Hoe oud we worden hangt grotendeels af van onze leefstijl
Oud worden is 25 procent erfelijk, 75 procent afhankelijk van leefstijl en omgeving.
Een lang en gezond leven. Door iedereen gewenst, niet voor iedereen weggelegd. De levensverwachting van de mens is de afgelopen twee eeuwen spectaculair toegenomen, maar er bestaan grote verschillen als het gaat om veroudering. De een is versleten op zijn 60ste, de ander viert zijn 90ste verjaardag als fitte bejaarde. In de zoektocht naar de sleutel voor het bereiken van een hoge leeftijd zijn het afgelopen jaar waardevolle resultaten behaald.
Hoe oud iemand wordt, is in het algemeen voor 25 procent erfelijk bepaald. Leefstijl en omgeving zijn voor 75 procent verantwoordelijk. Niet alleen de levensverwachting is voor een deel genetisch bepaald, ook de kans op ouderdomsziekten als dementie, suikerziekte, artrose en hart- en vaatziekten wordt deels gedicteerd door de genetica.
Bij personen die een uitzonderlijk hoge leeftijd bereiken, neemt de invloed van erfelijkheid toe. Kinderen van hoogbejaarden blijken langer en gezonder te leven dan hun partners, ook als ze er dezelfde levensstijl op nahouden. Ze hebben vanaf middelbare leeftijd een lagere kans op allerlei aandoeningen, vooral op kwalen die met de stofwisseling te maken hebben.
Schakelaar
'Het antwoord op de vraag hoe iemand gezond oud kan worden, moeten we zoeken bij langlevende families. Zij hebben het antwoord van nature bij zich', zegt Eline Slagboom, hoogleraar moleculaire epidemiologie bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). 'Je wilt onderzoeken hoe je mensen die niet van zichzelf lang leven, kunt stimuleren gezond oud te worden.' In 2014 zijn diverse studies gepubliceerd die de wetenschap een stapje dichter bij de bronnen van een gezond en lang leven hebben gebracht.
Het Netherlands Consortium for Healthy Ageing vergeleek het erfelijk materiaal van 20 duizend Europese 85-plussers met dat van 75 duizend jongere personen. Uit dit grootschalige genetisch onderzoek bleek dat mensen met een dna-variant op chromosoom 5 die samenhangt met een lagere bloeddruk, 10 procent meer kans hebben om ouder dan 90 te worden dan degenen die deze variant niet bezitten. De ontdekking geeft volgens Slagboom aan hoezeer het van belang is een hoge bloeddruk te voorkomen.
Slagboom: 'Het gaat om een stuk dna waar een hoofdregulator ligt, een soort schakelaar die groepen genen aanstuurt. Je moet heel wat genen in een gunstige stand zetten, wil je erg lang leven. Door de mutatie van één gen kunnen we wel ziek worden, maar door de mutatie van één gen kun je geen 100 jaar oud worden.'
Dna-aanpassing in de baarmoeder
De dna-variant op chromosoom 5 is de tweede belangrijke variatie die invloed blijkt te hebben op de levensduur. Eerder was al ontdekt dat het zogeheten APOE-gen een grote rol speelt. Dit gen beïnvloedt de vethuishouding, het geheugen en het risico op dementie. De gunstige variant (APOE-2) beschermt tegen dementie, de ongunstige (APOE-4) verhoogt de kans op deze ziekte juist aanzienlijk.
Dit jaar is ook meer duidelijk geworden over de relatie tussen de vroege ontwikkeling van de mens en zijn gezondheid in een latere levensfase. Onderzoekers van het LUMC, Columbia University en Harvard University stelden vast dat de groeigenen van kinderen die zijn verwekt tijdens de Hongerwinter voor de rest van hun leven anders zijn ingesteld dan die van broers en zussen die eerder of later zijn geboren. Een bijwerking van deze dna-aanpassing, die zich voordoet in de baarmoeder, is een stofwisseling die ongunstig is ingesteld voor het volwassen leven zonder voedseltekort. De veranderde afstelling van de genen hangt samen met een hogere cholesterolspiegel in het bloed bij 60-jarigen. Uit eerder onderzoek was al bekend dat deze kinderen later een groter risico lopen op suikerziekte en schizofrenie.
Stress en artrose
In samenwerking met andere instituten in Europa toonden LUMC-onderzoekers verder aan dat er mogelijk een verband bestaat tussen stress in het vroege leven en de verouderingsziekte artrose. Genen die de kans op artrose verhogen, spelen een cruciale rol bij de vroege ontwikkeling van het skelet. Kikkers die vroeg in hun leven worden blootgesteld aan stresshormonen krijgen later een afwijkende regulatie van de artrose-genen. 'Die genen staan 'aan' bij de skeletontwikkeling en als het kraakbeen is gevormd gaan ze 'uit'. Je ziet dat er in de loop van het leven iets ontspoort, dat die genen toch weer 'aan' gaan staan en kunnen bijdragen aan het artrose-proces', zegt Slagboom.
Dat genetische aanleg en vroege ontwikkeling - 'de omgeving begint al in de baarmoeder' - invloed hebben op levensduur en gezondheid betekent volgens Slagboom niet dat zestigers zich maar moeten neerleggen bij elk ouderdomsverschijnsel. 'Ze kunnen ingrijpen. Veel zestigers zouden hun leefstijl moeten veranderen. Ze worden al gezonder als ze een paar maanden wat meer bewegen en wat minder eten. Daar hebben ze wat aan. Ze slapen beter en ze voelen zich optimistischer.'