Het wordt moeilijk, maar de wereld kan CO2-vrij draaien, al in 2050
Er zijn al landen die hun energie grotendeels duurzaam weten op te wekken. Nu de rest nog. De technologie zou zelfs al binnen handbereik liggen.
Welk land staat er wereldwijd het beste voor om in 2050 volledig te draaien op duurzame energie? Noorwegen, met zijn enorme arsenaal waterkracht? Denemarken, met zijn eindeloze windparken? Zwitserland misschien? Het is Tadzjikistan. Nu al kan het Centraal-Aziatische landje 76 procent van zijn benodigde energie duurzaam opwekken. Dankzij grote hoeveelheden waterkracht waarvan de capaciteit zonder al te veel moeite nog flink groter kan, blijkt uit een inventarisatie door wetenschappers van onder meer de Amerikaanse Stanford-universiteit, die begin deze maand verscheen.
Als het een arm land als Tadzjikistan al lukt om bijna volledig duurzaam te worden, dan kan de groene energieomslag niet ver van ons af liggen, zou je denken. Maar Tadzjikistan heeft de natuur aan zijn zijde, waardoor overvloedig gebruik van waterkracht mogelijk is. Net als Noorwegen (nummer 3) en Zwitserland (6).
Waterkracht is lang niet overal beschikbaar. Veel landen zullen het moeten doen met zon en wind, en ondanks de stormachtige ontwikkeling van deze energiebronnen scoren zon- en windlanden vaak niet goed op de duurzaamheidsladder. Neem Duitsland, geroemd om zijn Energiewende. Het land dat bezig is aan een overstap naar voornamelijk wind en zon noteert een schamele 24ste plaats op de ranglijst van Stanford. Nog altijd een stuk beter trouwens dan Nederland, dat op plek 74 zit, ingeklemd tussen Litouwen en Mexico.
Wie het duurzame nieuws volgt, krijgt misschien de indruk dat het razendsnel gaat met de omschakeling naar een koolstofarme economie. Afgelopen week werden in deze serie voorbeelden beschreven van veelbelovende duurzame ontwikkelingen. Verslaggevers bezochten pioniers die soms in de naam der wetenschap, soms voor het nageslacht en soms omdat het gewoon geld oplevert kijken hoe ze de uitstoot van kooldioxide kunnen verminderen, op weg naar een CO2-vrije samenleving. Dat leverde verhalen op over mooie initiatieven en veelbelovend onderzoek. Maar ook de weerbarstige realiteit werd zichtbaar.
'Om genoeg waterstof te maken voor onze productie, zouden we vijftig miljoen zonnepanelen nodig hebben.' Zomaar een citaat uit een artikel over de gedroomde verduurzaming van de zware industrie. Om OCI, de Geleense producent van kunstmest van wie de uitspraak komt, CO2-vrij te laten draaien, zou Terschelling geplaveid moeten worden met zonnepanelen.
Een heel eiland om één bedrijf te verduurzamen. Je zou er op slag moedeloos van worden. Nederland mag dan inmiddels aardig (zij het laat) aan de weg timmeren met de bouw van windvelden en zonnezeeën, de realiteit van zomaar een industrieel bedrijf in Geleen zet direct een akelig kil licht op de droom van een naderende duurzame samenleving.
Zie ook het onderzoek naar betere accu's die gebruikt worden om onze elektrische auto's aan te drijven en om stroomoverschotten uit windfarms in op te slaan. Die nieuwe wonderaccu met veel meer opslagcapaciteit is al diverse keren aangekondigd. Maar een echt werkend model laat op zich wachten, omdat de technologie mateloos complex is. Dat het autotransport op termijn te verduurzamen is staat wel vast, maar de luchtvaart is alweer een ander verhaal. Vliegen op zonnecellen, zoals Solar Impulse twee jaar geleden probeerde, is amper te doen. Het zonnetoestel met de spanwijdte van een passagiersjet kan precies één persoon tillen en deed een jaar over een rondje om de aarde. Zelfs Jules Verne was sneller.
DE GROENE REVOLUTIE – MAAR HOE DAN?
De overgang naar een duurzame economie in Nederland is nu echt ingezet. We volgen het vallen en opstaan van pioniers en andere aanjagers op de voet. Want dat die groene revolutie er moet komen, daarvan zijn de meesten wel overtuigd. De grote vraag is alleen: hoe?
Hoewel de omslag langzamer gaat dan gehoopt, is er geen reden bij de pakken neer te zitten. Want de onderzoekers van onder meer Stanford, Berkeley en Carnegie Mellon die de ranglijst maakten waar Tadjikistan zo fier bovenaan prijkt, hebben ook gekeken of het kan: de wereld in 2050 volledig laten draaien op duurzame energie. En dan bedoelen ze niet alleen elektriciteit, maar alles: van transport tot de verwarming van huizen tot staalproductie. Zonder kernenergie, CO2-opslag onder grond; alleen met wind, zon en waterkracht.
Het kan, concluderen ze. En ze schreven voor elk land een beknopte handleiding hoe bij die 100 procent duurzaamheid te komen. Nederland bijvoorbeeld kan 39 procent van zijn energiebehoefte uit zon halen, waarvoor 6,4 procent van het land moet worden bekleed met panelen, al kan een deel daarvan ook op het water worden gelegd.
De Stanford-onderzoekers zijn positief in hun rapport: 139 landen, samen goed voor 99 procent van de CO2-uitstoot, kunnen halverwege de eeuw volledig koolstofvrij zijn, stelt onderzoeksleider Mark Jacob-son, hoogleraar civiele en milieutechniek. De technologie is al beschikbaar, stelt Jacobson, en de kosten kelderen. Er is genoeg land kom al die turbines en zonnecellen te plaatsen en uiteindelijk zullen we meer energie hebben, voor meer mensen, tegen lagere kosten dan fossiel. Zijn bevindingen leidden ook tot stevige kritiek: er zouden veel te optimistische modellen zijn gebruikt, stellen andere wetenschappers. Ook zou het rapport nauwelijks aandacht besteden aan de (kostbare) opslag van duurzame zomeroverschotten voor de winter.
Hoe het ook zij, een koolstofarme of zelfs -vrije samenleving is alleen haalbaar als iedereen zich maximaal inspant. Een belangrijke factor daarbij is dat de uitstoot van CO2 serieus belast gaat worden, zeggen experts keer op keer. Laat dit een belangrijke boodschap zijn aan de politiek.