ReportageDebater Mark Rutte
Het woord is aan de premier, met een vijltje en twee uitgestoken handen
Ambachtsman Mark Rutte koerst ontspannen door het grootste politieke debat van het jaar, de Algemene Politieke Beschouwingen.
Aan de vooravond van de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen legt Mark Rutte zijn gereedschap klaar. Dat kan een schaartje zijn, vergrootglas, lucifers, zeefje, spiegel, hamer, koker, handje zand, poetsdoek, noem maar op. Je kunt maar beter goed voorbereid beginnen aan het belangrijkste politieke debat van het jaar.
Dat alles zal hij deze keer niet nodig hebben. Geduld en souplesse zitten in zijn standaardpakket, die kan hij niet vergeten. Net als twee uitgestoken handen, eigenlijk nog te weinig voor zo’n lang debat en zoveel welwillende opponenten. Eén attribuut komt van pas, al had hij ook best zonder gekund: een vijltje, om overal de laatste scherpe kantjes af te halen.
‘Zouden het andere Algemene Politieke Beschouwingen worden?’, is de vraag waarmee hij de dag begint. Er is ook een belofte: ‘Ik ga de beantwoording doen in een sfeer van samenwerking. Dat is hoe ik me de sfeer van gisteren herinner’ – tijdens de bijdragen van Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FvD) was hij wellicht met de gedachten elders geweest.
En ja, het wordt een andere dag. Driemaal komt Wilders naar voren om hem te vertellen dat hij er in tien jaar ‘een gigantische puinhoop’ van had gemaakt en dat Nederland weliswaar een prachtig land is, maar met ‘een vreselijke premier’ en een ‘vieze vuile kliek’ als rechterlijke macht. Een verwijt dat Rutte ten tweede male – hij gebruikte het eerder bij de faux pas van minister Ferdinand Grapperhaus – tot een zekere mildheid doet oproepen. Alleen als hij zich, daartoe uitgedaagd door Wilders, gedwongen voelt de magistratuur te verdedigen, schakelt Rutte over op een vuriger register dan pure ambachtelijkheid.
De venijnige aanvallen die hij te verduren zal krijgen zijn daarmee meteen wel genoemd. Eén passage, ergens halverwege de middag, vat het debat samen. Rutte geeft SP, GroenLinks en PvdA een compliment voor hun tegenbegroting. Inhoudelijk gaat hij er niet op in, maar hun inspanning vindt hij zeer te waarderen. En dan: ‘Er is 9 miljard euro die jullie anders willen uitgeven. Maar dat betekent dus dat jullie voor 327 miljard dezelfde keus maken als de regering.’ Eerst bovenmeester Rutte die de punten uitdeelt, dan zedenmeester Rutte die concludeert dat de eenstemmigheid groot is.
Stemming van het moment
Een dag eerder zag dat er nog anders uit. Alle grote partijen hadden de coronacrisis aangegrepen om wat verder vooruit te kijken. ‘Eerlijke handel, sterke overheid, minder afhankelijkheid’, had Klaas Dijkhoff (VVD) voorgesteld. ‘Een coöperatieve revolutie’, predikte Pieter Heerma (CDA). Jesse Klaver (GroenLinks) hoorde er het einde van het economisme in, Lilian Marijnissen (SP) een koers die haar partij al lang voorstaat. ‘Misschien daagt u me uit daar zelf bespiegelingen over de langere termijn naast te zetten’, zegt Rutte al vroeg. Het zal er amper van komen. Al laat de premier blijken de stemming van het moment aan te voelen; hij belooft termen als ‘de toko runnen’ en ‘de bv Nederland’ – jarenlang zijn geliefde termen – niet meer te gebruiken.
Deze Algemene Politieke Beschouwingen zijn een hybride gebeurtenis. Omdat het deels een coronadebat is, maar dan zonder coronaminister Hugo de Jonge; en nu dergelijke debatten regelmatig worden gehouden, is dat toch ook een beetje dertien in een dozijn. Omdat de aanleiding een door alle onzekerheden zeldzaam vrij zwevende begroting is – ‘Dit voelt als dansen op de Titanic’, is de typering van Lodewijk Asscher (PvdA). Omdat de ambiance niet meewerkt: geen roedel fractieleiders die elkaar rond de interruptiemicrofoons verdringen, maar een anderhalvemeterdebat met alle beleefdheden van dien.
Daaronder ligt de politieke actualiteit, die het debat zou moeten oppoken. Over een half jaar zijn er verkiezingen, de profileringsdrang kan groot zijn. Maar eigenlijk ijlt de eensgezindheid uit de begindagen van de coronacrisis nog na: dit is een uitdaging die we gezamenlijk aangaan. Alleen Wilders onttrekt zich aan die consensus, maar in een land dat in overgrote mate zeer tevreden is over zijn premier krijgt zijn kritiek karikaturale trekken.
Verzet gesmoord
Voor een premier die over een maand zijn tienjarig jubileum viert en wiens partij piekt in de peilingen, hoeft zo’n debat dan niet moeilijk te worden: alle opties openhouden, omdat de coalitie in de Eerste Kamer in de minderheid is, maar ook om in de wat verder liggende toekomst een volgende coalitie te kunnen smeden. Dus doet Rutte een dag lang wat hij als de beste kan: hij spreidt de armen en smoort het verzet. En waar dat niet lukt, komt de schaaf van pas.
Onderhandelingen worden ter plekke geopend. Met Heerma over geld voor de voedselbanken, met Corrie van Brenk (50Plus) over een bezoekgarantie voor verpleeghuizen, met Heerma en de linkse oppositie over de woningmarkt, met Asscher om de baangarantie in coronatijd in een werkgarantie te veranderen.
Blijkt de afstand lastiger te overbruggen, dan doet Rutte ontsteld. ‘Oei. Dat verschil is groter dan ik dacht’, zegt hij als Klaver vindt dat het Wopke-Wiebesfonds wat GroenLinks betreft moet bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Maar ook dan is de conclusie: ‘Ik kan een heel eind meegaan.’ Alleen bij de investeringskorting voor bedrijven en de salarissen in de zorg blijven de verschillen onoverkomelijk.
‘Een premier die van links tot rechts kan regeren, is zijn eigen identiteit kwijtgeraakt’, constateert Wilders in de tweede termijn. Rutte zal er zijn schouders over ophalen. Op zorgen over zijn identiteit is hij nooit te betrappen geweest.
De fractieleiders tonen zich zeer tevreden over deze beschouwingen; er is veel visie geëtaleerd, zeggen ze zowat in koor. Ook Rutte zal tevreden zijn. In een debat waarbij een vijltje volstaat, neemt hij die visie graag op de koop toe.
‘Ik zou de premier toch willen uitdagen om explicieter te worden’
Na een Prinsjesdag als nooit tevoren begonnen woensdag de Algemene Politieke Beschouwingen. Toen kwam premier Rutte niet in de problemen. Donderdag toonde hij zich opnieuw behendig in de parade.