Hof beslist over 'apartheid' Israël
Apartheid in Israël? Twee Arabisch-Israëlische parlementsleden en een Arabische partij mogen van de kiescommissie niet meedoen aan de parlementsverkiezingen van 28 januari....
Het Israëlische democratische bestel staat sinds gisteren terecht voor het Hooggerechtshof in Jeruzalem. Deze week nog wordt een uitspraak verwacht over een beslissing van de kiescommissie om twee Arabische parlementsleden en een Arabische partij uit te sluiten van de verkiezingen op 28 januari en om een joodse extremist te laten deelnemen.
Linkse groeperingen in Israël hebben de beslissingen van de kiescommissie al 'apartheid' genoemd; Arabische parlementsleden die de intifada steunen en zich vaak extreem-kritisch over het regeringsbeleid en over de aard van het land uitlaten mogen niet meedoen, terwijl een joodse extremist tegen wie een onderzoek loopt vanwege het aanzetten tot haat wel kandidaat mag zijn.
Het lijkt duidelijk dat de commissie, die bestaat uit wat een commentator laatdunkend 'tweederangs parlementsleden' noemde, vooral op politieke en niet op juridische gronden heeft gehandeld. De beslissingen gingen in tegen de aanbeveling van zowel de procureur-generaal als de voorzitter van de kiescommissie zelf, die een rechter is van het Hooggerechtshof.
Beiden waren van mening dat Baruch Marzel, een voormalig leider van de vanwege racisme verboden joodse Kach-partij, niet zou mogen meedoen. Marzel staat op de lijst van een andere extreem-rechtse partij en zegt tot inkeer te zijn gekomen. Hij is echter nog steeds overduidelijk de leider van de verboden beweging.
De uitsluiting van het Arabisch-Israëlische parlementslid Ahmed Tibi ging eveneens in tegen de aanbeveling van beide juristen. Tibi staat op de lijst van de gemengd Arabisch-joodse linkse Hadash-partij. Hij heeft volgens de meerderheid in de kiescommissie aangezet tot geweld door de intifada te steunen. Tibi zegt slechts een niet-gewelddadig volksprotest te steunen.
Het derde geval voor het Hooggerechtshof ligt nog gecompliceerder. Azmi Bishara, de leider van de Balad-partij, is het meest uigesproken en controversiële Arabische lid van de Knesset. Hij staat terecht vanwege het aanzetten tot geweld. Hij zou de Palestijnen hebben aangemoedigd het voorbeeld van de Libanese Hezbollah-beweging te volgen en de Israëli's met geweld te bestrijden.
De procureur-generaal steunt het uitsluiten van Bishara wel, onder meer omdat het parlementslid tegen het 'joodse karakter' van de staat zou zijn. Het is sinds kort mogelijk kandidaten die tegen het bestaan van Israël als joodse staat zijn, van verkiezingen uit te sluiten. Het hoofd van de kiescommissie is het echter niet eens met de maatregel tegen Bishara.
Het is in meer westerse landen mogelijk om kandidaten uit te sluiten die oproepen tot geweld of aanzetten tot haat. In Israël is het slechts enkele keren voorgekomen dat een partij verboden werd: één keer gebeurde dat in de jaren zestig met een 'subversieve' Arabische partij, en later in de jaren tachtig met de joods-extremistische Kach-beweging.
Het is nog mogelijk dat het Hooggerechtshof alle beslissingen van de kiescommissie terugdraait. Een Israëlische politicoloog schreef echter: 'De schade is al aangericht.' Het politieke bestel heeft zeker in de ogen van veel Arabische burgers aangetoond dat het zichzelf niet meer kan reguleren. Het vertrouwen in het democratische gehalte van het systeem is al beschadigd.
Volgens een opiniepeiling kan de affaire leiden tot een lagere opkomst onder de Arabische-Israëli's, of zelfs een gedeeltelijke boycot. Daarbij zouden twee Arabische zetels verloren kunnen gaan, hetgeen een klap betekent voor het linkse blok.