interviewderk boswijk
Hoe gaat CDA-landbouwspecialist Derk Boswijk de boeren terugwinnen voor zijn partij?
Nog maar 4 procent van de boeren zou op het CDA stemmen, blijkt uit een onderzoek door I&O research in opdracht van de Volkskrant. Derk Boswijk, sinds een half jaar CDA-landbouwwoordvoerder, wil ze terugwinnen. ‘Ik heb de boeren niet opgegeven. En ik weet zeker dat de boeren ons ook niet hebben opgegeven.’
Deze zomer sprak CDA-landbouwwoordvoerder Derk Boswijk boeren toe op het Malieveld in Den Haag. Een dag eerder had hij de nieuwe landbouwvisie van zijn partij gepresenteerd. Kern van de zaak: er zijn maatregelen nodig om de stikstofuitstoot terug te dringen en de natuur te beschermen, niet alles kan overal en ja, de veestapel zal verder krimpen.
Boswijk werd uitgejouwd. Boze boeren schreeuwden hem toe. ‘Onmogelijk dat iedereen onze visie al had gelezen, maar ze hadden er wel een mening over. Toen heb ik tegen ze gezegd: jongens, als we nu niets doen, zijn jullie straks allemaal de lul.’
Hoewel Boswijk al meer dan honderd boeren had bezocht, had het stuk eigenlijk later moeten verschijnen. Na nog meer gesprekken met de sector. Maar dat vond hij laf. ‘Eerst met een uitgestreken gezicht op het Malieveld roepen dat Nederlandse boeren de beste ter wereld zijn en dan een maand later met het verhaal komen dat het deze kant op moet. Wij hebben als politiek al te lang iedereen naar de mond gepraat.’
Het moet een pijnlijk moment zijn geweest voor de vertegenwoordiger van een partij die nog niet zo lang geleden te boek stond als de beste vriend van de boeren. Daarvan is weinig over. Uit een peiling van I&O Research in opdracht van de Volkskrant blijkt dat 68 procent van de veehouders op de BoerBurgerBeweging (BBB) zou stemmen als er nu verkiezingen gehouden werden. Op het CDA maar 4 procent.
Het is tekenend voor de giftige sfeer in het debat over de toekomst van de landbouw in Nederland, zegt Boswijk, sinds een half jaar CDA-Kamerlid en meteen belast met een van de gevoeligste portefeuilles. ‘Ik denk dat de grootste bedreiging in de agrarische sector is dat we elkaar opvreten. Elkaar bedriegen en intimideren. Er wordt alleen nog maar gediscussieerd met botte statements, niemand luistert naar elkaar.’
De positie van het CDA als boerenpartij is weggevaagd. Wat hebben jullie verkeerd gedaan?
‘Ik ga niet zeggen dat dit soort peilingen mij niks doen. Ik ben daar boos en gefrustreerd over. Maar ik vind niet dat wij een boerenpartij zijn. Dat zijn we ook nooit geweest. Wij zijn een middenpartij voor hardwerkende mensen met normen en waarden, zoals de meeste boeren dat zijn. Maar ik heb de boeren niet opgegeven. En ik weet zeker dat de boeren ons ook niet hebben opgegeven.’
Die boodschap komt kennelijk niet over.
‘Ik denk dat wij als CDA te lang iedereen te vriend hebben willen houden. Waardoor uiteindelijk iedereen boos op je is. Wij als CDA hebben gezegd: we willen geen halvering van de veestapel. Maar wat we dan wel willen hebben we niet gezegd. Zonder visie verwildert het volk.’
Partijen als de BBB zeggen wel wat ze willen en spinnen daar garen bij.
‘Er is een vacuüm ontstaan, daar zijn partijen ingesprongen die makkelijke antwoorden op complexe vraagstukken propageren. Ik snap dat boeren boos zijn op de politiek en stemmen op partijen die inspelen op het sentiment dat boeren een oor wordt aangenaaid. Ik kan ook met de boeren gaan meepraten en zeggen dat er geen stikstof- of klimaatprobleem is. Dan ben ik bij elk boerenprotest de held van de dag.
‘Maar daarmee is het probleem niet weg. Als we niets doen, is over tien jaar de helft van de boeren verdwenen. Een groot deel van de melkveehouders draait nu al rode cijfers. Als we geen ambitieus beleid voeren, is het voor hen sowieso einde verhaal.’
De boeren geloven daar niet in. Nog maar 2 procent heeft vertrouwen in de overheid, blijkt uit onze peiling.
‘Ik schrik daarvan. En tegelijkertijd verrast het mij niet. Ik loop nog maar een half jaar rond in Den Haag, maar wat ik zie is dat de overheid heel veel generiek beleid maakt dat niet is toegesneden op de praktijk. Een voorbeeld: de minister heeft onlangs het zevende Actieprogramma Nitraat naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat moet regelen dat de waterkwaliteit in Nederland goed is.
‘Maar in een heel groot deel van het land is die al goed. Nu worden door het Rijk generieke maatregelen opgelegd die voor het gros van de boeren geen zin hebben, maar ze wel tienduizenden euro’s aan inkomsten kunnen kosten. Dat kan het verschil maken voor boeren die het hoofd nu net boven water kunnen houden.
‘Dat hebben wij als politiek niet goed aangepakt. Maar de sector zelf ook niet. Boeren hadden ook harder tegen elkaar kunnen zijn en zeggen: jongens, in jullie gebied voldoet het niet. Doe er wat aan. Omdat wij veel te lang geen lokaal beleid hebben willen voeren, wordt er nu met een kanon op een mug geschoten.’
Snapt u de frustratie daarover onder boeren?
‘Die begrijp ik volledig. Maar het is te gemakkelijk om te roepen wat er allemaal fout is zonder zelf met werkbare oplossingen te komen. Dan besodemieter je de mensen die je eigenlijk vertegenwoordigt. Dat is een heel slechte manier van politiek bedrijven. Het debat in de agrarische sector is totaal gepolariseerd.
‘Een voorbeeld: in appgroepen van boeren worden stemuitslagen van moties gedeeld. Dan staat er in de kop van een bericht dat de BBB een motie heeft ingediend tegen halvering van de veestapel. Het CDA stemt tegen. Maar niemand leest verder. In de tekst van de motie staat dat het halveren van de veestapel staand beleid is. Dat is gewoon niet waar. Dat D66 dat roept, wil nog niet zeggen dat het regeringsbeleid is. Dat weet de BBB donders goed. Maar die weet ook dat iedereen toch alleen de kop leest: het CDA wil de veestapel halveren.
‘Zo kunnen ze het CDA afschilderen als een partij die boeren haat. Dat gebeurt continu. Tegen mij wordt gezegd: je verraadt ons als je met D66 en de ChristenUnie gaat praten over een nieuw kabinet. Want die hebben Tjeerd de Groot en Carola Schouten.
‘Ik krijg ook af en toe dreigementen. Ik word gebeld door boeren die mij op intimiderende toon zeggen dat ik voor bepaalde moties moet stemmen. Pas geleden werd een motie van wantrouwen ingediend tegen minister Schouten over een onderwerp waar we nog niet eens over gedebatteerd hadden. Dan krijg ik iemand aan de lijn die zegt: als je daar niet vóór gaat stemmen, komen we naar je huis met onze trekkers.’
Dat klinkt als een giftige werksituatie. Hoe gaat u daarmee om?
‘Ik heb daar eerlijk gezegd schijt aan. Dierenactivisten die stallen bezetten: dat vind ik niet kunnen. Maar boeren die politici thuis met de trekker bezoeken vind ik net zo slecht.’
Het kan ook bevrijdend werken. Het CDA heeft nu de handen vrij om harde maatregelen zoals inkrimping van de veestapel te steunen. Want de stem van de boeren bent u toch al kwijt.
‘Als je de veehouderij halveert, kost dat 40 miljard euro en maak je een sector die voor ons voedsel zorgt kapot. Dan houd je een leeg buitengebied over. Dat is voor niemand goed. De uitdaging is hoe we gaan regelen dat we het stikstofprobleem en de achteruitgang van de natuur aanpakken en tegelijkertijd de boeren een nieuw verdienmodel krijgen.
‘Ik was onlangs bij een boer in Overijssel die negentig melkkoeien had. Die zit naast een natuurgebied waar de provincie een buffergebied wil aanleggen. Dat terrein zou normaliter naar Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer gaan. Maar de provincie heeft gezegd: misschien moeten we eens kijken of de boer die ernaast zit dat wil beheren. In ruil daarvoor moet hij wel een deel van zijn veestapel inleveren.
‘Die boer is nu van negentig naar zeventig koeien gegaan. Doordat hij een stuk agrarisch natuurbeheer erbij heeft gekregen, is hij er 20 duizend euro aan inkomsten op vooruitgegaan. Ik begrijp dat dit niet voor elke boer een oplossing is, maar naar deze manier van denken moeten we toe.
‘Veel boeren zeggen dan: ik wil geen boswachter worden. Maar boeren van Farmers Defence Force waar ik over de vloer kom staan daar echt voor open. Die zeggen: natuurlijk wil ik daaraan meewerken, als ik maar goed verdien en zekerheid krijg.’
Waarom horen we dat dan niet?
‘Er zijn goedwillende boeren die als lokale bestuurders al tientallen jaren hun sector vertegenwoordigen. Die worden geïntimideerd en trekken het niet meer. Die zeggen: zoek het allemaal maar uit, ik ga lekker verder op mijn eigen boerenerf.
‘Ik weet dat een aantal luidruchtige boeren mij kunnen opvreten. Maar ik krijg ook steun van een stille meerderheid van boeren die niet op Twitter zitten, geen enquêtes invullen. Dat zijn gezagsgetrouwe mensen die zelf ook wel inzien dat we nu in een model zitten dat ze geen rooie rotcent oplevert. Omdat het debat zo gepolariseerd is, zijn we aan dat gesprek de afgelopen jaren niet toegekomen.’
Hoe moet het nu verder met de boeren en het CDA?
‘Je moet je als sector op een gegeven moment realiseren dat het geen zin heeft telkens met je trekker naar Den Haag te komen. Dat je ook eens kritisch naar jezelf moet kijken. Wat kan ik bijdragen? Die reflectie zie ik vooral in activistische boerengroepen te weinig. Het opzoeken van politici thuis levert je in sommige kringen misschien veel likes op, maar een groot deel van Nederland denkt toch: waar zijn ze mee bezig?
‘Ik laat mijn manier van werken niet van peilingen afhangen. Als dat inhoudt dat ik over drie jaar niet herkozen word, dan is dat maar zo. Ik kan bij elke boer het erf oprijden en uitleggen wat ik heb gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat mensen over tien jaar zullen denken: het CDA had het nog niet zo verkeerd.’
CV Derk Boswijk
Derk Boswijk (geboren 8 april 1989 in Woerden) zit sinds 31 maart 2021 in het parlement voor het CDA. Hij is woordvoerder op de terreinen landbouw, natuur, visserij, stikstof, water en defensie.
Boswijk, afkomstig uit een gelovig gezin, doorliep het vmbo en het mbo. Hij haalde een hbo-diploma bouwtechnische bedrijfskunde aan de Hogeschool van Amsterdam, een Premaster Public Administration aan de Universiteit Leiden en een Master of Urban and Area Development bij de Hogeschool Utrecht. In 2006 richtte hij een eigen ingenieursbureau op.
In 2015 werd Boswijk gekozen als lid van Provinciale Staten van Utrecht voor het CDA. Later werd hij lijsttrekker en fractievoorzitter. Bij de laatste verkiezingen werd hij gekozen als lid van de Tweede Kamer, als nummer 14 op de kandidatenlijst. Boswijk is ook reserveofficier (tweede luitenant) bij de Koninklijke Landmacht.
Boswijk schreef drie boeken, waaronder Zoon van een emigrant, gebaseerd op brieven van zijn overgrootvader Cornelis Treur, die naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, en een over de Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Hij woont in Kockengen.