Ter RedactieNederland in Gesprek
‘Hoe vaak gebeurt het nou dat je een onbekende ontmoet, die heel anders denkt over maatschappelijke thema’s?’
Filterbubbels doorprikken en mensen weer écht met elkaar laten praten, dat is het doel van het ambitieuze Volkskrant-project Nederland in Gesprek. Redacteuren Yves Leroi en Jasper Veenstra vertellen wat ze zo bijzonder vinden aan dit project.
Vijfduizend mensen hebben zich inmiddels aangemeld voor ‘Nederland in Gesprek’ en daar zijn Leroi en Veenstra behoorlijk verguld mee, vertellen ze. Leroi: ‘Ons doel was duizend inschrijvingen. Dat hadden we na twee dagen al gehaald. Ik vind het ongelooflijk hoeveel mensen zich aanmelden, dan zie je toch dat dit onderwerp leeft.’
Het concept is bedacht door het Duitse weekblad Die Zeit, dat sinds 2017 jaarlijks ‘Deutschland spricht’ organiseert. Het blad heeft inmiddels een internationale tak opgezet, ‘Europe Talks’, waarmee het andere Europese media stimuleert eenzelfde project in eigen land op te starten.
Waren jullie nerveus over de aanmeldingen?
Veenstra: ‘Je weet het natuurlijk niet. In Duitsland, waar ze dit al een aantal jaar doen, is het succesvol en hebben ze elk jaar duizenden koppels. In sommige andere landen is het klein gebleven met misschien een paar honderd mensen.’
Spannend, iemand ontmoeten die heel anders denkt over maatschappelijke thema’s.
Leroi: ‘Dat zeggen veel deelnemers ja, en dat kan ik me goed voorstellen. Je weet toch niet wie er tegenover je wordt gezet. Maar dat is ook het leuke, denk ik. Hoe vaak gebeurt het nou dat je op zo’n manier een onbekende ontmoet?’
Hoe vaak heeft u nog een gesprek met iemand met een andere mening dan uzelf? Met ‘Nederland in gesprek’ wil de Volkskrant de dialoog weer op gang brengen. Lees hier over het project en meld u aan om mee te doen.
Waarom organiseert de Volkskrant dit?
Leroi: ‘Het is een project waarmee je een kloof wil overbruggen, waarmee je begrip wil kweken aan beide kanten van een spectrum. Ik denk dat we dit continu willen doen bij de Volkskrant. We willen laten zien dat de waarheid niet alleen ligt bij mensen die hard roepen, maar ook bij mensen die naar elkaar luisteren.’
Veenstra: ‘We willen niet alleen vertellen wat er is gebeurd, maar mensen zelf laten nadenken en stimuleren om met elkaar in discussie te gaan.
Leroi: ‘Jasper en ik werken allebei op de webredactie. Daar heb je veel te maken met hoe discussies op sociale media verlopen. Je ziet twee kampen ontstaan, dat is volgens mij niet bevorderlijk voor het land. Ik denk dat wij als medium ook een morele taak hebben om mensen te helpen in contact te blijven met elkaar en naar elkaar te luisteren.’
Veenstra: ‘Soms zeggen mensen bij het aanmelden wel: als jullie dit als Volkskrant organiseren, zullen er vooral veel dezelfde mensen op af komen.’
En, hebben veel mensen die zich aanmelden dezelfde mening?
Veenstra: ‘We hebben nog geen officiële data-analyse gedaan, maar we zien juist heel verschillend ingevulde vragenlijsten. Ik vond dat er juist opvallend veel variatie in zat.’
Leroi: ‘Ik denk dat er veel verschillende Volkskrant-lezers zijn. Bovendien is een abonnement geen vereiste om mee te mogen doen.’
Veenstra: ‘We vragen onder andere naar het beroep van de deelnemers en je ziet dat de meeste mensen die meedoen hoger opgeleid zijn. In de eerste week waren de mensen die zich inschreven over het algemeen wat ouder. Maar nadat we het gesprek tussen Haroon Ali en Ali B publiceerden (waarin ze discussieerden over het gebruik van het woord ‘flikker’, red.), meldden juist veel twintigers en dertigers zich aan.’
Leroi: ‘Ik vond dat een fijn stuk om te lezen. Het leek alsof ze lijnrecht tegenover elkaar stonden, maar uiteindelijk zag je dat dat erg meeviel. Wat je goed kon zien, is dat de opzet van het project niet is om de ander te overtuigen van je gelijk. Het gaat erom dat je begrip krijgt voor elkaars standpunt.’
Wat hopen jullie dat hier uitkomt?
Veenstra: ‘Na afloop gaan we mensen vragen hoe de gesprekken verliepen. Ik ben benieuwd of mensen echt tot nieuwe inzichten zijn gekomen. Maar in zekere zin is het nu al geslaagd door het enthousiasme onder de deelnemers. Ik hoop dat dat blijft als die gesprekken plaatsvinden.’
Leroi: ‘Laten zien dat zoveel mensen hiervoor openstaan, is volgens mij het belangrijkste wat je in deze tijd kunt bereiken.’
Veenstra: ‘Als ik zie hoe gretig dit aftrek vindt, denk ik: misschien moeten we veel vaker dit soort dingen doen als medium.’
U kunt zich nog tot 18 oktober aanmelden voor Nederland in Gesprek. Meld u aan door de vragen hieronder te beantwoorden.
