Column
Hoe mijn bos werd geasfalteerd en 'Van Gogh National Park' gaat heten
Een kanshebber voor het 'mooiste natuurgebied van Nederland', de verkiezing van het ministerie van Economische Zaken, ligt rond het dorp waar ik opgroeide maar de weg kwijtraakte, omdat daar een snelweg is aangelegd.
Onder het asfalt van de A50 tussen Eindhoven en Nijmegen groeven mijn vriendinnen en ik valkuilen. Oefenden we zoenen op elkaar, bwèk, veegden we monden af aan zanderige mouwen, klommen we onder bruggen over de beek, ondersteboven 'als commando's'. En de geur van dennenhars. Er was niemand, in de jaren zeventig, wij speelden ver buiten het bereik van eeuwigdurend rokende en sherry drinkende moeders. Het bos was van ons.
Nu moet dat allemaal opeens 'Van Gogh National Park' gaat heten en toeristen uit Amsterdam naar Brabant trekken. Een half uur verderop, in Oisterwijk, is de sympathieke boswachter Frans Kapteijns tot 'ambassadeur' benoemd: hij zoekt alvast een plastic oor van twee meter, voor 'ludieke actiemomenten'.
Van Gogh National Park krijgt veel steun in Midden-Brabant, van provincie tot de boeren, die zich trouwens Agrifood Capital gingen noemen ('Sowing innovation, harvesting the future'). Het gaat om de laatste natuur die in booming Brabant over bleef: Loonse en Drunense Duinen, Het Groene Woud, de Kampina. Goed voor 'honderden kilometers ononderbroken' wandelen, jubelt de website van Van Gogh National Park.
Dat kán helemaal niet meer, mopper ik tegen boswachter Frans. Want er liggen dus overal nieuwe wegen!
Klopt, zegt Frans. Daarom willen ze 'nieuwe verbindingszones'. Te betalen van 300 duizend euro prijzengeld, 'als we winnen'.
Van Gogh National Park: natuur van Waalwijk tot Nuenen, waar de schilder woonde. Vroeger had je in het slome Nuenen één bescheiden beeldje van Vincent en dat was het wel. Nu heet het daar 'Van Gogh Village' en staat tegenover cafetaria 'De aardappeleters' een bezoekerscentrum met prijzige kwaliteitssouvenirs en de naam 'Vincentre'. Naast Van Goghs beeldje kwam nog een plomp gebeeldhouwde replica van 'De aardappeleters' te staan, met een extra stoel, waarop toeristen selfies mogen nemen.
Met boswachter Frans praat ik een half uur verderop, in Oisterwijk, in het glanzende bezoekerscentrum Groot Speyck van Natuurmonumenten, waar je ingewikkelde thee kunt drinken op designstoelen met imitatieschapenvacht. De loopbaan van Frans (63) weerspiegelt de natuurbeleving in Nederland. Hij begon bij 'De Kleine Aarde' in Boxtel, het eerste centrum voor duurzaamheid, in 1972 opgericht na het onrustbarende milieurapport Grenzen aan de Groei van de club van Rome. Zijn geitenwollensokkentijd. Achttien jaar later werd hij boswachter bij het private Natuurmonumenten, dat intussen 100.000 hectare Nederlands natuurgebied beheert.
Vroeger hield hij lezingen, maar dan kwam alleen 'de groene kerk', zegt Frans. Nu wint hij zieltjes, Frans ging 'de communicatierol pakken'.
Frans heeft van alle Nederlandse boswachters de meeste volgers op twitter ('Elfduizend vijfhonderdvijftig, and still counting'). Zijn functie heet nu 'mediaboswachter'. Frans leidt ook boswachters op tot mediaboswachter, wat hem betreft worden álle boswachters mediaboswachter, want de toekomst van de Nederlandse natuur 'staat of valt met uitleggen en een verhaal'.
Van Gogh National Park is dat verhaal. Zodat het agrarisch landschap er weer een beetje gaat uitzien zoals in de tijd van Vincent, compleet met houtwallen en hooimijten ('Van Gogh beleven'). En toeristen logeren in Bed and Breakfasts bij de boer ('Sleeping with Van Gogh').
Ecoloog Patrick Jansen, hoofddocent aan de Universiteit Wageningen, leek in deze krant dus terecht te vrezen dat de nationale parken nationale pretparken worden 'met teveel aandacht voor recreatie en te weinig voor natuurbehoud'. Maar veel natuurbehoud dríjft allang op recreatie, pareert mediaboswachter Frans: 'Get used to it'.
Neem de ecologische hoofdstructuur. Frans zegt bijna gapend traag 'e-co-lo-gi-sche-hoofd-struc-tuur', om als mediaboswachter 'even goed neer te zetten' hoe slecht dat bekt. Geen wonder dat die door staatssecretaris Henk Bleker kapot is bezuinigd. 'Nationaal natuurnetwerk', dat bekt véél beter, weet Frans. Zo noemen ze het dus in Brabant. Waar de provincie niet toevallig besloot het verbinden van natuurgebieden ook ná Blekers bezuinigingen te blijven financieren. 'Want als je twee gebieden hebt van 5.000 hectare zonder ze te verbinden, dan gaan die gebieden nog steeds gewoon dood.'
Dat is het oude verhaal van het nieuwe Van Gogh National Park. De mediaboswachter weet het alleen maar beter te verkopen. Als 'een landschappelijk en cultureel icoon op de Europese Van Gogh- kaart'. Voor minder wandelen we straks niet meer.
Reageren? m.oostveen@volkskrant.nl