Huisje, boompje, bezoekertje
Eigenaren van bijzondere architectenhuizen uit de hele wereld waren deze week bijeen in Rotterdam. Hoe is het om in een jong monument te leven? Bewoners vertellen hun verhaal.
Sommige mensen koesteren de droom te wonen in een echte Gerrit Rietveld. Architectuurliefhebber Frederik Bruinewoud deed het vier jaar lang, in Huis Hildebrand in Blaricum (Noord-Holland): 'Dat was een cadeautje. Elke keer weer als we naar huis reden. Dat gevoel van verwachting, een soort trots: daar wonen wij. Het moment dat je die prachtige lichte hal betreedt. De kleuren en al die originele details. Geweldig.'
Bij monumenten van het modernisme denk je in Nederland al snel aan het sanatorium Zonnestraal (1928, Jan Duiker) en de Van Nellefabriek (1930, Leendert van der Vlugt). Woonhuizen komen wat minder snel op het netvlies. Wie kent het huis dat Rietveld in 1936 ontwierp voor schrijver Anton Hildebrand (auteur van Bolke de Beer)?
Wonen in dat monument van het Nieuwe Bouwen heeft zo zijn voor- en nadelen. 'Je moet voor lief nemen dat veel mensen over de vloer komen. En in een Rietveld kun je niet zelf met de verfkwast aan de slag', zegt Bruinewoud.
'Wonen in het huis van een architect is een geschenk. Maar er zitten lastige kanten aan', zegt ook Natascha Drabbe. Zij is bezig met herstelwerkzaamheden in het 'jongste' monument van Nederland, het woonhuis in Utrecht van Mart van Schijndel (1943-1999). Drabbe was getrouwd met Van Schijndel. In 2012 richtte zij Iconic Houses op, een netwerk waar zo'n honderdvijftig 20ste-eeuwse architectenhuizen bij zijn aangesloten. Zoals het huis Fallingwater van Frank Lloyd Wright, dat is gebouwd boven een waterval in de bossen van Pennsylvania , en Villa Tugendhat van Mies van der Rohe in Brno (Tsjechië).
Drabbe wijst op de keukenkastjes in het prachtig gedetailleerde huis van Van Schijndel. De keukendeurtjes zijn net opnieuw gelijmd. Het zijn glaspanelen die niet draaien op een scharnier, maar op een lijmnaad van siliconenkit. Bedacht door Van Schijndel, een architect/ambachtsman die een groot behagen schiep in eigenzinnige detaillering.
En soms gaat er iets stuk aan die details. 'Doordat er zo veel niet-standaard vormgeving in het huis zit, is het lastig vakmensen voor restauratiewerk te vinden.' Laatst is een bezoeker door een echte Van Schijndel-stoel gezakt. Om herhaling te voorkomen heeft de Stichting Mart van Schijndel een set stapelstoelen aangeschaft. Daar zit het publiek nu op tijdens de architectuurlezingen en huisconcerten. 'Zo'n stichting heb je echt nodig. Je kunt dit niet in je eentje.'
Amerikanen, Nederlanders en Duitsers zijn deze week op uitnodiging van Iconic Houses in Rotterdam aan het confereren. In het Nieuwe Instituut spreken ze over bijzondere architectenwoningen verspreid over de hele wereld. De beroemdste woningen zijn omgebouwd tot museum, zoals Huis Sonneveld in Rotterdam (architect Van der Vlugt) en het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht. De vraag was vooral in hoeverre je een architectenhuis voor publiek aantrekkelijk kunt maken zonder het oorspronkelijk karakter aan te tasten.
'Vaak is het huis er juist het meest bij gebaat als je vasthoudt aan de woonbestemming', zegt Niek Smit van Vereniging Hendrick de Keyser. Deze organisatie zet zich in voor historische huizen en interieurs maar heeft ook een twintigtal 'jonge' monumenten uit de vorige eeuw verworven en gerestaureerd. Ze worden verhuurd aan particulieren, die moeten toestaan dat er af en toe architectuurminnaars langskomen.
Zoals in het Huis Hildebrand, waar bewoner Bruinewoud leden van de Vereniging rondleidde. Maar ook Huis Naalden in Best (Noord-Brabant) van architect Dom van der Laan en het woonhuis van architect Sybold van Ravensteyn in Utrecht worden door de vereniging verhuurd. Sinds kort is zelfs 'Monument & Bed', een prachtig modernistisch zomerhuisje van de architecten Merkelbach en Karsten in Groet (Noord-Holland) te boeken als vakantiehuis. 'Voor ons is de toegankelijkheid van dit erfgoed van groot belang', zegt Smit.
Openstelling is bij veel van deze architectenwoningen een uitgangspunt, maar dat is lastig als je privéspullen er ook staan, zegt Drabbe van het Van Schijndelhuis. 'Het verbaast me weleens dat bezoekers rustig een boek uit de kast pakken, of zelfs een cd opzetten.' Toch stelt ze het huis graag open. 'Ik wil dat jonge generaties ontwerpers kennis maken met het oeuvre van Van Schijndel.'
Dat is waarom de familie De Jong het huis van hun moeder openstelt. Het Jan de Jonghuis in Schaijk (Noord-Brabant) is een van de eigenzinnigste architectenwoningen in Nederland. Jan de Jong (1917-2001) bouwde het bijna vijftig jaar geleden. Hij was volger van de befaamde architect en benedictijner monnik Dom van der Laan. Dit huis is ontworpen naar de leer van het plastisch getal, een variant op de gulden snede.
Het huis De Jong ademt de sfeer van een kloosterkerk. De monumentale, lange woonkamer is als het schip van een romaanse kerk. Het meubilair is zo Spartaans als harde kerkbankjes. 'Er is slechts één luie stoel en die staat op de slaapkamer boven', vertelt weduwe De Jong. Ze is 96 jaar, bewoont het huis nog altijd en kan levendig vertellen over de onstuitbare ontwerpdrift van haar man. Ze draagt elke dag een zelfgenaaide tuniek van zijde die Dom van der Laan ooit ontwierp.
'Op een open dag stonden hier opeens vierhonderd mensen binnen. Dat was te veel van het goede', vertelt dochter Hanne de Jong. Ook omdat het blijkbaar toch lastig is de privacy van de bewoners te respecteren, besloten ze het bezoek te doseren. 'We stellen het huis af en toe open aan kleinere groepen. Dat is wat mijn vader wilde, dat zijn werk aandacht zou krijgen na zijn dood.'
'Wat zo interessant is', zegt woordvoerder Smit van Vereniging Hendrick de Keyser. 'Bij restauraties en opknapbeurten blijkt eigenlijk altijd dat de oorspronkelijke indeling, ook tachtig jaar later, nog steeds het beste voor het huis en de bewoner uitpakt. Dat het huis bewoond blijft, is de beste garantie dat het huis blijft zoals de architect het heeft bedoeld.'
iconichouses.org
Te huur
Wonen in een architectenhuis is mogelijk maar niet altijd goedkoop. Wat Rietveld ontwierp voor Anton Hildebrand in Blaricum 'doet' 2.500 euro per maand. Maar het is verhuurd. Nog vrij is het huis van Abe Bonnema (1926-2001) in Hardegaryp. Deze Friese architect, die ook de glazen torens van Nationale Nederlanden in Rotterdam op zijn naam heeft staan, bouwde het in 1963 als werk- en woonhuis. Het is een belangrijk ontwerp in het na-oorlogse modernisme. Het heeft een tuin van Mien Ruys. Huur: 1.850 euro, exclusief stookkosten. Te vinden op hendrickdekeyser.nl
Van Schijndelhuis, Utrecht, 1995
Architect Mart van Schijndel (1943-1999)
Bewoonster Natascha Drabbe (47)
'Ik leerde Mart van Schijndel begin jaren negentig kennen, toen de ruwbouw net klaar was', zegt Natascha Drabbe. Het Van Schijndelhuis ligt in het centrum van Utrecht. Het voorhuis met kleurige gevel vormt een uitzonderlijk modern element temidden van de historische bebouwing van dit kerkplein. Het huis heeft een raamloze ommuring omwille van de privacy. Daarbinnen is een driehoek van glas geplaatst. Een zijde is westwaarts gericht, een naar het oosten en een naar het zuiden, zodat de hele dag licht binnenvalt.
Mart van Schijndel was een architect van de schuine lijnen. Het huis, de patio's, zelfs de meubels zijn in dat concept ontworpen. 'Het is een van zijn beste werken, met zo veel sterke details', zegt Drabbe. Ze wijst op de vernuftige manier waarop de hoekramen naar de patio's zich openen. Hoe elke centimeter ruimte is benut, tot en met een solarium onder de trap. 'Als er bezoekers komen, moet ik altijd oppassen dat ik niet te enthousiast word.'
Na Van Schijndels dood in 1999 heeft ze er zes jaar alleen gewoond. 'Maar ik vind het zonde als ik dit voor mijzelf houd. Ik ben architectuurhistoricus, ik zou heel graag zien dat wat Mart heeft gemaakt wordt doorgegeven aan een nieuwe generatie ontwerpers.'
vanschijndelhuis.nl.
Huis Hildebrand, Blaricum, 1936
Architect Gerrit Rietveld
Eigendom Vereniging Hendrick de Keyser
Huis Hildebrand werd gebouwd in de avantgardistische stijl van het Nieuwe Bouwen in opdracht van hoorspelschrijver en kinderboekenauteur Anton Hildebrand (1907-1977). Vereniging Hendrick de Keyser verwierf het in 2000, restaureerde het grondig en bracht de originele Rietveldkleuren terug. Het huis wordt verhuurd en is twee keer per jaar te bezichtigen voor leden van Vereniging Hendrick de Keyser.
Jan de Jonghuis, Schaijk, 1967
Architect Jan de Jong (1917-2001)
Bewoonster Weduwe De Jong (96)
Langs een drukke tweebaansweg in Schaijk stond vroeger een Engels landhuis. In de jaren vijftig kwam er een stenen muur omheen. In 1967 volgde het grote woonhuis annex kantoor, nadat Jan de Jong, een belangrijke leerling van architect Dom van der Laan, eerst in een paar bijgebouwen wat vingeroefeningen met het plastische getal had gedaan. Dat getal is een variant op de gulden snede, een subtiel spel van maten en verhoudingen dat maakt dat de bezoeker de ruimte als natuurlijk en rustgevend ervaart.
'Ik wil hier niet weg. Dit is het levenswerk van mijn man', zegt de weduwe De Jong, die nog haarscherp weet hoe haar huis is gebouwd en hoe er vaak raar werd gekeken naar de buitenissige architectuur in het Brabantse land.
Het complex bestaat uit gebouwen, hoven en binnenhoven, waarbij de invloed van kerkarchitectuur duidelijk voelbaar is. De woon- eetkamer en keuken liggen samen in een lange rechte ruimte, met aan weerszijden kolomrijen. Alle meubels, verlichting en apparatuur zijn door Jan de Jong ontworpen en ademen de sereniteit van een kerkinterieur. Weduwe De Jong: 'Eigenlijk is de ruimte op zijn mooist als het helemaal leeg is. Sorry voor al de apparaten in de keuken, die doen eigenlijk afbreuk aan het ontwerp.'
undefined