ReportageKlimaattop in Polen
Hoe een Silezisch dorp (vergeefs) strijdt tegen een kolenmijn
Polen is de komende twee weken gastheer van de mondiale klimaatconferentie (COP24) van de Verenigde Naties. Een op z’n zachtst gezegd ongemakkelijke rol: het land ligt stevig aan het steenkoolinfuus.
De nieuwe kolenmijn in Imielin komt er waarschijnlijk gewoon, maar niet zonder verzet. Het Poolse ‘Asterix-dorp’ bindt de strijd aan in een land dat nog altijd bezig is met het maken van een economische inhaalslag.
Het is vroeg in de ochtend, tegen kwart voor acht, als het dorpje Imielin begint te beven. Ireneusz Górniok (50) is net wakker. Hij voelt de vloer trillen. Dit is een signaal, denkt hij. We moeten van de steenkool af, voordat er meer aardbevingen komen. De mijnbouw in de regio heeft zijn tijd gehad.
Als de congresgangers straks in de pauzes een wandelingetje maken door congresstad Katowice, ademen ze een fijnstofconcentratie in van drie à vier keer de toegestane norm in Europa. Nu het winter is en de luchtcirculatie afneemt, blijft de smog als een vettig deken boven de daken hangen. De doorsnee Pool leeft hier korter dan zijn landgenoten in het noorden.
In Imielin, een dorp op 22 kilometer van de conferentiehal, zijn de inwoners in actiemodus. Ze schrijven brieven, beginnen Facebookpagina’s, verzamelen handtekeningen. Het gaat hen niet om grote thema’s als het klimaat; in een land dat nog volop bezig is met het maken van een economische inhaalslag en wil opboksen tegen buurland Duitsland, moet de aarde vaak nog even wachten.
De inwoners van Imielin gaat het om iets tastbaarders: hun eigen huizen. Vanaf 2026, is hen verteld, moet de lokale kolenmijn gaan uitbreiden. Volgens schattingen van geologen kan de grond zes meter gaan verzakken. Ze voorzien een ecologische ramp. Een nabijgelegen bassin voor drinkwater ligt in het risicogebied.
Asterix
Eén van de aanvoerders van het Poolse Asterix-dorp is Ireneusz Górniok, IT-specialist. Hij is net terug uit Brussel, waar hij het lot van het dorp in het bijzijn van natuurbeschermers mocht toelichten. Op het terras van een bistrootje vouwt hij een grote geologische kaart uit. ‘Het gaat om deze paarse lijn. Alle huizen die daaraan liggen, kunnen gaan verzakken als de mijn er komt.’ Górniok heeft geteld. Het zijn meer dan 2.700 huizen, waaronder dat van hem. De (lichte) aardbeving van eind oktober heeft hem gesterkt in zijn overtuiging dat het zo niet verder kan.
Imielin ligt in Opper-Silezië, de steenkoolprovincie bij uitstek. De brievenschrijvers staan voor een nagenoeg onmogelijke taak, al is het maar omdat zich in het hoofd van iedere Pool een soort heilige Drie-eenheid heeft genesteld. Eén: de katholieke kerk, twee: de wit-rode vlag, drie: steenkool. In de Poolse geschiedenis, zegt een insider, ‘zijn mijnwerkers een soort goden.’
Een mijnwerker geniet status. Hij krijgt een dertiende maand, mag eerder met pensioen en heeft een eigen feestdag, vernoemd naar de beschermvrouw van de mijnen, Sint-Barbara. Komende dinsdag is het zover. Iedereen in Imielin heeft een vader of opa of oom of broer die ondergronds was. Discussies eindigen steevast met oneliners als: ‘Ontginning is belangrijker dan het leven zelf.’
Zonder voorzorgsmaatregelen gebouwd
Op de uitgestrekte akkers aan de rand van het dorp beieren de koebellen. Alicja Zdziechiewicz (42) straalt als ze om haar heen kijkt. ‘We zijn een groen dorp. De huizen zijn nieuw, de wegen zonder kuilen.’ Toen Zdziechiewicz haar huis liet bouwen, bijna tien jaar geleden, werd haar verzekerd dat er op die plek geen ontginningen zouden komen. Zoals de meeste huizen in het dorp is het zonder voorzorgsmaatregelen gebouwd. ‘Als we wisten dat er een armageddon aankwam, hadden we geen land gekocht.’
Een kleine 1.300 dorpelingen tekenden protest aan. ‘Handen af van onze huizen.’ Tijdens een verhitte hoorzitting kregen de mannen van het staatsbedrijf voor de mijnen zoveel tijd als ze wilden. ‘Ik denk wel veertig minuten.’ De geologen en juristen die Zdziechiewicz had opgetrommeld, werden geklokt op twee minuten per persoon. Daarna ging er een wekkertje af – de tijd was om.
Sinds de bekendmaking van het nieuws, in de herfst van 2017, staat Imielin onder spanning. Het vakbondsblaadje van de mijnwerkers voerde een campagne tegen een al te uitgesproken gemeenteraadslid. Het werkte: de man werd niet herkozen. ‘Ik ben bang voor de haat’, zegt Zdziechiewicz zichtbaar aangedaan. ‘De actiegroep krijgt bedreigende berichten op Facebook.’ Ze maakt zich op voor een lange strijd. ‘Dit is Silezië. De mijnbedrijven zijn hier de baas. Maar ik ben koppig. Dat helpt me vooruit.’
Pro-steenkool
De mijnbedrijven krijgen een gezicht als Wiktor Koziorz (25) en Damian Palka (33) in een hotel aanschuiven met twee grote glazen bier. Ze behoren tot de tweehonderd mijnwerkers die Imielin rijk is. Hun mijn met de naam Ziemowit-Piast ligt in een dorp verderop. Samen zijn ze een eigen Facebookpagina begonnen, pro-steenkool.
Volgens de jongste is het conflict doodeenvoudig: ‘De tegenstanders zijn niet van hier. Ze komen ergens anders vandaan. Hoe ik dat weet? Dit is een Silezisch dorp met een steenkooltraditie. Wat hadden ze verwacht?’
Palka: ‘Het is alsof je gaat wandelen in de Tatra’s (hooggebergte, red.) en je bent verrast dat je beren tegenkomt.’
Koziorz: ‘We hebben hier al twee steenkoolmijnen. Onze huizen staan nog recht overeind.’
Palka: ‘Ziemowit-Piast heeft nog steenkool tot 2025. Als de nieuwe mijn er niet komt, staan we straks werkloos op straat.’ In klimaatverandering gelooft het duo niet. ‘Het klimaat verandert altijd, dat is normaal’, bromt Palka. Zijn collega: ‘Al laat je me jouw bewijzen zien, dan nog gaat het er bij mij niet in dat wij in Polen daaraan schuldig zijn.’
Mijnbedrijven overeind houden
De mijnen zijn decennia oud, er wordt steeds dieper gegraven. Steenkool rendeert nauwelijks. Per saldo moet Warschau jaarlijks 2 miljard euro bijleggen om de mijnbedrijven overeind te houden. Om de kosten te drukken worden er miljoenen tonnen geïmporteerd uit Colombia, de VS en – met name – Rusland. Poolse media ontdekten dat onder dat laatste etiketje ook ‘zwart goud’ zit uit het door pro-Russische rebellen bezette oosten van Oekraïne.
De Poolse regering met aan het roer de rechts-populisten van Recht en Rechtvaardigheid (PiS) zegt de banen van mijnwerkers te willen beschermen. In ruil ronselt de vakbond in verkiezingstijd stemmen voor PiS. ‘Een kleine groep mensen met een onevenredige invloed’, omschrijft een oud-medewerker van het ministerie voor Energie deze ‘koollobby’. Er wordt gewerkt aan vier nieuwe kolencentrales – de laatsten, beloofde de minister. Zijn oplossing heet ‘schone kool’.
Warschau haastte zich eind november een energiestrategie te presenteren – de eerste sinds bijna tien jaar. Online werd een gelikt filmpje verspreid dat Polen – enigszins misleidend – afschildert als het groenste jongetje van de klas. In de plannen gaat het aandeel steen- en bruinkool voor de opwekking van elektriciteit terug van 80 procent (nu) naar 60 procent in 2030, zonder dat er data genoemd worden voor sluiting van centrales. Polen wil daarna langzaam over op kernenergie, gas en duurzaam – met name wind op zee.
Unaniem tegen
In Imielin stemde de gemeenteraad unaniem tegen de nieuwe mijn, ook al kan ze die formeel niet tegenhouden. Naar verwachting geeft het ministerie volgend jaar groen licht. Burgemeester Jan Chwiedacz (62), een ex-mijnwerker, moet zich verbijten. Tegen de tijd dat staatsmijnbedrijf PGG eventuele schade aan huizen kan compenseren, is het volgens hem al te laat. ‘Als je een bushokje kapot beukt, is de dader binnen een dag gestraft. Verwoest je een dorp, dan duurt het jaren.’
Ireneusz Górniok, de IT-specialist, kijkt op van zijn bordje groentekroketten. Met klimaatverandering, geeft hij toe, was hij nooit zo bezig. ‘In Polen denken we aan werk, werk, werk. Allemaal korte termijn.’ Gaandeweg het protest begon het grote plaatje te dagen. ‘Nu denk ik: wat voor maatschappij laat ik na voor mijn 16-jarige dochter?’
Toen hij laatst mocht stemmen bij de lokale verkiezingen, maakte hij zijn stembiljet ongeldig door er in grote letters op te schrijven: ‘Imielin zal groen zijn of zwart.’ Die boodschap is aangekomen.
Programma
De klimaatconferentie begint maandag en duurt tot 14 december. Ruim 20 duizend deelnemers uit 190 landen, van wereldleiders tot wetenschappers, zullen debatteren over de vraag hoe de opwarming van de aarde te beteugelen. Het belangrijkste doel is een zogeheten rulebook op te stellen waarin de toezeggingen uit het klimaatakkoord van Parijs (2015) worden uitgewerkt.
Dit is hoeveel het klimaat ons kost
Nederland heeft afgesproken om in 2030 49 procent minder CO₂ uit te stoten dan in 1990. Maar hoe duur is dat eigenlijk? Bekijk de opties en wat die ons land gaan kosten.
Een vermindering van 49 procent CO₂, per inwoner komt dat neer op zo’n 5.000 kilogram per jaar – het gewicht van een olifant. Klik hier jouw bijdrage bij elkaar.
Deze maatregelen zijn nodig om de temperatuur op aarde niet meer dan 2 graden te laten stijgen. Zie hier hoe het zit met deze beruchte grens.