Het Syrische IS-bolwerk Raqqa komt in zicht
Nu de val van de Iraakse stad Mosul een kwestie van tijd lijkt, komt ook het Syrische IS-bolwerk in zicht: Raqqa. Alleen zijn de tegenstanders van IS daar hopeloos verdeeld.
Terwijl de verovering van Mosul in Irak een nieuwe fase ingaat, maken de tegenstanders van Islamitische Staat in Syrië zich op voor de aanval op de andere IS-hoofdstad. Maar nog vóór de veldslag goed en wel begonnen is, kan IS zich al in de handen wrijven: het vijandelijke kamp is verdeeld.
Drie partijen hebben aangekondigd IS uit zijn bolwerk te willen verjagen: het Syrische leger, een verzameling door het Turkse leger geleide rebellengroepen en de met de Verenigde Staten samenwerkende Syrian Democratic Forces (SDF).
Die laatsten hebben de beste kaarten. De SDF beschikt over zo'n 45 duizend strijders en kan rekenen op Amerikaanse luchtsteun. Ook hebben de Verenigde Staten zo'n vijfhonderd militaire adviseurs ter plekke. Vanuit het noorden hebben SDF-strijders de afgelopen maanden de omsingeling van Raqqa ingezet. Zij zijn de stad tot op acht kilometer genaderd.
Puur Arabisch
Raqqa is een puur Arabische stad, maar merkwaardig genoeg is de rol van de Koerden bij de inname van het IS-bolwerk het grote twistpunt tussen de Verenigde Staten en Turkije. Het conflict zet de verhouding tussen de NAVO-bondgenoten flink onder druk.
De SDF is een creatie van de Syrische Koerden, die in het noorden van Syrië een autonome regio hebben gevormd, Rojava. Hoewel het aandeel van Arabische strijders in de organisatie gestaag groeit, met het oog op de verovering van Arabische steden en dorpen rond het Koerdische gebied, vormt de Koerdische militie YPG de ruggegraat van de SDF.
Bij de anarchie die Arabische rebellen veelal tentoonspreiden, steekt de gedisciplineerde gevechtskracht van de Koerden gunstig af. Precies daarop hebben de Amerikanen hun hoop gebaseerd, in hun voornemen Syrië van IS te bevrijden. Onder president Donald Trump is dat niet veranderd.
'Er zullen zeker Koerden betrokken zijn bij de aanval op Raqqa', zei generaal Stephen Townsend, bevelhebber van de VS in Irak en Syrië, dinsdag op een persconferentie.
'Terroristische organisatie'
Voor Turkije is dat onaanvaardbaar. De Turken beschouwen de YPG als een mantelorganisatie van de Turks-Koerdische PKK, die ook in de VS en de Europese Unie als een terroristische organisatie te boek staat. Het Turkse leger trok in augustus Noord-Syrië binnen om samen met zo'n drieduizend Syrische rebellen IS aan te pakken, maar toch vooral om de opmars van de YPG en de SDF een halt toe te roepen en de Koerden terug te drijven tot achter de Eufraat.
Turkije zegt zo nodig tienduizend Syrische strijders onder de vlag van het Vrije Syrische Leger (FSA) te kunnen inzetten voor een opmars naar Raqqa. Dat die niet sterk genoeg zijn om het IS-bastion in te nemen, snappen de Turken ook wel, vandaar dat ze voorstellen samen te werken met de VS en hun lokale partners.
Maar dan zónder Koerden. 'Schouder aan schouder werken met een terroristische groep is voor ons uitgesloten', zei de Turkse premier Binali Yildirim deze week.
Bezetting of bevrijding?
Ook afgezien van de Turkse bezwaren kan inname van Raqqa door de SDF problemen opleveren. De 200 duizend Arabische inwoners zullen de komst van Koerdische strijders eerder ervaren als een bezetting dan als een bevrijding. Een oplossing is wellicht om de Koerden te laten vertrekken zodra de klus geklaard is, en dan het bestuur van de stad over te dragen aan het Arabische deel van de SDF.
Iets dergelijks werd in augustus door de Amerikaanse vicepresident Joe Biden geregeld voor de Noord-Syrische stad Manbij, nadat die door de SDF met Amerikaanse steun op IS was veroverd. Dat mislukte; de Koerden bleven gewoon zitten.
Dinsdag zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dat Manbij het volgende doelwit van het Turkse leger is, na de verovering op IS van de stad Al-Bab. De SDF-bevelhebbers in Manbij kwamen twee dagen later met een opmerkelijke tegenzet. Ze zeiden, na bemiddeling van Rusland, dorpen rond Manbij te zullen overdragen aan het Syrische leger.
Buffer
Als dat inderdaad gebeurt, vormt het leger een buffer tussen de Koerden en de Turkse troepen. De Koerden en het regime laten elkaar al jarenlang met rust, maar zo'n openlijke samenwerking werd niet eerder vertoond.
Een opstapje naar meer? Vermoedelijk niet. In de slag om Raqqa zal zo'n kunstje niet snel herhaald worden, ook al heeft Donald Trump ooit, tijdens zijn verkiezingscampagne, in gunstige zin gesproken over de bijdrage van de Syrische president Bashar al-Assad aan de strijd tegen IS.
Ook het regime heeft zich gekandideerd voor de verovering van de IS-hoofdstad, maar de kans daarop is niet groot. Het Syrische leger heeft al moeite genoeg zich IS van het lijf te houden in de oostelijke stad Deir al-Zour.
'Assad en zijn bondgenoten', aldus Midden-Oosten-expert Fabrice Balanche van het Washington Institute, 'hebben weinig andere keus dan stilzwijgend een door de Verenigde Staten gesteund SDF-offensief tegen Raqqa te ondersteunen.'
Helse klus
Het zou het regime in ieder geval een helse klus besparen. De jihadisten van IS hebben zich ingegraven voor de apocalyptische eindstrijd van hun kalifaat. Van de slag om Mosul is na bijna vijf maanden het einde nog lang niet in zicht, terwijl het gevecht daar wordt geleverd door een veel betere georganiseerde krijgsmacht dan wat in Syrië aan - onderling verdeelde - milities voorhanden is.