De twee stadjes, Makanza en Bogbonga, liggen aan de rivier de Congo (voorheen de Zaïre) in gebied dat wordt beheerst door Bemba's Congolese Bevrijdingsbeweging (MLC). De rebellenleider (een zakenman en millionair) maakte het bloedbad per telefoon bekend vanuit zijn bolwerk Gbadolite, de vroegere paleisstad van dictator Mobutu Sese Seko. De verovering van Gbadolite, vorige maand, was van grote symbolische betekenis. Het succes van Bemba's legertje tekende de zwakte van Kabila's leger.

Bemba gaf nauwkeurige cijfers: de Sudanezen zouden achttien bommen hebben afgeworpen. Er zouden 384 burgers en 134 MLC-soldaten zijn omgekomen.

Hij zei verder dat hij de Zambiaanse president Chuliba, de bemiddelaar in de Congolese burgeroorlog, had medegedeeld dat hij zich niets meer aantrekt van het akkoord dat hij had ondertekend. Bemba, die wordt gesteund door Uganda (eenheden van het Ugandese leger vechten aan zijn zijde), was de eerste van de drie ruziënde leiders van de opstand tegen Kabila die tekende.

Het akkoord van Lusaka werd getekend door alle landen betrokken bij het conflict (Angola, Zimbabwe en Namibië steunen Kabila; Uganda en Rwanda de rebellen) en Kabila.