‘Honderd Britse bedrijven kiezen voor Nederland’: nog geen brexodus, maar die kan nog wel komen

‘Do or die’, beloofde Boris Johnson toen hij nog in de race was voor het premierschap. Zijn Brexit-belofte was, vrij naar een andere beroemde Brit, een kwestie van onafhankelijk zijn of niet zijn. Maar dat is helemaal niet de vraag, vinden veel Britse bedrijven. Inmiddels hebben bijna honderd bedrijven gekozen voor Nederland, meldde het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) maandag. Het zijn vooral financiële instellingen en mediabedrijven die alvast hun licenties veiligstellen.

Dat indrukwekkende getal – honderd bedrijven – vertelt twee verhalen. Een eerste is dat het NFIA, het internationale netwerk van koopman-ambassadeurs van Economische Zaken, zijn werk goed verstaat. De lobbyclub moet namens de regering buitenlandse bedrijven verleiden te investeren in Nederland. In Engeland zijn sinds juni 2016 nogal wat bedrijven te verleiden. Af en toe een tussenstand melden van het aantal veroveringen is onderdeel van de strategie.

Maar wie komen er? Het NFIA meldt er zes bij naam, mediabedrijven, verzekeraars, financiële instellingen, onder andere tv-producent Discovery, mediabedrijf Bloomberg en de Japanse bank Norinchukin. Ook IT-bedrijven en farmaceuten, in het kielzog van medicijnagentschap EMA, maken de stap, zegt een woordvoerder. Een lijst kan hij niet geven, de meeste bedrijven geven er liever geen ruchtbaarheid aan.

Bescheiden

‘Kiezen voor Nederland’ betekent vooralsnog het openen van een bescheiden kantoor, veelal in Amsterdam, om ongestoord te kunnen blijven handelen op de Europese financiële markten of programma’s te kunnen blijven uitzenden op Europese kanalen. Het gaat niet om verhuizen, wel om uitbreiden, voor het geval dat. UK P&I Club bijvoorbeeld, verzekeraar van schepen, streek dit voorjaar neer in Rotterdam met een directie van drie plus ondersteunend personeel. Van een echte brexodus is nog geen sprake.

Dan het tweede verhaal: hoewel nog niet heel indrukwekkend, betreft het geen lijst van brievenbusfirma’s. Het NFIA hanteert een ondergrens, zegt de woordvoerder: bedrijven die Nederlandse ondersteuning willen, moeten met minimaal vijf mensen verkassen en 1 miljoen euro investeren. De zestig bedrijven die de afgelopen twee jaar kwamen namen 2.500 mensen mee. Wat de veertig bedrijven van dit jaar opleverden, is nog niet duidelijk.

Maakbedrijven

Na deze eerste ‘verkenners’ zullen ook maakbedrijven volgen, voorspelt Steven Brakman, hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Amerikaanse bedrijven die via Groot-Brittannië toegang tot Europa kregen, zullen ‘een stapje verder springen’. Als Brexit doorgaat, zullen bedrijven ook hun productie verplaatsen om ‘de hele Europese markt te kunnen bestrijken’.

Britten die een BV willen opzetten, kunnen terecht bij Edo Smid van advocatenkantoor Wintertaling. ‘Echte productiebedrijven, logistiek, distributiecentra, daar zien we beweging ontstaan.’ Het blijft niet bij aftasten, zegt hij, kijk naar de Schotten die een veerdienst naar de Eemshaven willen openen.

Wellicht sprak Johnson over zijn eigen lot dat is verbonden aan het succesvol uitvoeren van Brexit, hij heeft nog twee maanden. Slaagt hij, dan kan de NFIA echt aan de bak. Ja, zegt de woordvoerder, een draaiboek met taakverdeling ligt klaar.