Huis Marseille verzamelt met liefde
Ineens zie je het: de foto lijkt iets te hellen. Niet omdat hij uit het lood aan de muur is gehangen, maar omdat de fotograaf zijn camera een tikje scheef hield bij het klikken....
Zou het door die subtiel hellende vloer komen dat het feestgezelschap nooit echt een ftgezelschap heeft willen worden? En wat gek dat dit detail eigenlijk nu pas opvalt, hoewel de foto, uit 1996, toch zo bekend is.
En daarmee is het belang van een collectietentoonstelling meteen bewezen. Het Barcelonese dansfestijn van Horsfield was vanaf het begin deel van de collectie van Huis Marseille in Amsterdam. De foto zat bij de 56 foto's tellende schenking die Stichting De Pont (van het gelijknamige museum in Tilburg) in 1999 deed aan het nieuwe particuliere museum voor hedendaagse fotografie in de hoofdstad. Maar vaak is de foto vanaf die tijd niet te zien geweest. In elk geval blijkbaar te sporadisch om hem helemaal in het geheugen te prenten. En dat geldt niet alleen voor dit werk.
Huis Marseille viert zijn eerste lustrum met de tentoonstelling Take Five!. Een groot deel van de collectie (die inmiddels is uitgegroeid tot een verzameling van over de 165 werken) werd hiervoor uit de depots gehaald en hangt nu aan de muren van het statige grachtenpand in een ruimte bij de buren, het eveneens statige KunstKamers.
'Er is iets vreemds aan de hand met eigen collecties', schrijven directeur Els Barents en conservator Saskia Asser in de nieuwe collectiecatalogus. 'Het belang van een verzameling wordt algemeen onderschreven, maar exposities ervan (. . .) worden doorgaans voor kennisgeving aangenomen.' Hoe w is dat elk jaar maakt men zich druk om de voorstellen tot gemeente-aankopen van het Stedelijk Museum, terwijl daarna nauwelijks nog een haan kraait naar wat er werkelijk wordt aangekocht. En ook: hoe onterecht.
Want dat het bijzonder plezierig kan zijn wanneer een museum rekenschap aflegt over wat er de laatste jaren met het aankoopbudget is gebeurd, wordt duidelijk in Huis Marseille. Vijf jaar dat is niet heel erg lang. Toch zijn Barents en Asser er in die tijd in geslaagd een evenwichtige collectie bij elkaar te krijgen. Wat ooit begon met die 56 foto's, verzameld door stichtingvoorzitter Jos de Pont, met werk van onder anderen Thomas Struth, Thomas Ruff en James Casebere, is uitgebreid met aanvullingen op die persoonlijke oeuvres en met nieuwe fotografen en thema's.
Te hoogdrempelig, te intellectueel, te museaal dat wordt Huis Marseille wel eens verweten. Maar op Take Five! valt voornamelijk de liefde voor de fotografie op. Leerlingen uit de beroemde Becher-Schule (Candida H, Thomas Struth, Thomas Ruff, Andreas Gursky) hangen weliswaar bij elkaar, maar niet op een schoolse of elitaire manier. Eerder speels, zoals enkele van hen zijn samengebracht in een zaal waar slechts nachtopnames hangen.
Dat Els Barents de fotografie ziet als 'de schilderkunst van de nieuwe media' is algemeen bekend. Maar haar keuzes in het monumentale 'genre' dwingen respect af, zoals de aankoop van twee foto's van Sarah Jones in 1999, te zien in het onlangs in ere herstelde tuinhuis. Bovendien toont Huis Marseille in KunstKamers een deel uit de collectie kleinere, documentaire foto's, zoals het werk van wereldreizigers Donata en Wim Wenders en Robert van der Hilst.
Niet gehinderd door dreigende subsidietekorten heeft Huis Marseille zijn collectie opgebouwd. Dat zou scheve ogen kunnen opleveren in deze 'kaasschaaftijd'. Maar iedereen die een bezoek brengt aan Take Five! moet toch toegeven dat het fotografiemuseum een aanwinst is voor de Nederlandse fotografiewereld.