ANALYSEStijging coronabesmettingen
Het virus laait op, maar niet (alleen) door jongeren
Het was een week van deceptie: we houden geen afstand meer, jongeren vieren weer feest, en dus grijpt ook het virus weer om zich heen. Hoe moet het dan wel, willen we een nieuwe uitbraak voorkomen?
Een ‘wake-upcall’ noemden ze het, naar het snerpende telefoontje dat dommelende hotelgangers bruut terugroept uit dromenland. Het RIVM aan de lijn: wakker worden! Het aantal besmettingen in het land is weer aan het stijgen.
Zo’n 96 brandhaarden kwamen er deze week aan het licht, verspreid over vooral de Randstad en de zuidelijke provincies. In totaal duizend nieuwe coronagevallen, een verdubbeling ten opzichte van de week ervoor. Dat komt vast door die feestende jongeren, was de reflex aan de praattafels van Hilversum tot Den Haag. Maar dat is niet helemaal terecht: de toename bij dertigers, veertigers en vijftigers is nauwelijks lager.
‘We zijn met z’n allen een beetje te veel vakantie aan het vieren’, zegt Moniek Buijzen, hoogleraar communicatie en gedragsverandering in Rotterdam. ‘Niet alleen jongeren, maar ook volwassenen en beleidsmakers.’ Want waar is het kabinet, nu de nood weer stijgt? Waar zijn de wekelijkse persconferenties, waar de dagelijkse cijferoverzichten op tv? ‘Je mist toch een soort gewaarwording: dit is nog niet klaar’, signaleert hoogleraar theoretische epidemiologie Hans Heesterbeek (Universiteit Utrecht).
Vrijheid
De vraag is of dat te vermijden was, vindt hoogleraar communicatiewetenschap Bas van den Putte (UvA). ‘We zitten in een crisis, in een lockdown, en op een gegeven moment moet je daar weer uit. Natuurlijk geeft dat wrijving. Eigenlijk moet je 1,5 meter afstand houden. Maar als je dat altijd en overal doet, kom je niet aan de vrijheid toe.’
We zijn dan ook de enigen niet die hiermee worstelen. Brandhaardjes zijn er van Scandinavië tot Spanje, en in België en Oostenrijk scherpte men de maatregelen aan. Patiënt Europa is stabiel, maar wel nog erg onrustig.
Aanwijzingen dat wake-upcalls werken, zijn er gelukkig ook. Nadat het RIVM vorige week alarm sloeg omdat te weinig mensen zich bij klachten laten testen, schoot het aantal aanmeldingen bij de teststraat prompt met 12 duizend omhoog. En uit een nieuwe RIVM-peiling bleek vrijdag dat het aantal mensen met zorgen over het virus weer in de lift zit. Van de heropende discussie over mondkapjes tot Doutzen Kroes die naar de vitaminen grijpt: uit alles blijkt dat we allang weer klaarwakker zijn.
Maar met het schrille belletje van de wekdienst zijn we er niet, vindt Van den Putte. De stem aan de lijn zal mensen soms toch ‘even op weg moeten helpen’, zegt hij, met raad en advies. Zeker nu de regels soms onduidelijk zijn: geen anderhalve meter afstand op het sportveld, wel in de nazit in de kantine. ‘De overheid zal moeten blijven uitleggen waarom de regels zijn zoals ze zijn. Alleen op die manier kun je de mensen motiveren’, zegt Van de Putte.
En waar het te ingewikkeld wordt, zal men het de mensen makkelijker moeten maken. Als voorbeeld noemt Van de Putte de ministeriële oproep: vermijd drukke plaatsen. ‘Wat is nou een drukke plaats? Daarvoor zou je eigenlijk een druktemeter op internet moeten kunnen raadplegen, met een kleurcode hoe druk het is op het strand. En als het er te druk is, tips: je kunt ook hier- of daarnaartoe.’
Communicatie
Misschien, oppert Buijzen, hebben we in de communicatie wat te veel nadruk gelegd op het doodgaan, dat lot dat vooral de alleroudsten treft. Daardoor wordt het virus voor jongere generaties toch wat meer een ver-van-het-bedshow. Terwijl toch duidelijk is dat de ziekte voor jongeren allerminst het griepje is dat activisten er graag van maken: ruim 14 duizend leden telt de Facebookgroep ‘Coronapatiënten met langdurige klachten’ inmiddels. Vaak zijn dat jongere ex-patiënten, met slopende klachten zoals extreme vermoeidheid, hoofdpijn, benauwdheid en geheugenverlies.
Buijzen verzet zich in elk geval tegen het beeld dat jongeren dwarsliggers zijn die zich nergens wat van aantrekken. Uit de voorlopige resultaten van een vragenlijstonderzoek dat ze in mei uitvoerde in Rotterdam, blijkt iets heel anders: jongeren zijn prima op de hoogte, en begaan met zowel hun eigen lot als dat van anderen. ‘Je moet alleen wel het gesprek met ze aangaan’, zegt Buijzen. ‘Maak het concreet en dichtbij. Vertel persoonlijke verhalen. En houd ze voor: een nieuwe lockdown, dat is het risico dat we nemen.’
‘Er moet worden nagedacht welk signaal voor welke groep handig is, zodat iedereen bij de les blijft’, vindt Heesterbeek. Want wat een wake-upcall is voor de een, is voor de ander misschien reden om zich nog eens lekker om te draaien. ‘Momenteel lijkt er weinig gerichte communicatie met een signaalfunctie, behalve de wekelijkse RIVM-cijfers en dat dashboard, waar de meeste mensen natuurlijk niet naar kijken.’
Uiteindelijk, zegt Heesterbeek, zit er maar één ding op: stapje voor stapje vooruit, op de tast de lockdown uit, terwijl de wake-upcalls ons wakker houden en de GGD’s de brandjes met contactonderzoek en quarantaines proberen te blussen. ‘Het antwoord is toch: een beroep doen op ieders verstand’, vindt Heesterbeek. ‘We mogen al veel meer dan tijdens de lockdown, maar dan moeten we ons wel verantwoord gedragen.’
Moeten GGD’s niet meer doen bij mini-uitbraken?
Een mini-uitbraak in een Overijssels restaurant heeft in het getroffen dorp de angst voor een tweede coronagolf aangewakkerd. Waarom is er niet direct massaal getest? ‘Dat is echt zinloos’, zegt de GGD. Maar voor de economie van het dorp is het beter, zegt een econoom.
Meeste Nederlanders met coronasymptomen laten zich niet testen en gaan gewoon de deur uit
Acht op de tien Nederlanders gaan gewoon naar buiten met een hoest, loopneus of andere coronasymptomen. Hoewel een meerderheid van de Nederlanders het belang van thuisblijven en testen bij corona-achtige klachten onderschrijft, maakt slechts 12 procent daadwerkelijk de gang naar een van de ruim tachtig teststraten van de GGD in ons land.