederland, stuurden vliegtuigen met reddingsteams, artsen, waterzuiveringstabletten, voedsel, medicijnen, tenten, communicatieapparatuur en zelfs complete veldhospitalen.

De hulp raakt echter zeer moeilijk ter plaatse. ‘Het is een logistieke nachtmerrie’, zei een VN-woordvoerder. Zonder materiaal om de vliegtuigen met noodhulp te lossen ontstond op het vliegveld van Port-au-Prince een chaos, waardoor er donderdagavond geen vliegtuigen meer konden landen.

[VIDEO]