Hoogbejaarde moordenares was verzetsstrijdster
De 96-jarige vrouw die begin dit jaar heeft bekend in maart 1946 ingenieur Felix Guljé te hebben doodgeschoten, is G.A. (Atie) Ridder-Visser. Burgemeester Henri Lenferink van Leiden heeft dat vanmiddag gezegd. De vrouw was volgens hem een vooraanstaand lid van het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
De vrouw is nooit bij de politie in beeld geweest als verdachte. Ze behoorde volgens Lenferink in de oorlog tot een knokploeg die zich richtte tegen collaborerende Nederlanders. In gesprekken met de burgemeester heeft de vrouw gezegd dat ze de moord niet had gepleegd, als ze meer over Guljé had geweten.
De verzetsgroep dacht dat de ingenieur aan de kant van de nazi's stond, maar in werkelijkheid deed Guljé veel in de illegaliteit, net als de verzetsstrijders. Hij moest daarbij echter zeer voorzichtig te werk gaan, omdat bij het bedrijf waar hij directeur van was, de Hollandsche Constructie Werkplaatsen, diverse NSB'ers werkzaam waren.
Joodse onderduikers
Guljé had ook Joodse onderduikers en hij steunde andere families die onderduikers onderdak boden. Verder bleef hij leiding geven aan de Algemene Katholieke Werkgevers Vereeniging, die door de bezetter was ontbonden.
Eerder vandaag raakte bekend dat de vrouw Lenferink in een brief had bekend de moordenares van de Leidse ingenieur Felix H.E. Guljé te zijn. Deze werd op 1 maart 1946 in zijn eigen portiek doodgeschoten. De zaak werd nooit opgehelderd.
Guljé werd na de Tweede Wereldoorlog een tijd verdacht van economische collaboratie met de Duitsers, maar werd later op alle fronten vrijgesproken. Het OM heeft aangekondigd niets met de zaak te zullen doen omdat deze inmiddels verjaard is.