Nieuws
Huisartsen slaan alarm: tussen rijk en arm dreigt nu ook een vaccinatiekloof
Huisartsen uit minder welvarende wijken luiden de noodklok: de opkomst voor de coronavaccinaties is bij mensen met een migratieachtergrond en laaggeletterden zorgwekkend laag. Betere informatie, bijvoorbeeld door tv-spotjes, is broodnodig.
Haast terloops vertelt een 63-jarige patiënt over zijn vaccinatie-angst aan zijn huisarts, Shakib Sana in de Rotterdamse wijk Delfshaven. Met nekklachten is hij op consult. Drie kwartier is Sana bezig de laaggeletterde man, met ernstig overgewicht bovendien, ervan te overtuigen de prik toch te nemen; zeker bij hem zou het risico op trombose van AstraZeneca onvergelijkbaar veel kleiner zijn dan op gezondheidsschade van covid-19.
De man ging overstag. ‘Maar ik heb niet de tijd om lange gesprekken te voeren met al mijn patiënten’, zegt Sana.
Vaccinatiebereidheid
Met andere huisartsen in minder welvarende wijken en met bijzonder hoogleraar Gezondheidsverschillen Maria van den Muijsenbergh luidt Sana de noodklok. In een manifest, met steun van de landelijke huisartsenvereniging LHV, de federatie van medisch specialisten en andere zorgpartijen. De zorgwekkend lage vaccinatiebereidheid onder mensen met een migratieachtergrond en autochtone laaggeletterden moet worden opgekrikt, is de boodschap.
Nog geen 40 procent van de 60- tot en met 64-jarigen die Sana opriep, kwam opdagen voor de AstraZenecaprik. Andere huisartsen in vergelijkbare wijken noemen nog lagere opkomstpercentages, van nauwelijks 30 procent.
Hun oproep: de overheid moet meer moeite doen het belang van vaccinatie aan deze groepen uit te leggen, met toegankelijke, op hen toegespitste informatiecampagnes. Want de overheidsinformatie bereikt hen onvoldoende.
Grotere overlijdenskans
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was al duidelijk dat personen uit de laagste inkomensgroepen tot twee keer zo veel kans hebben aan covid-19 te overlijden dan mensen uit de hoogste inkomenscategorie. Bijvoorbeeld omdat zij gemiddeld minder bewegen en meer roken, en ongezonder zijn. Sana: ‘Behalve een gezondheidskloof ontstaat er door een informatiekloof nu ook een vaccinatiekloof tussen arme en rijke wijken.’
‘Migrantengroepen en laaggeletterde autochtonen hebben vaak al weinig vertrouwen in de overheid’, vult Van den Muijsenbergh aan. ‘De uitnodigingsbrief van het RIVM begrijpen zij nauwelijks. Zij vertrouwen op verhalen op sociale media en van kennissen.’
Van de opkomstpercentages van de vaccinatierondes van de huisartsen zijn geen cijfers per wijk beschikbaar. ‘Wij krijgen veel signalen dat de vaccinatiebereidheid in de minder welvarende wijken alarmerend laag is’, zegt een woordvoerder van de huisartsenvereniging.
Pauzestand
Net toen Sana bezig was met een vaccinatieronde, drukte de overheid twee keer op de pauzestand met AstraZeneca. Hij zag het vertrouwen in vaccinatie onder zijn patiënten verder afnemen. ‘De stops veroorzaakten extra angst en twijfel. Wie niet goed Nederlands spreekt, krijgt van het nieuws dan alleen mee: ‘AstraZeneca, trombose’. Laaggeletterden begrijpen het nieuws onvoldoende om risico’s te kunnen afwegen.’
‘Zelfs hoogopgeleide Nederlanders snappen soms niet alle informatie rond vaccinaties’, valt Güven Yildiz op, huisarts in de Haagse Schilderswijk. ‘Dan zou de overheid toch wel een tandje kunnen bijzetten om de minder geletterde groepen te bereiken?’
Veel patiënten van Yildiz kampen met overgewicht, diabetes en astma. ‘Juist deze mensen, die extra risico lopen met corona, wil je vaccineren, zegt Yildiz, die van Koerdisch-Turkse afkomst is, net als veel van haar patiënten.
Eén voor één bellen
Maar dat blijkt lastig. Voor haar eerste vaccinatieronde heeft de huisarts 150 60-plussers uit haar bestand één voor één gebeld. ‘Ik druk ze op het hart: kom alsjeblieft. Ik beklemtoon dat ik zelf ben gevaccineerd en mijn moeder heb geadviseerd ook te gaan voor de prik. Zo probeer ik mijn patiënten te overtuigen. Dat is heel veel werk.’
Maar 45 patiënten, 1 op de 3, kwamen uiteindelijk een vaccin halen. ‘Dan vangen ze elders op dat het vaccin gevaarlijk is. Dan horen ze van een buurvrouw dat je er impotent of onvruchtbaar van kunt worden. Die verhalen gaan hier van mond tot mond.’
Soms lukt het Yildiz wel een patiënt te overtuigen. ‘Dan willen ze juist weer hun tweede prik eerder, zodat ze onbezorgd het Suikerfeest kunnen vieren. Er waren ook tien 60-minners die wel wilden, maar die mocht ik het vaccin van AstraZeneca niet geven.’
Bedroevend
Het ministerie van Volksgezondheid heeft geen specifieke cijfers waaruit blijkt dat de vaccinatiebereidheid achterblijft onder minder geletterde groepen. ‘We richten wel degelijk campagnes op laaggeletterden, er komen bijvoorbeeld nieuwe tv-spotjes aan’, zegt de woordvoerder van minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid). ‘We proberen iedereen te bereiken. Als dat volgens sommige huisartsen niet lukt, horen we graag van hen waar het tekortschiet.’
‘Bedroevend’, zo omschrijft huisarts Vanda Primec in de Utrechtse wijk Kanaleneiland de opkomst bij haar prikrondes met AstraZeneca. Zo’n 30, 35 procent van de door haar opgeroepen 60-plussers kwam opdagen. In de eerste prikronde hield ze zoveel over dat ze voor de tweede ronde deze week geen nieuwe vaccins hoefde te bestellen.
Vanwege de zorgen over die lage vaccinatiebereidheid in de minder welvarende Utrechtse buurten ontstond het plan om filmpjes te gaan maken met invloedrijke figuren uit die wijken. Die zouden zich voor de camera door Primec laten vaccineren.
Jonge imam
‘De boodschap moest zijn: laat je alsjeblieft vaccineren zo snel mogelijk, het is veilig. We hadden een jonge imam bereid gevonden’, zegt Primec. ‘Ik dacht echt dat ik daar een deel van mijn patiënten van Marokkaanse afkomst mee over de streep had kunnen trekken. Elke prik is er één. Maar toen we van de minister niet langer personen onder de 60 jaar met AstraZeneca mochten vaccineren, konden we het filmpje niet maken met de jonge imam.’
‘Wat zonde dat die filmpjes zijn afgeblazen’, reageert hoogleraar Van den Muijsenbergh. ‘Dit is namelijk precies hoe je de doelgroep kunt bereiken. Met bijvoorbeeld religieuze voorgangers, sporthelden of andere personen met invloed uit de wijk, in samenwerking met huisartsen.’
Dat ontbreekt volgens Van Muijsenbergh nu aan de communicatie van de overheid. ‘Om te weten hoe je mensen echt bereikt, moet je samenwerken met de mensen uit de wijken. Informatie moet bijvoorbeeld hangen in supermarkten. Veel mensen gaan echt niet op een website van het RIVM kijken.’