Column

Hoe het midden moet reageren op het populisme

Met de veroordeling van Geert Wilders, en zijn reactie daarop met een frontale aanval op de 'wereldvreemde elite van politici, rechters en journalisten die ons land al zolang schaden', is het spel op de wagen.

René Cuperus
null Beeld anp
Beeld anp

Het Nederlands rechts-populisme ligt op ramkoers met de gevestigde orde. Het doet dat ook nog eens vanuit een leidende positie in de peilingen. Wilders zegt de nieuwe premier te willen worden en 'Nederland weer terug te willen geven aan de Nederlanders'.

Twee dingen zijn op voorhand duidelijk. Deze aanval op 'het establishment' zal zich niet beperken tot een enkele verkiezingscampagne, maar is een fenomeen van lange adem. Na de verkiezingen van 15 maart is het niet voorbij. Deze anti-establishmentrevolte wordt veroorzaakt door dieper liggende scheidslijnen in onze samenleving. Dat maakt zich blindstaren op Nederland of de persoon van Wilders ook weinig zinvol. We hebben hier te maken met een Europees, zo niet mondiaal, fenomeen.

De 'niet-populisten', de gevestigde partijen, de mensen die met name in de grotere steden wonen (meer dan de helft van de bevolking) en zichzelf opeens tot het establishment gerekend zien: hoe moeten zij omgaan met de populistische tsunami?

Er zijn, grofweg, drie manieren om op de populistische uitdaging te reageren. De eerste, en meest voorkomende, is de reactie van probleemontkenning en demonisering van populisme. Dit zijn mensen die kritiekloos de neoliberale en multiculturele status quo verdedigen. Zij zien in het populisme louter een gevaarlijke ondermijning van de gevestigde orde. Een opstand van de onderbuik, van feitenvrije domheid, ja van het pseudo-fascisme.

Ik kom tegenwoordig geregeld in gezelschappen waar zo'n weerzin tegen het populisme bestaat, dat men het algemeen kiesrecht ter discussie stelt (vaak via de band van het referendum), en flirt met het idee van examenkiesrecht. De volksmassa zou te feitenvrij en ongeïnformeerd zijn om zomaar te mogen stemmen in onze 'diplomademocratie'. Grondtoon: populisme is de opstand van de deplorables en beter opgeleide mensen zijn ook moreel betere mensen.

De tweede reactie is een vergaande aanpassing aan het wereldbeeld en de demagogie van het rechts-populisme. Men neemt het zwartwit-beeld over van elite versus volk, omhelst een eigen-volk-eerst-nationalisme, demoniseert de Europese Unie en schuift mee op een essentialistische anti-islam retoriek.

Men is verder onkritisch over autoritaire en anti-rechtstatelijke tendensen in het rechts-populisme, en lapt de bestuurlijke onrealiseerbaarheid van het populistisch anti-programma aan zijn laars. In Oostenrijk werd dit wel aangeduid met Verhaiderung: zich vergaand aanpassen aan het programma en de stijl van Jörg Haider, de eens succesvolle populistische leider.

Een derde reactie zou mijn voorkeur hebben: duidelijke grenzen stellen, gecombineerd met zelfkritiek. Daar waar het populisme over de schreef gaat dit hard bestrijden en veroordelen, maar tegelijk de diepere oorzaken van het populisme zeer serieus nemen. Populisme kan men uiteindelijk het beste overbodig maken, door iets te doen aan de achtergronden.

De gevestigde politiek zal zich nog gevoeliger moeten tonen voor de pijnpunten waarop het rechts-populisme teert en floreert - eliteproject Europa, integratieproblemen en de radicale islam. Maar evenzeer voor de economische onzekerheden die onze globaliserende wereld blijkt op te roepen bij grote groepen burgers. Tot op zekere hoogte zijn de EU en de migratiekwestie een projectiescherm van die diepere zorgen. En veel van die zorgen zijn reëel.

De gevestigde partijen zullen zelfkritisch moeten omgaan met de ongelijkheden en onzekerheden die de samenleving de afgelopen decennia uit elkaar hebben gedreven. Rechts zal het bedrijfsleven onder druk moeten zetten om economische zekerheid te herstellen ten koste van hyperflexibilisering.

Links zal de sociale zekerheid van de verzorgingsstaat moeten herstellen. Opnieuw vangnet, geen martelwerktuig. Samen zullen ze culturele onzekerheid en globaliseringsangst moeten dempen.

De Nederlandse consensusdemocratie, die rare polderende overlegsamenleving, is het enig mogelijke antwoord op de splijtende krachten van het Wilders-populisme. Liefst en bij voorkeur met integratie op termijn van de PVV (en Denk) in die consensusdemocratie.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden