analyseferdinand grapperhaus
Hoe geloofwaardig zijn de coronaboetes nog na Grapperhaus’ bruiloft?
De beelden van de bruiloft van minister Grapperhaus doen nogal wat wenkbrauwen fronsen. Een boa had waarschijnlijk zijn bonnenboekje op zak gehouden. Maar of de minister overtreders nog aso’s durft te noemen?
Stel dat er een boa aanwezig was geweest bij de bruiloft van minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus: had die dan boetes uitgedeeld? Vrijwel zeker niet, zegt Ruud Kuin van de Nederlandse bond van boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren).
Vooropgesteld: het is niet handig wat de minister heeft gedaan, benadrukt Kuin. Maar de handhaafbaarheid van de anderhalve meter maatregel staat volgens hem al veel langer ter discussie.
Dat begon al bij de grote antiracismedemonstratie in Amsterdam waar ook niet voldoende afstand werd gehouden. ‘Terwijl horecaondernemers krampachtig bezig waren de regels te handhaven.’ Daarna kwamen de zomerse dagen met drukte in de winkelstraten, parken en pleinen.’
‘Toen was het helemaal niet meer te doen’, aldus Kuin. ‘Het is niet voor niets dat Amsterdam en Rotterdam een mondkapjesplicht invoerden. Omdat die anderhalve meter gewoon niet te doen was.’ De faux pas van Grapperhaus kan daar nog wel bij, zegt Kuin. ‘Dat is niet beslissend voor het feit dat het gezag weg is. Dat is wat ons betreft al langer gaande.’
Generaal pardon
Grapperhaus’ huwelijk houdt de gemoederen al dagen bezig. Boa’s klagen dat hun gezag op straat is aangetast, boze caféhouders mopperen dat zij duizenden euro’s boete krijgen, terwijl de minister vrijuit gaat. De advocaat van de zogenaamde ‘Schiedamse taartjeseters’ (die beboet werden omdat ze samen een gebakje aten) eist een generaal pardon voor alle coronaboetes.
Grapperhaus heeft inmiddels in alle toonaarden zijn excuses aangeboden. Daar neemt de Tweede Kamer geen genoegen mee. De kwestie zal waarschijnlijk nog deze week aan de orde komen tijdens een groot coronadebat. Een verzoek om een apart debat te houden over de bruiloft van de bewindsman kreeg niet voldoende steun in de Kamer.
Volgens de laatste inventarisatie van het Openbaar Ministerie (OM), in juli, zijn er de eerste drie maanden van de coronacrisis bijna 23 duizend boetes uitgedeeld. Dat heeft tot in ruim 15 duizend gevallen geleid tot een zogenaamde strafbeschikking. Ruim drieduizend mensen zijn daartegen in beroep gegaan.
Die zaken moeten de komende maanden voor de rechter komen. De eerste staat voor 28 september op de rol van de kantonrechter in Utrecht. Ook zijn er zittingen gepland op 5 oktober in Arnhem en op 8 oktober in Amsterdam. Het betreft hier vooral boetes op het overtreden van het verbod op samenkomsten.
Die boetes zijn aanvechtbaar, vindt Adriaan Wierenga, specialist noodrecht van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Niet omdat de minister nu ook in de fout is gegaan, maar omdat de regels op grond waarvan de boetes werden uitgedeeld onduidelijk en innerlijk tegenstrijdig waren.
Voor veel mensen was onduidelijk dat het (inmiddels opgeheven) verbod op samenkomsten van drie personen of meer ook gold als er voldoende afstand werd gehouden. Nogal wat mensen werden beboet terwijl ze zich van geen kwaad bewust waren.
Opperste handhaver
De zaak-Grapperhaus is van een andere orde: hier ging het om een overtreding van duidelijke regels die al maanden gelden. Om dit te gebruiken als een argument voor een generaal pardon gaat volgens Wierenga daarom niet op. De fout van een minister laat volgens de rechtsgeleerde de geldigheid van die regels onverlet. ‘Stel Grapperhaus zou zijn betrapt op winkeldiefstal. Dan kom je er niet mee weg door als winkeldief te zeggen: de minister doet het ook.’
Het geeft volgens Wierenga wel een knauw aan de geloofwaardigheid van de minister als opperste handhaver. ‘Dit is de man die oproept ons aan de regels te houden, de minister die mensen die dat niet doen aso’s noemt. Dan is dit wel heel onhandig.’
Wierenga kan zich de boosheid van de mensen in het land goed voorstellen. ‘Dit was een privé-aangelegenheid, maar als minister heb je een bijzondere positie. Het roept discussie op over de maatregelen en de handhaafbaarheid daarvan. Ik zie niet voor me dat deze minister mensen die de regels overtreden nog een keer aso’s kan noemen.’
‘Dit helpt niet’, beaamt boa-woordvoerder Kuin. Maar de roep om een generaal pardon noemt hij onzin. Boa’s beboeten volgens hem al heel lang niet of nauwelijks meer op de anderhalvemetermaatregel. Meestal wordt volstaan met een waarschuwing.
‘Pas als mensen zich bewust niet aan de regels houden, wordt er een boete gegeven. Ik denk dat niemand zonder waarschuwing een boete heeft gehad.’ Dat hadden Grapperhaus en zijn gasten ook gekregen, zegt Kuin: een laatste waarschuwing.
Lees ook
Al vanaf het begin waarschuwden experts dat onduidelijke coronaregels tot willekeur konden leiden. En inderdaad:er zijn grote verschillen tussen gemeenten in de aantallen uitgedeelde coronabekeuringen, blijkt uit cijfers die de Volkskrant heeft opgevraagd.
Sinds het begin van de coronacrisis zijn duizenden mensen op de bon geslingerd wegens overtreding van de noodverordening. Het is vraag of die boetes standhouden voor de rechter. Juristen denken van niet: de regels zijn onduidelijk of in strijd met grondwettelijke rechten.
Al wekenlang worden in Nederland boetes uitgedeeld aan personen die zich niet aan de coronaregels houden. Maar waarom bekeurt de ene regio sneller dan de andere?