Opinie
'Het populisme gaat Nederland redden'
Pas als de Haagse politiek meer blijk geeft van realisme en inziet dat 'maakbaarheid' vooral een ideaal is van de elite, zal oppervlakkig populisme verdwijnen, vindt René van Leeuwen.
Hij was niet de eerste Nederlandse populist, 'Professor Pim'. De meest legendarische, dat wel. En door de brute moord werd Fortuyn een martelaar van het populisme.
Het populisme is in Nederland een zwaar onderschatte wijze van politiek bedrijven. De benaming populist, is zelfs een beetje vies. Een belediging voor een zichzelf respecterende, fatsoenlijke politicus. Momenteel is de meest belangrijke populist Geert Wilders; een betiteling de niet als compliment wordt bedoeld.
Achteraf gezien was Fortuyn een logisch gevolg van het politieke klimaat rond de wisseling van het millennium. In Nederland overheerste politieke correctheid. Veel mocht niet gezegd worden. Na Janmaat was Fortuyn de eerste die keihard tegen de heilige huisjes aantrapte.
Inmiddels is het geloof in de zogeheten 'maakbaarheid' van de maatschappij niet langer onbetwist. De 'multiculturele samenleving' is al meer dan één keer mislukt en overleden verklaard. Daar kun je aan twijfelen, en daarover kun je treuren, iets wat menig cultuurrelativist nog altijd doet. Feit is dat Fortuyn sterk heeft bijgedragen aan de sloop van deze heilige huisjes.
Precies in die heilige huisjes ligt de verklaring voor de opkomst van Fortuyn. Zijn on-Rotterdamse flamboyante verschijning en bijzondere charisma ten spijt, Fortuyn heeft zijn populariteit vooral te danken gehad aan het falen van de oude politiek. Eerst in Rotterdam, later in heel Nederland.
Het geloof in de 'maakbaarheid' van de samenleving, intellectualisme en cultuurrelativisme hebben de politiek lang in hun greep gehad. Het stond in schril contrast met de dagelijkse realiteit in de volkswijken in Rotterdam en andere steden. Fortuyn bracht die realiteit terug in de politiek.
Daarmee maakte hij meer vijanden dan vrienden, kreeg hij meer tegenstanders dan sympathisanten. De oude politiek schudde op zijn grondvesten. Marcel van Dam, de stereotype socialist, noemde Fortuyn zelfs een 'buitengewoon minderwaardig mens'. Dat moment moet voor Fortuyn een bevestiging zijn geweest dat hij goed zat.
Zodra de inhoudelijke argumenten opdrogen en de 'ad hominem's' toenemen, zijn je tegenstanders aan het eind van hun Latijn.
Door de moord op Fortuyn was het opnieuw gevonden realisme in de politiek zijn enige echte wapenfeit. Treurig genoeg heeft hij nooit de kans gekregen om zijn ambities in werkelijkheid om te zetten. De LPF werd onthoofd en ging ten onder aan politiek amateurisme, ruzie en conflict. Maar de 26 zetels die de debuterende LPF in 2002 haalde, zijn nog altijd een unicum in de Nederlandse parlementaire geschiedenis.
Na het LPF-debacle herstelden de traditionele centrumpartijen zich. Bij de verkiezingen in 2003 hield de LPF slechts 8 zetels over. Het CDA (44 zetels) en de PvdA (42 zetels) beleefden nieuw succes. De kiezer keerde terug naar de redelijkheid en gematigdheid van het midden.
Oud-premier Balkenende, thans hoogleraar aan deze universiteit van denkers en doeners, zette in op het herstel van 'normen en waarden'. 'Fatsoen moet je doen', was een veelgehoord adagium. Dit kan niet los worden gezien van de in Haagse kringen ongekende stofwolken die Fortuyn deed opwaaien.
De rust en orde waren terug, zo leek het. Maar al snel sprongen Ayaan Hirsi Ali, Theo van Gogh, Rita Verdonk en Geert Wilders in de leegte die Fortuyn achterliet. Voor de politici was uiteindelijk geen ruimte binnen de VVD. Van Gogh moest zijn mening bekopen met de dood.
In Den Haag werden de lessen van Fortuyn niet op waarde geschat. De politiek viel terug in haar, door Fortuyns toedoen, verouderde vorm. Maatschappelijke problemen die de multiculturele samenleving met zich meebracht, werden nog steeds niet serieus genoeg genomen. De 'normen en waarden' van Balkenende zijn wellicht van moraliserende waarde geweest, het deed de openheid en integriteit van het publieke en politieke debat geen goed.
Daaraan dankt Geert Wilders zijn succes. Hij is een gevolg, geen oorzaak. In 2006 haalde hij 9 zetels, in 2010 zelfs 24. Wilders herhaalde de truc van Fortuyn, dezelfde kritiek, dezelfde vorm. Hij vergat, en vergeet, daarbij de inhoudelijke dimensie die Fortuyn, hoe oneens je het met die inhoud kunt zijn, wel had.
Toch is Wilders een zegen voor de Nederlandse democratie, ondanks zijn gebrek aan doeltreffende en uitvoerbare oplossingen. Nou ja, eigenlijk is Wilders zelf niet de zegen. Het gaat om dat realisme. De realiteit mist nog steeds in de vele Haagse ivoren torens, van waaruit het soms lijkt alsof de wil om de realiteit onder ogen te zien überhaupt niet bestaat.
Daarin ligt een cruciale rol voor het populisme. Het populisme zelf heeft de oplossingen niet. Het is te simpel, te oppervlakkig. Complexe problemen worden, hoe groot de wens ook is, niet opgelost met simpele oplossingen. Het gaat om de lessen die het populisme heeft voor Den Haag.
De les is dat 'maakbaarheid' vooral een ideaal is van de elite, die als vanzelfsprekend niet in de volkswijken woont en dus makkelijk praten heeft.
Wanneer de oude politiek de realiteit durft te omarmen, onhaalbaar idealisme inruilt voor het realisme van Fortuyn, het pragmatische van Rotterdam, pas dan zal het oppervlakkige populisme vervangen kunnen worden door realistische én doeltreffende politiek. Pas dan zal 'populist' geen scheldwoord meer zijn.
Met dit artikel won René van Leeuwen, masterstudent sociologie en columnist voor vk.nl, de essaywedstrijd 'Wie redt Nederland?' in het kader van de Rotterdamlezing 2012 die op 2 mei werd gehouden.
undefined
Marcel van Dam, de stereotype socialist, noemde Fortuyn zelfs een 'buitengewoon minderwaardig mens'. Dat moment moet voor Fortuyn een bevestiging zijn geweest dat hij goed zat.