Commentaar
Houd altijd potentiële woonruimte paraat voor acute crisis
De les van 2015: houd provisorische woonruimte achter de hand voor de volgende vluchtelingencrisis.
Nog maar een jaar geleden, toen bussen met vluchtelingen door Nederland doolden in een vertwijfelde zoektocht naar noodopvang, was het bijna onvoorstelbaar dat er ooit azc's waren gesloten en dat de IND afscheid moest nemen van boventallig personeel. Die gedroomde, bijna idyllische, situatie is nu opnieuw ingetreden. En verschillende gemeenten waren al dermate ingesteld geraakt op de uitzonderingstoestand van het najaar van 2015 dat de sluiting van een azc - of het besluit om van de bouw van een azc af te zien - geen vreugde wekt, maar ergernis.
Waaruit maar weer eens blijkt hoe grillig de vluchtelingenbewegingen zijn en hoe moeilijk het is om hierop adequaat te reageren - zeker in een land dat zo in planning en regulering gelooft. Eén ding weten we zeker: ook de betrekkelijk serene toestand van dit moment kan zo weer ten einde zijn en de centra die nu worden gesloten, kunnen binnen afzienbare tijd weer in een grote behoefte voorzien.
Het is, zoals verschillende bestuurders en Kamerleden al hebben geopperd, dus raadzaam om over gebouwen te kunnen beschikken die geschikt kunnen worden gemaakt voor tijdelijke bewoning. Hetzij door asielzoekers, hetzij door statushouders of studenten - afhankelijk van waar onder wisselende omstandigheden het meest behoefte aan bestaat. Deze voorziening zou te vergelijken zijn met de overloopgebieden waarmee het hoofd wordt geboden aan hoge waterstanden.
Potentiële noodgebouwen bevinden zich overwegend in steden. Die omstandigheid strookt met het inzicht dat tijdens de jongste vluchtelingencrisis is opgedaan: dat asielzoekers beter dicht bij de bewoonde wereld kunnen worden opgevangen en dat kleinschalige opvang op minder weerstand stuit dan huisvesting van asielzoekers in grote gebouwencomplexen of tentenkampen. Die constellatie zou ook de conditie scheppen voor de versnelde integratie van asielzoekers - waarvoor steeds meer stemmen opgaan.
Ook met een 'flexibele schil in de opvang', zoals Kamerlid Attje Kuiken (PvdA) het noemt, kan onverhoeds een tekort of een overschot aan opvangplekken ontstaan. Met de voorkoming van een acute crisis, zoals die van het najaar van 2015, zou echter al een wereld zijn gewonnen.