profiel
Hoe een interview in de Volkskrant het leven van Tim ‘S Jongers op z’n kop zette
Anderhalf jaar geleden was Tim ‘S Jongers nog een onopvallende medewerker van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Nu schrijft hij als directeur van het wetenschappelijk bureau van de PvdA aan een gezamenlijke linkse visie en is hij een toonaangevende stem in het debat over de kloof in de samenleving.
Dit is het spannendste bericht dat ze de afgelopen tijd naar een journalist heeft gestuurd, mailt een woordvoerder van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) bijna twee jaar geleden naar de Volkskrant. De mail gaat over de dan nog onbekende RVS-medewerker Tim ‘S Jongers.
Een half jaar voor die mail heeft de RVS een essay uitgebracht over de almaar uitdijende gezondheidskloof tussen arm en rijk, over de fundamentele problemen die daaraan ten grondslag liggen, en over de onrechtvaardigheid dat mensen in arme wijken vijftien jaar korter in goede gezondheid leven dan mensen in rijke wijken.
In de stroom van beleidsdocumenten, actie-agenda’s en zevenpuntenplannen die dagelijks de Haagse kantoortorens uitvloeit, valt het essay in positieve zin op. Geen platgeslagen clichés, maar concrete taal. Geen gezapig ambtenarenproza, maar een toon van oprechte verontwaardiging en de noodzaak er iets aan te veranderen.
De hoofdauteur blijkt ‘S Jongers, die zijn collega’s bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving er dan tevens van heeft overtuigd in het verlengde van het essay een heel ander soort publicatie te maken: vijftien portretten van mensen aan de onderkant van de samenleving, ‘Gezichten van een Onzeker Bestaan’. Krachtige verhalen van mensen bij wie alles in het leven een gevecht is, bij wie de pech zich huizenhoog opstapelt. Ook bij die portretten is ‘S Jongers de penvoerder.
Maar wat bijna niemand weet en wat nu het onderwerp is van die spannende mail van de woordvoerder: ook ‘S Jongers’ levensverhaal had naadloos in dat overzicht gepast als gezicht van een onzeker bestaan. En nu hij een half jaar bezig is geweest met het schrijven van de verhalen van anderen, wil hij ook zelf zijn verhaal doen.
Een paar weken later spreekt ‘S Jongers onder het systeemplafond van het kantoor van de RVS, in zo’n typisch gesprekskamertje met fantasieloos meubilair en glazen wanden, met de Volkskrant. Officieel is het een interview, maar in feite is het een monoloog. Duidelijk gespannen in het begin, bij vlagen emotioneel, maar bovenal vastberaden, doet ‘S Jongers in bijna twee uur van onafgebroken Vlaamse volzinnen zijn verhaal.
Hoe hij in intense armoede opgroeide in een dorp nabij Antwerpen. Hoe zijn ouders in een vechtscheiding kwamen (‘een oorlog die mijn hele jeugd zou duren’). Hoe hij pas naar school kon als de bijstand was gestort en er weer (een beetje) geld was om schoenen te kopen. Hoe hij voor 3 euro per avond de hokken van Deense doggen bij een fokker in de buurt schoonmaakte. Hoe hij van scholen werd gestuurd. Hoe hij het huis ontvluchtte na weer een aanval van fysiek geweld. Hoe hij aan het werk ging en alsnog zijn diploma’s haalde. Hoe hij zich inschreef bij de universiteit van Antwerpen, waar hij na een nacht werken in de daklozenopvang moe in de collegebanken zat – tussen zijn jongere medestudenten die moe waren van een nacht doorhalen.
En hoe hij uiteindelijk naar Nederland kwam, en bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving terechtkwam. Hoe hij zich verbaasde dat ambtenaren die beleid maakten voor daklozen, zelf nooit op een daklozenopvang waren geweest. Hoe deze ambtenaren bij een door hem georganiseerd werkbezoek allemaal verklaarden dat ze erg onder de indruk waren.
‘S jongers’ verhaal maakt indruk. De ‘reacties swingden volledig de pan uit’, zegt hij nu. Hij gaat het podium op om zijn verhaal te vertellen, krijgt een column in de Volkskrant en ook andere media weten hem te vinden: van tv-programma Sander en de kloof en het Marathoninterview op Radio 1 tot aan alle kranten in Nederland en België.
Zijn belangrijkste boodschap: luister naar de mensen om wie het gaat, betrek hen bij de oplossing, erken de stress die armoede oplevert, pak de fundamentele problemen aan. In 2022 spreekt ‘S Jongers in Amsterdam de zogeheten Participatielezing uit, die hij ‘Beledigende broccoli’ noemt – de lezing is in hetzelfde jaar en onder dezelfde titel bij uitgeverij Van Gennep verschenen in boekvorm. De teneur van het boek: kinderen worden geslagen, staan op ellenlange wachtlijsten voor zorg, in hun woningen giert de tocht en kruipt het vocht, en dan komen er preventie-hulpverleners de wijk in om te vertellen dat ze meer broccoli moeten eten omdat dat zo goed is voor het immuunsysteem.
Sinds september is ‘S Jongers directeur van de Wiardi Beckman-stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Er was een vacature, hij solliciteerde. Hoewel hij nu in een ‘respectabele positie’ zit, gaat hij zijn toon niet veranderen, bezweert hij: ‘Ik voel het allemaal nog. Alles wat ik heb meegemaakt is nog relatief recent. Dat vormt het grootste deel van mij.’
3 keer Tim ‘S Jongers
‘S Jongers woont vlak bij het Zuiderpark in Den Haag, een volkswijk met vele nationaliteiten. Verhuizen naar een chique wijk ‘gaat ‘m niet worden, hè. Ik blijf een simpel mannetje.’
Hij stond bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen op plek 3 voor de PvdA. Hoewel de PvdA drie zetels kreeg, kwam hij niet in de raad: de nummer 4 op de lijst kreeg meer voorkeursstemmen.
‘S Jongers schreef met de directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks een gezamenlijk stuk over de gedeelde idealen van PvdA en GroenLinks. ‘S Jongers: ‘Het uitgangspunt is dat mens en planeet worden uitgebuit. En dat die twee verweven zijn met elkaar.’