Zelden heeft een Chinese tv-serie zoveel kijkers getrokken als Op weg naar de republiek, een drama in 59 delen over de ondergang van de Qing-dynastie (1644-1911) en de eerste jaren van de republiek. In de laatste dagen van april, toen de stadsbewoners hun huis niet uitgingen uit angst voor de epidemie SARS, waren er dagelijks drie afleveringen. Er staan in China 350 miljoen tv-toestellen.

Het voornemen om de serie opnieuw uit te zenden op een nationale zender en haar te laten overnemen door de provinciale kanalen, is geblokkeerd door Hu Jintao zelf. Uit goede partijbronnen is de achtergrond van dit besluit bekend geworden.

Hu vond het positieve beeld dat van Cixi wordt geschilderd niet overeenkomen met de 'historische waarheid'. Het zou in strijd zijn met het 'definitieve oordeel' dat de geschiedenis over haar heeft geveld. Dat oordeel wordt de laatste jaren scherp bijgesteld. Uit nieuw onderzoek blijkt dat Cixi in het geheel niet de bloeddorstige machtswellustelinge was waarvoor ze tot nu toe gehouden werd.

Belangrijker was een andere overweging: Hu wil niet dat hijzelf wordt vergeleken met de zwakke jonge keizer en Jiang Zemin met de regentes Cixi. Hu heeft weliswaar van Jiang de hoogste functies in staat en partij overgenomen, maar Jiang is als voorzitter van de Centrale Militaire Commissie en als leider van de machtigste politieke clan de grijze eminentie van het regime.

De SARS-crisis heeft Hu onverwachte kansen gegeven zichzelf te profileren. Hij heeft een aantal comités die achter de schermen de grote beslissingen nemen, onder zijn controle gebracht. Op 1 juli zal hij moderniseringen binnen de partij aankondigen. Maar van Jiang Zemin is hij nog niet af. Dus die tv-serie kan hij niet gebruiken.