Hoe het Hurt
Wallen, diepe groeven, 'laat-maar-waaien-baard' en inmiddels al 74. Toch speelt de Brit John Hurt in een van de hipste sciencefictionfilms van dit moment.
'Ik tweet.' Acteur John Hurt spreekt het uit alsof hij het fenomeen niet helemaal serieus neemt. Hij rekt de 'ee' zo dat het wat ironisch krijgt. Facebooken doet hij niet, vertelde hij even eerder (met opgetrokken wenkbrauwen: 'Waarom zou ik? Ik ben dol op mijn privacy'), maar Twitter heeft hij wel ontdekt, al laat hij de fysieke daad aan anderen over. Gisteravond nog, bij de première van Snowpiercer, twitterde hij via @WithJohnHurt een foto van zichzelf terwijl hij aan het videochatten is met regisseur Bong Joon-Ho via een mobiele telefoon.
'Zoiets is goed voor de publiciteit rond de film. Natuurlijk! Als je veel volgers hebt die je ook nog eens retweeten, heb je een nieuw soort publiciteit, dat in geen ander tijdperk mogelijk was. Het zou nogal dom zijn daar geen gebruik van te maken.'
Na een gesprek van 25 minuten met Hurt wekt dit nauwelijks nog verbazing. Maar eerder, toen hij de non-descripte vergaderzaal in Berlijn binnenwandelde, zag de 74-jarige acteur eruit als zo'n man die met het verglijden van de jaren de wereld niet meer zo hoeft bij te benen. Been there, done that. Hij mag dan spelen in een van de hipste sciencefictionfilms van dit moment, maar bij de tijd? Nee.
Tot hij zijn mond opendoet.
Misleidend zijn die wallen onder zijn ogen, de groeven in zijn gezicht, vaak toegedicht aan een inmiddels overwonnen alcoholverslaving. En aan de dood van de vrouw die zijn echtgenote had moeten worden, maar die in 1983 tijdens een gezamenlijk paardrijritje viel en overleed. Maar het ligt misschien wel meer aan die rommelige laat-maar-waaien-baard, die hem iets zenmeester-achtigs geeft. Een van de aanwezige journalisten durft het wat aarzelend 'dramatisch' te noemen aan het begin van het gesprek.
Hurt lacht erom.
'Ik heb hem gebruikt voor wat films. En ik heb hem laten staan uit ijdelheid, eerlijk gezegd. Een vreemd soort ijdelheid, kun je zeggen.'
Snowpiercer is een van die films waarvoor Hurt zijn baard liet staan, waarschijnlijk omdat scheermesjes in dat verhaal een luxe zijn. In de sf-film heeft een nieuwe ijstijd bijna de complete mensheid weggevaagd, op één groep na, die leeft in een voortdurend rondracende trein. Daar heeft zich inmiddels een minimaatschappij gevormd, compleet met bezitters en bezitlozen. Hurt speelt de oude Gilliam, een soort geestelijk leider van de laatste groep.
Hurt kwam in de Koreaanse blockbuster terecht door een omtmoeting met regisseur Bong Joon-Ho in Londen. Hij had nog nooit een film van de Zuid-Koreaan gezien. 'Het was liefde op het eerste gezicht, eerlijk gezegd. Ik kreeg meteen het gevoel dat er veel onder de oppervlakte zat. Toen zag ik Mother (Bong Joon-Ho's voorlaatste film, red.) en dacht: daar hebben we het eerste bewijs. Maar het was in de eerste plaats een chemische reactie: het klikte.'
Daarbij kwam bovendien het script, voor Hurt altijd doorslaggevend. Hoewel hij liever speelt dan niet speelt ('Ik ben net een kind') pakt hij niet meer alles aan. 'Ik heb selectiecriteria die ik probeer toe te passen. Het belangrijkste is dat ik bij het lezen denk dat de film succesvol kan zijn op de punten waar die dat wil zijn. Het mooie daarvan is dat het een breed scala aan films mogelijk maakt: van komedie tot een intellectuele film, van drama tot tragedie.'
Een van die dingen die Snowpiercer ambieerde, zo zag Hurt, was politieke en filosofische dilemma's te verpakken in een flitsende blockbuster. 'De film wil op een prikkelende manier iets zeggen over overbevolking. Een onderwerp waarover je niet zo veel hoort, want er is geen humane manier om de bevolkingsgroei te beteugelen - of kan iemand hier aan tafel het me vertellen? 'Door van die trein een soort microcosmos te maken, is het mogelijk dat probleem onder een vergrootglas te leggen en de discussie te openen.'
De Engelsman John Hurt werkt inmiddels vijftig jaar in het filmvak. Hij is te zien in zo'n 150 producties, waaronder Alien (1979), de Harry Potter-serie, Hellboy (2004), V for Vendetta (2005) en Tinker Tailor Soldier Spy (2011). Hij werd genomineerd voor een Oscar voor zijn rol als junkie in Midnight Express (1978) en de mismaakte in The Elephant Man (1980). In die laatste film was hij onherkenbaar, vermomd onder een dikke laag prothesen; dankzij zijn lichaamstaal en zijn stem was hij hartverscheurend.
Als 9-jarige jongen in een Engels mijndorpje droomde hij al van een acteercarrière, maar zijn ouders lieten hem op zaterdagmiddag nooit naar filmvoorstellingen gaan. ''Lees toch een boek', zeiden ze. Het was toen ook nog een jonge kunstvorm hè? Moet je nagaan: meer dan de helft van de periode dat film bestaat, maak ik al films. Ik bedoel: ik ben oud, maar nog niet zo oud als Methusalem ofzo. Er zit maar honderd jaar tussen de eerste zwijgende film en nu. Dat is niets!
'Toen ik begon, kwamen de regisseurs naar de set met das en pak. Je moest 'meneer' tegen ze zeggen. En tegen de eerste cameraman ook. Er waren geen monitors, geen elektronische apparatuur. Tegenwoordig zie ik de regisseur zelden. Hij stond altijd naast de camera, kijkend. Het is een heel ander gevoel: soms mis ik het, dat de regisseur zo zichtbaar onderdeel is van het hele proces. Aan de andere kant: om zo in je eigen wereld te zitten, helpt misschien bij het moderne acteren.'
Hurt is niet het type acteur dat verdwijnt in zijn rollen, zoals bijvoorbeeld Daniel Day Lewis, een goede vriend. Maar een kameleon is hij wel. Hij was de wrede Caligula in de tv-serie I, Claudius én Ollivander in de Harry Potter-reeks, hij was de zot in King Lear en een professor in Hellboy.
Door zijn wat droeve blik werd hij omschreven als de ideale acteur voor slachtofferrollen, al beweren even veel mensen precies het omgekeerde. Perfect voor (charismatische) leiderfiguren, zoals de dictator in V for Vendetta of MI6-baas Control in Tinker Tailor Soldier Spy, of Gilliam in Snowpiercer. Zonder dat hij zijn lijf in de strijd kan gooien als overweldigende aanwezigheid: hij is 1 meter 75. 'Het is een van de cadeautjes van het acteursvak: de natuur zorgt ervoor dat je nooit een zelfde rol speelt.'
Misschien ligt de diversiteit ook aan zijn methode. Hurt doet niet aan methodacting, zoals veel van zijn Amerikaanse collega's die dag in, dag uit leven als hun personages. Zijn werkwijze is klassiek, zoals hij leerde op de Royal Academy of Dramatic Arts. 'Ik gebruik mijn fantasie. En misschien zien jullie soms overeenkomsten tussen de ene en de ander rol, maar voor mij zijn ze verschillend. Het zijn verschillende visies op de realiteit.'
Het is dus toeval dat hij de laatste tijd in zo veel surrealistische films te zien is over de apocalyps (Melancholia), over vampiers (Only Lovers Left Alive) , of nu in Snowpiercer.
'Je moet beseffen dat er niet zoiets als realiteit bestaat. Zeker niet als je een film maakt. Dat is immers waar het hele plezier in schuilt: dat je een realiteit creëert, het publiek daarin uitnodigt en dat je dan allemaal onderdeel wordt van die realiteit die je gemaakt hebt. Dát is het opwindende. En ja hoor, sommige van mijn films lijken nogal vergezocht, zoals deze, maar hij is daarmee niet minder 'echt' dan films die ik maakte over bestaande mensen.'
20 minuten eruit
Hoewel Snowpiercer een fenomenaal succes was in Korea, wilde producent Harvey Weinstein aanvankelijk 20 minuten uit de film knippen voor de Amerikaanse markt. Hurt was een van de felste tegenstanders, die zijn mening over hem ('een pestkop') niet onder stoelen of banken stak.
Op het filmfestival van Berlijn, waar de film te zien was, werd bekend dat-ie toch niet aangepast zou worden. 'De film zal erdoor in minder Amerikaanse bioscopen draaien, maar ik denk dat dat juist in ons voordeel kan werken. Ik betwijfel of een release in zeshonderd zalen goed is voor een film als deze.' Liever ziet Hurt de ouderwetse manier van uitbrengen: beginnen met een aantal zalen en dan langzaam uitbreiden als de film populair blijkt. Veel van Hurts films zijn op die manier groot geworden. 'Het is geen populair systeem meer; het openingsweekend is nu het moment dat het geld verdiend moet worden. Maar ik denk dat sommige films bij een andere uitbrengwijze gebaat zouden zijn.'
undefined