HOE WORD IK SURINAMER

De in Amsterdam opgegroeide journalist Iwan Brave keerde onlangs terug in zijn geboorteland Suriname. WEEK 8..

IWAN BRAVE

Dagelijks verbaas ik me in Suriname. De straatverkoper van leren sieraden, met wie ik inmiddels bevriend ben, hielp me weer eens uit de droom. We zagen een mooi 19-jarig meisje passeren en m'n vriend wist me te vertellen dat ze al drie kinderen heeft en die in haar eentje opvoedt. 'Dit is Zuid-Amerika, dit is geen Europa', voegt hij er lachend aan toe. Het was sowieso goed dat hij me wakker schreeuwde. Omdat er in Suriname Nederlands wordt gesproken en we elke dag 'het overzicht en de commentaren van de Nederlandse ochtendbladen' via Radio Nederland voorgeschoteld krijgen, wil ik me wel eens in een tropische provincie van Nederland wanen.

'Wij zijn echt laat. Voor dertigers tonen wij hier afwijkend gedrag', zei een vriend me. Een jaar geleden keerde ook hij het individualistische Nederland de rug toe. Wij concludeerden dat we laat zijn omdat we nog geen kinderen hebben.

Ik ontmoet hier veel twintigers. Door hun vlotte voorkomen ben ik geneigd ze te zien als tijdgenoten die opgegroeid zijn onder dezelfde maatschappelijke omstandigheden. Maar tot mijn verrassing blijk ik later vaak met een vader of moeder van een aantal kinderen van doen te hebben. Verontrustend vind ik het grote aantal jonge Creoolse moeders die er alleen voor staan. Ooit was ik zelf het vierde kind van een 21-jarige alleenstaande vrouw. Kennelijk is er na dertig jaar weinig terecht gekomen van een meer gezinsconstructieve traditie binnen de Creoolse gemeenschap.

Een beetje grieperig reis ik het weekend naar het stadje Albina, gelegen aan de Marowijnerivier in het noord-oosten. Ooit was dit hét vakantieoord van internationale allure, vanwege de stranden met wit zand, afgezet met palmbomen. In 1986 werd Albina het 'centrum van de binnenlandse oorlog' tussen het Nationale Leger en het rebellerende Jungle Commando. Wat overbleef, was een spookstad vol ruïnes. De stranden raakten zwaar vervuild met afval en dienden vooral als smokkelhaven van goederen naar het Frans-Guyanese Saint Laurent aan de overkant.

Nu, tien jaar later - tijdens het 150-jarige bestaan - wordt er een megafestival georganiseerd. Het festival is bedoeld als aanzet tot de wederopstanding van Albina. Ter gelegenheid daarvan is een kilometer strand grondig schoongemaakt en wordt enigszins duidelijk hoe heerlijk het toeven moet zijn geweest in Albina.

De organisatie van het festival is in handen van jonge Surinamers. Zij dromen en geloven dat Suriname de potentie heeft het 'Monaco van Zuid-Amerika' te worden. Op een avond, als het stortregent en aanhoudend bliksemt, bevind ik me met een van de organisatoren in een kamer van een eveneens vervallen hotel. We doen ons te goed aan sigaretten en bier. Ik zit op een stoel. Zij ligt met haar zoontje in bed en staart dromerig naar het plafond.

Melancholische soulmuziek over verloren liefdes vult de kale kamer. Heimwee overvalt me en ik heb het gevoel mezelf verbannen te hebben. Opeens veert ze op en loopt naar een fles drank waar kruiden in zitten. 'Wil je bitter?' Ze reikt me even later het glas aan waaruit ze met volle teugen heeft gedronken. Zoals met zo veel zaken in Suriname, stel ik me er voor open en neem een flinke slok. Het vocht smaakt zo bitter dat het uitdagend is.

'Het spoelt je helemaal schoon van binnen', zegt ze en gaat weer op het bed liggen. Ze is mollig, bijna dik, en aantrekkelijk door de sexy zekerheid die ze uitstraalt. Haar haar is kort en zwart evenals haar broekje, waaruit weelderige dijen steken. Ik vraag of ze dat spul vaak drinkt. 'Natuurlijk, anders kun je geen vijf kinderen baren.' Ze schaterlacht met een ordinair ondertoontje en legt daarbij een gouden tand bloot. Ze vertelt dat als ze veel geld heeft, ze een huis wil laten bouwen en nog vijf kinderen wil, en een lieve man.

'Heb je die niet dan?' vraag ik. 'Nee. Ik heb hem weggestuurd. Hij was te stout en een man moet dat niet zijn.' 'Hoe stout was hij dan?', vraag ik. 'Kijk, als ik een man heb, dan wil ik dat hij altijd respect voor mij heeft. Dat wil ik ook naar hem toe, maar als ik dat verlies, stuur ik hem weg.'

Als ik vraag wanneer ze het respect voor hem verloor, zegt ze tegen haar zoontje: 'Ga naar Oom Frank, laat me praten.' Gedwee staat het jongetje op. Hij doet me denken aan mijn eigen kinderjaren; het veld moeten ruimen omdat volwassenen willen praten, is voor mij zo herkenbaar. Als hij de deur achter zich dichttrekt, krijg ik eindelijk te horen waarover die volwassenen in mijn jeugd zoal spraken.

'Op een feest zei een buurvrouw tegen me dat mijn man ergens bij iemand was gesignaleerd', vervolgt ze haar verhaal. 'Laat maar zitten, dacht ik, misschien is het de buurvrouw zelf wel die mijn man wil. Ik zei: 'Ik wil niet met mijn oren horen, maar met mijn ogen zien.' Op een gegeven moment was hij zoek op het feestje. Ik heb overal gekeken. Toen ben ik naar adres gegaan dat de buurvrouw noemde. Hij naakt, zij naakt. Toen ze me hoorden, deden ze het licht uit. Het ging weer aan toen ik wegliep en zij verder gingen met hetgeen ik onderbrak.'

'Dat is nogal een probleem hier, hè?', zeg ik om maar iets te zeggen. Ze kijkt op en schaterlacht weer. 'Probleem? Nee hoor, ik vind het niet erg. Ik heb nu mijn vrijheid. Ik mocht niets van hem, niet eens een keer uit, terwijl hij altijd weg was.'

Het weekend daarop, als het festival volop bruist, brengt de zangeres van de formatie Near Creation in een strak zittende broek het zwoele bubblingnummer Weakness for swre. Subtiel en opwindend beweegt ze haar onderlichaam. Pal naast haar leveren twee flinke blote billen het echte vuurwerk. De billen - slechts gescheiden door een string - staan als een draaiende volle maan naar het publiek gericht. Als de danseres omkijkt, blijkt die lach met gouden tand tot mijn verrassing maar van één persoon te kunnen zijn.

Als ik haar na het optreden op het terrein tegenkom, zeg ik: 'Ik heb je zien dansen.' Weer die schaterlach. 'Ja toch, dansen is mijn vrijheid. Ik ben gesteld op mijn vrijheid en daar hield mijn man niet van.' Trots en zelfverzekerd loopt ze door. Haar billen die uit de hotpants puilen, lijken een regelrechte provocatie van de opvatting dat ze er als een dame bij moet lopen in een macho-cultuur, waar voor haar beleving een heer vast een zeldzaamheid is.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden