ReportageProces tegen Syrische broers
Hoe bewijs je hier wat in Syrië plaatsvond? ‘Hij moet weten wat er met mijn verdwenen broer gebeurd is’
Deze week behandelt de Rotterdamse rechtbank de strafzaak tegen Aziz en Fatah al H., Syriërs die hier als vluchteling naartoe kwamen. Ze zouden een verleden hebben bij terreurgroep Nusra Front. In Raqqa heeft Hassan al Jado’a nog een klemmende vraag aan Fatah: wat gebeurde er met mijn broer Abdallah?
Het is zaterdag 9 maart 2013 als Hassan al Jado’a de video ziet. De video waarin zijn jongere broer Abdallah opduikt. Achter Abdallah hangt een zwarte vlag met de shahada, de islamitische geloofsbelijdenis. Zwarte vlaggen als deze zijn in trek bij de radicale strijders die op dat moment de opstand tegen de Syrische regering overnemen.
In de grimmige traditie van Syrische gijzelingsfilmpjes zegt Abdallah zijn naam. ‘Ik ben gevangene van Jabhat al Nusra.’ Jabhat al Nusra, het Nusra Front, is een terreurorganisatie die banden onderhoudt met Al Qaida.
Hassan weet het op dat moment nog niet, maar de video zal het laatste teken van leven van Abdallah zijn. Leeft zijn broer nog? Wat is er met hem gebeurd? Tot op de dag van vandaag zoekt Hassan naar antwoorden. Hij waagde zich aan een levensgevaarlijk uitstapje naar een Nusra-rechter die zelf onthoofdingen verrichtte. Sprak af met de familie van een IS-strijder. Nu heeft hij zijn hoop gevestigd op een rechtszaak in Nederland.
De rechtbank Rotterdam heeft de hele week uitgetrokken voor de behandeling van de strafzaak tegen Aziz en Fatah al H. Deze twee Syrische broers kwamen als vluchteling naar Nederland. Volgens het Openbaar Ministerie hebben ze een verleden bij het Nusra Front. Ze zouden bij de terreurgroep een leidinggevende functie hebben bekleed. Aziz wordt ook verdacht van de moord op minstens zeventien buspassagiers.
Bange getuigen
Maar hoe bewijs je in Nederland wat zich jaren geleden heeft afgespeeld in de oorlog in Syrië? Justitie worstelt daarmee. Onderzoek doen op Syrisch grondgebied zou niet mogelijk zijn. Het dossier leunt daarom zwaar op afgeluisterde gesprekken en verklaringen van bange getuigen.
In maart verschenen Fatah en Aziz ook al even voor de rechter. Toen kwam vooral Aziz aan het woord. Hij werd in 2017 in debatcentrum De Balie door landgenoten herkend als jihadist. In gesprekken die de politie heeft afgeluisterd in zijn huis en auto geeft Aziz hoog op over ‘de organisatie’, alias het Nusra Front, en zijn eigen rol daarin. ‘Al Nusra ís Aziz.’ Maar dat was slechts bluf, een geintje, verklaarde hij tegen de rechter.
Fatah al H. heeft volgens afgetapte gesprekken zijn eigen rol bij het Nusra Front te danken aan zijn broer. Volgens meerdere omwonenden die de Volkskrant in 2019 sprak was Fatah namens het Nusra Front actief op een elektriciteitsdam in de rivier de Eufraat. Begin 2013 runde de terreurgroep een eigen gevangenis in het damgebouw.
Fatah al H? Die naam doet een belletje rinkelen bij Hassan al Jado’a.
Hassan al Jado’a (63) ontvangt thuis, in een fraaie plattelandsvilla ten zuiden van de stad Raqqa, in een gedeelte van Syrië dat diep is geraakt door oorlog en terreur. Raqqa was jarenlang hoofdstad van het kalifaat van IS. ‘Op het plein hier voor de deur hingen elke dag nieuwe hoofden die waren afgehakt door IS.’ Veel huizen liggen nog steeds in puin vanwege de luchtaanvallen tegen IS. Ook Hassans villa kreeg een voltreffer, maar is inmiddels weer hersteld.
Het verhaal dat Hassan vertelt, speelt zich af in de chaotische dagen vlak voor de opkomst van IS.
In maart 2013, twee jaar na het begin van de opstand in Syrië, valt Raqqa als eerste provinciehoofdstad in handen van rebellen. Duizenden inwoners gaan elke dag de straat op om het vertrek te eisen van president Bashar al Assad. In huize Al Jado’a zien ze het met lede ogen aan. De opstand tegen Assad, daar moeten ze hier niks van hebben. Hassan beschouwt de rebellen die schreeuwen om democratie en waardigheid als jongelui met ‘lange haren en lange baarden’.
Revolutie? Hou toch op. Chaos zal je bedoelen.
Het gaat mis in Raqqa
Hassan heeft dankzij zijn goede contacten met de Syrische regering lucratieve zakelijke deals kunnen sluiten. Abdallah, zijn jongste broer, waagt zelfs letterlijk zijn leven voor Assad. Als beroepsmilitair is hij opgeklommen tot kolonel in het Syrische regeringsleger. Wanneer de opstand uit de hand loopt, wordt Abdallah bevorderd tot plaatsvervangend hoofd van de militaire inlichtingendienst in Raqqa. De familie is trots. ‘Ik meen dat president Assad hem dit zelf heeft gevraagd.’
De hoop van de Syrische regering is dat Abdallah als ‘zoon van Raqqa’ de opstand in zijn geboortestad nog in de kiem kan smoren. Maar de opstandelingen trekken zich niets aan van de 41-jarige kolonel bij de inlichtingendienst. Als vreedzame protesten niets uithalen, beginnen ze zich te bewapenen. Seculiere demonstranten die hopen op democratie worden verdrongen door geharde jihadisten met zware wapens. Zoals Hassan het zegt: ‘De problemen werden groter dan Abdallah zelf.’
Begin maart van dat jaar krijgt hij een telefoontje van Abdallah. Het gaat mis in Raqqa. ‘Hij was op kantoor. Buiten hadden rebellen alles omsingeld. Mensen werden gedood, mensen waren op de vlucht.’ De Syrische regering staat op het punt om zich terug te trekken uit Raqqa. Als hoge inlichtingenofficier zal Abdallah daarmee aan de verkeerde kant van de geschiedenis belanden.
Volgens Hassan heeft zijn broer geen druppel bloed aan de handen. Abdallah werkte pas een paar maanden bij de militaire inlichtingendienst. Als ‘zoon van Raqqa’ wil hij vooral met de rebellen in gesprek blijven. Maar onder demonstranten geldt de Syrische militaire inlichtingendienst als zeer gevreesd, misschien nog wel meer dan Assads andere geheime diensten. Arrestanten worden door de dienst gruwelijk gemarteld, vaak tot de dood erop volgt.
Na de plotselinge machtsovername in Raqqa is het tijd voor bijltjesdag.
De rebellen executeren zonder pardon meerdere vooraanstaande regeringsambtenaren op een plein in Raqqa. Abdallah doet er alles aan om levend te ontkomen. Hij vraagt hulp aan een bevriende tribale leider, die vlak bij de dam woont waar het plaatselijke Nusra-hoofdkwartier is gevestigd. Op dat moment is Nusra de machtigste strijdgroep in de omgeving van Raqqa.
Kopje thee
Deze tribale leider onderhoudt contacten met een Nusra-medewerker op de dam: Fatah al H. Hij benadert naar eigen zeggen Fatah en komt terug met goed nieuws. Het lijkt erop dat Abdallah zich als ‘zoon van Raqqa’ kan verzoenen met de nieuwe machthebbers bij het Nusra Front. Abdallah moet alleen wel even langskomen op de dam, voor een kort verhoor. Zoals Hassan het omschrijft: ‘Een kopje thee, en niets meer of minder.’
En dus gaat Abdallah ‘op eigen benen’ naar het Nusra-hoofdkwartier, in de veronderstelling dat hij een deal met de strijders kan sluiten.
Hij duikt weer op in de video, die op YouTube wordt gepubliceerd. Dat Abdallah al Jado’a, een regionaal kopstuk in het spionageapparaat van de Syrische regering, in handen is gevallen van het Nusra Front, is in deze fase van de Syrische opstand zulk groot nieuws dat het Amerikaanse persbureau Associated Press daar melding van maakt.
Wat te doen? Met een delegatie tribale leiders en familieleden gaat Hassan naar de dam. Hassan heeft Fatah al H. zelf nooit ontmoet of gesproken. Maar hij hoort dat deze man ‘de rechterhand van Abu Loqman’ zou zijn. Het ligt dus voor de hand om te vragen naar Abu Loqman, op dat moment de plaatselijke adjunct-commandant van Nusra. Hij houdt kantoor op de dam. Korte tijd later zal Abu Loqman overstappen naar IS en uitgroeien tot een internationaal gevreesde IS-leider.
Maar Abu Loqman is niet op kantoor. Een rechter ontvangt hen wel. Hij werkt op dat moment nog voor het Nusra Front, maar zal een paar weken later overstappen naar IS. Deze rechter is ook beul. Hij wijst vonnis en verricht gelijk daarna zelf de executie, met zijn zwaard. ‘Jij bent de broer van de terrorist Abdallah al Jado’a?’, vraagt hij Hassan. ‘Hij is geen terrorist, hij is een zoon van Raqqa’, probeert die. De rechter trekt zijn zwaard. ‘Ik heb al 150 mensen onthoofd. Jij wordt nummer 151.’
Na dit dreigement mag Hassan vertrekken. De boodschap is duidelijk. Abdallah komt niet vrij.
In april 2013 wordt Jabhat al Nusra verdrongen door IS. Vlakbij het huis van Hassan openen de jihadisten een controlepost. ‘Wel dertig mannen die elke dag mensen vermoordden.’ Op een dag staat IS bij Hassan voor de deur. De strijders willen iets vertellen. Over Abdallah. ‘Ben jij de broer van het varken? Het Nusra Front heeft het varken gedood.’
Drones
Maar op sociale media circuleren in januari 2014 berichten dat niet Nusra, maar IS de kolonel heeft vermoord. En als het kalifaat eindelijk is gevallen, wordt Hassan benaderd door een familielid van een IS-strijder met weer een ander verhaal. Abdallah is in een kooi vervoerd naar een andere Nusra-gevangenis, het voormalige oogziekenhuis in Aleppo. Vervolgens is hij naar de provincie Idlib gebracht, tot op de dag van vandaag een bolwerk van opstandelingen. Deze bron kan niet zeggen of Abdallah nog in leven is.
‘Ik weet niet welk verhaal ik moet geloven’, verzucht Hassan. Twee sleutelfiguren die betrokken lijken bij de verdwijning van zijn broer, zijn inmiddels niet meer in leven. Abu Loqman en de rechter die hem bedreigde met zijn zwaard zijn hoogstwaarschijnlijk gedood bij een luchtaanval. ‘Ik dank God voor de uitvinding van drones. Zonder drones kun je Islamitische Staat niet verslaan.’
Maar Fatah al H. leeft nog wel en staat nu dus terecht in Nederland. Hassan hoopt dat hij de rechter kan vertellen wat er met Abdallah is gebeurd nadat hij verdween in het damgebouw. ‘Onze moeder, ze is in de tachtig, is ervan overtuigd dat Abdallah nog leeft. Ik probeer haar een beetje te ontlopen, want ze vraagt steeds: ‘Waar is je broer toch?’’
De Volkskrant heeft in 2019 onderzoek gedaan naar het verleden van de broers Al H. in Syrië. De tribale leider die naar eigen zeggen van Fatah al H. de toezegging kreeg dat kolonel Abdallah al Jado’a na een kort verhoor vrijuit zou gaan, is toen geïnterviewd. Deze tribale leider, sjeik Abdelatif al Mohammed al Faraj, stelt dat kolonel Abdallah door Fatah al H. persoonlijk naar het damgebouw is gebracht. Het verhoor bij het Nusra Front zou volgens Fatah ‘ongeveer een uur’ duren. Verder zou de kolonel niet worden lastiggevallen. Kolonel Abdallah dook vervolgens weer op als gevangene in de Nusra-video. Kort daarna verliet Fatah Syrië. De sjeik wil in Nederland getuigen, desnoods ‘via WhatsApp’, maar is tot op heden niet door justitie benaderd.