reportageChina
Het rode hart van de Chinese jeugd klopt weer als vanouds: ‘Als je in de partij zit, lijk je superieur’
De ideologie is terug in China. Leek decennialang het lidmaatschap van de Chinese Communistische Partij vooral een manier om handig aan voordeeltjes te komen, de Chinese jeugd gelooft weer heilig in de partij. En dat is goed geregisseerd, want de partij bestaat 100 jaar.
Wang Keni wist van jongs af aan dat ze lid zou worden van de Chinese Communistische Partij. Haar grootvader was partijlid en veteraan van het Chinese Volksleger: zijn medailles maakten een diepe indruk. Haar ouders hadden als kleine zelfstandigen nooit de kans om bij de partij te komen, maar moedigden haar aan. Wang dacht er niet bij na, maar meldde zich braaf bij de Communistische Jongerenliga.
Het was pas vorig jaar, tijdens de corona-epidemie, dat Wang echt oog kreeg voor de partij, en bij zichzelf een verlangen voelde om zich aan te sluiten. ‘China kreeg de epidemie in korte tijd onder controle en dat gaf me een diep gevoel van identiteit en trots’, zegt Wang, ingenieursstudent aan de gerenommeerde Fudan Universiteit in Shanghai. ‘Ik denk dat de epidemie de unieke voordelen heeft getoond van socialisme met Chinese karakteristieken en van het leiderschap van de CCP.’
Afgelopen oktober, zodra ze 18 was, diende Wang haar aanvraag voor het partijlidmaatschap in. Een half jaar later werd ze aanvaard als ‘activist’, de eerste fase van een strenge toelatingsprocedure. Kandidaten moeten bijna drie jaar lang partijklas volgen, ideologische rapporten schrijven en tentamens maken. In 2019 – de meest recente getallen – meldden zich 18,7 miljoen gegadigden en werden 2,3 miljoen leden toegelaten: een acceptatiegraad van 1 op 8.
Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
92 miljoen leden
Het is opzienbarend hoeveel aantrekkingskracht de CCP nog heeft, honderd jaar na haar oprichting, een jubileum dat op 1 juli wordt gevierd. De partij telt zo’n 92 miljoen leden, goed voor 6,6 procent van de bevolking. En al is de CCP officieel nog steeds de ‘voorhoede van de proletariërs’, tegenwoordig rekruteert de partij vooral uit de toplaag van de bevolking: hoogopgeleid, ambitieus, hardwerkend en vooral: een en al toegewijd aan de partij. Althans, dat laatste is toch de bedoeling.
‘Mijn denken is heel anders dan dat van de partij’, zegt Ma, studente geneeskunde aan een universiteit in Jiangxi. Ma is ‘voorbereidend lid’, de laatste fase voor volledig lidmaatschap. Ze houdt van reizen, van Japan en de VS – niet echt een typisch CCP-profiel. ‘Het doel van de partij is het volk dienen, jezelf opofferen. Ik denk niet dat ik zo’n leven kan leiden. Ik ben een redelijk aards persoon, ik wil geld verdienen en doen waar ik zin in heb.’
Waarom ze dan toch lid wil worden? ‘Mijn ouders willen het graag, ze denken dat het me in de toekomst zal helpen’, zegt Ma, die omwille van de gevoeligheid van het onderwerp niet met haar volledige naam in de krant wil. ‘Ik heb niet echt een reden, maar ik denk dat een partijlidmaatschap me beter doet lijken. Mensen die in de partij raken, hebben doorgaans goede studieresultaten en kunnen beurzen krijgen. Als je in de partij zit, lijk je superieur.’
Generatieverschil
Ma is lang niet de enige die uit opportunisme de partij in wil. Volgens Tang Wenfang, politicoloog aan de Hong Kong University of Science and Technology, komt dit heel vaak voor. Hij deed onderzoek naar de toetredingsmotieven van verschillende generaties. En ontdekte dat zestigers en zeventigers – toegetreden onder Mao Zedongs bewind – sterk ideologisch gedreven zijn, en dertigers, veertigers en vijftigers – toegetreden na de economische liberalisatie – veeleer pragmatisch.
In een land waar één partij de macht uitoefent, is partijlidmaatschap een toegangsticket tot tal van voordelen. Bij de overheid en staatsbedrijven is het vaak een vereiste om een baan te vinden of promotie te maken, en ook bij grote privébedrijven kan het geen kwaad. Een CCP-lidmaatschap geldt als een stempel van goedkeuring. ‘Je bent gescreend en gekeurd, en je bent betrouwbaar gebleken’, aldus Bruce Dickson, politicoloog en CCP-onderzoeker aan de George Washington Universiteit.
Die voordelen werden na de eeuwwisseling voor steeds meer kandidaat-leden de belangrijkste reden om tot de partij toe te treden. Tot Xi Jinping in 2012 als partijvoorzitter aantrad en de teugels strak aantrok: hij vergrootte zijn controle over heel China en dus ook over de partij. Hij voerde striktere toelatingseisen in, waarin politieke criteria weer de bovenhand kregen. ‘We willen geen mensen die politiek ongekwalificeerd zijn en de partij binnensluipen om te vissen naar profijt’, aldus Xi.
Politieke zuiverheid
Sindsdien is de selectie een stuk strenger geworden en worden heel veel kandidaten afgewezen. De acceptatiegraad daalde van 1 op 6 onder Xi’s voorganger Hu Jintao naar gemiddeld 1 op 10 onder Xi. ‘Ze willen leden die de regels volgen en loyaal zijn’, zegt Dickson. ‘Als je een rekruteerder bent en het blijkt dat je een dissident in de partij hebt gerekruteerd, dan kan dat een probleem voor je zijn. Ze doen hun best om dat soort mensen eruit te wieden, maar ze erkennen dat dat bijna onmogelijk is.’
Om hun politieke zuiverheid te bewijzen, moeten kandidaten een motivatiebrief schrijven, een sollicitatiegesprek voeren en een presentatie houden. Als ze door de eerste selectie komen, moeten ze twee jaar lang partijklassen bijwonen, vrijwilligerswerk doen en tentamens afleggen. Rekruteerders praten ook met hun leerkrachten, medestudenten en buren, om afwijkend gedrag op te sporen. Bovendien moeten kandidaten ieder kwartaal een rapport indienen over hun ideologische ontwikkeling.
‘Ah, die ideologische rapporten, die kun je gewoon van internet kopiëren’, zegt Jin (25), een voormalige student chemie aan een Zuid-Chinese universiteit. Jin is haar roepnaam; ze wil niet met haar echte naam in de krant. ‘Ik denk niet dat iemand die rapporten echt leest. De partij stelt het altijd mooi voor en natuurlijk willen ze geen opportunisten. Maar hoe kun je controleren of iemand echt in de partij gelooft? Dat kan helemaal niet.’
Jin deed in 2013 een aanvraag om partijlid te worden, puur om pragmatische redenen. ‘Ik was bezorgd over mijn toekomst, dus ik wilde een zo goed mogelijk cv. Ik zag het partijlidmaatschap als een extra pluspunt, alsof je een certificaat Engels behaalt. Ik denk niet dat veel mensen in de partij geloven. In mijn generatie zijn mensen niet zo gepassioneerd over de partij. Ik denk dat de meeste mensen net als ik gewoon een betere baan wilden vinden.’
Maar dat was acht jaar geleden, en in die tijd is veel veranderd, erkent Jin. ‘De partij heeft veel meer invloed dan acht jaar geleden. Je ziet meer propaganda en slogans op straat, en als je het huiswerk van lagere-schoolkinderen bekijkt, dat geloof je je ogen niet. Het hersenspoelen lijkt daar al begonnen. Hetzelfde met televisie en sociale media, dat heeft een grote invloed. Als jonge mensen zeggen dat ze zich heel trots voelen en de partij willen volgen, dan denk ik dat ze het echt menen.’
Deal met de partij
Ook Tang ziet een ommekeer bij de twintigers. Er zijn geen data over de toetredingsmotieven van deze generatie, maar Tang denkt dat het beleid van Xi Jinping onvermijdelijk invloed heeft gehad. ‘Deze jongeren hebben hun vormende jaren gehad onder het regime van Xi. Het zou me niet verrassen als ze een meer populistische, autoritaire politieke oriëntatie hebben, en meer pro-regime en antidemocratisch zijn.’
Volgens Tang sluit dat niet uit dat de twintigers ook pragmatisch zijn. Ze sluiten een soort deal met de partij: ze krijgen een zetje om carrière te maken, en moeten in ruil loyaal zijn. Tang: ‘Ze moeten niet ‘lang leve het marxisme’ roepen, maar ze moeten de CCP steunen en een hoge graad van nationalisme tonen.’ Volgens Dickson keert de partij in zekere zin terug naar het tijdperk van Mao, toen de partij ingenieurs en wetenschappers wilde, maar alleen die met een ‘rode’ achtergrond.
De grootste opsteker voor de partij zou wel eens de covidepidemie kunnen zijn. Leek de uitbraak in Wuhan het regime aanvankelijk in problemen te brengen, het uiteindelijke succes van de Chinese aanpak en het contrast met de rest van de wereld gelden als een triomf voor de CCP. ‘De partijleden stonden aan de frontlinie, dat vond ik cool’, zegt Fang Haoyun (18), een rechtenstudente aan de Universiteit van Lanzhou. Haar vader is partijlid en moest wekenlang covidtesten uitvoeren. ‘Ik was bezorgd, maar ook trots. Als partijlid nam hij zijn verantwoordelijkheid.’
‘Betekenis geven aan mijn leven’
Fang heeft haar lidmaatschap twee maanden geleden aangevraagd, maar lijkt nu al volleerd. Gevraagd naar haar mening over gevoelige zaken, zoals over de censuur van dokter Li Wenliang in Wuhan, schiet ze in de verdediging. In China kun je kritiek beter intern uiten, zegt ze, daar zijn kanalen voor. ‘Dat is geen beperking van de vrijheid van meningsuiting, maar een andere manier om je mening te uiten. En het voorkomt dat die vrijheid als een wapen tegen je wordt gebruikt.’
Fang heeft zich uit idealisme aangemeld, al vindt ze de voordelen mooi meegenomen. Maar eerlijk gezegd, categorieën als ‘ideologisch’ en ‘pragmatisch’ vindt ze voorbijgestreefd. ‘Veel studenten van mijn generatie plannen een carrière waarbij ze hun kennis voor het land kunnen inzetten’, zegt ze. ‘Ik wil niet alleen mezelf ontwikkelen, maar ik wil dat mijn eigen ontwikkeling en die van het land samenvallen. Voor mij is dat een belangrijke manier om mijn leven betekenis te geven.’
Met medewerking van Wang Yingjie.