Het nieuwe engagement

De voorgekookte doctrines zijn dood, maar Karen Vintges ziet veel mensen op hun eigen houtje, met hart en ziel, werken aan een betere wereld..

Karen Vintges

Het engagement is terug: de studenten staan weer op de barricaden, de vakbeweging demonstreerde massaal het afgelopen jaar en minister Verdonk krijgt haar asielzoekers het land niet uit vanwege het toenemende verzet tegen haar beleid. Waar komt dit nieuwe engagement vandaan en voor welke idealen staat het?

Op zichzelf staande, plotselinge bewegingen zijn het beslist niet. Want in weerwil van het gesomber van veel opiniemakers is er al een hele tijd een heropleving van maatschappelijke betrokkenheid in ons land. Het onlangs verschenen rapport 'Landelijk verenigd' van het Sociaal en Cultureel Planbureau constateert dat er gedurende de laatste tien jaar een 'verschuiving van sociaal engagement' heeft plaatsgevonden. Traditionele organisaties en verenigingen verliezen leden, maar het sociaal en politiek engagement is springlevend. Mensen zoeken het nu in lidmaatschap van ideële verenigingen en in vrijwilligerswerk, aldus het rapport.

Beter is het om te spreken van het ontstaan van een nieuw type engagement. We willen niet meer lid zijn van iets verafs, een politieke partij, of een traditionele vereniging, inderdaad. Maar waar het vooral om gaat is dat we wel zélf iets willen doen, in ons eigen dagelijks leven. Dit nieuwe type engagement kunnen we het beste aanduiden met een term die afkomstig is uit de andersglobalistenbeweging, namelijk als do it yourselfactivisme.

De voorbeelden ervan zijn legio en iedereen kent ze wel, uit de krant of uit eigen omgeving. Leraren geven vrijwillig bijles aan kansarme allochtone kinderen, mensen zetten zich persoonlijk in voor asielzoekers, scholen adopteren scholen elders in de wereld, jongeren gaan weer naar de Derde Wereld om aan projecten mee te werken en niet om zomaar wat te reizen. Ik zie dit nieuwe type engagement al een flink aantal jaren bij mijn studenten. Ze proberen in hun eigen leven daadwerkelijk iets zinnigs te doen, door interculturele contacten en uitwisselingen te organiseren, actief te zijn in vluchtelingenwerk, de sociale cohesie van buurten te helpen versterken - bijvoorbeeld door het organiseren van moskeebezoek.

Het is dus onzin te denken dat onze maatschappij leeg is en nihilistisch, want het nieuwe activisme is inmiddels wijdverbreid. Talloze mensen doen van alles, variërend van het organiseren van vakantiekampen voor autochtone en allochtone kinderen, tot het opzetten van noodopvang voor door de regering op straat gezette asielzoekers. Ik hoor veel opiniemakers al roepen dat het hier gaat om een soort liefdadigheidswerk in de marge, bij gebrek aan echt engagement en echte ideeën. Maar het nieuwe activisme staat juist ook voor bepaalde ideeën: in de doehetzelfhouding van het nieuwe activisme zitten de nieuwe idealen al vervat.

Ten eerste betreft het hier een houding die ook het eigen lichaam inzet, die dus niet alleen het hoofd omvat, maar ook hart en ziel. Hier zien we een ander mensbeeld uit naar voren komen dan het Cartesiaanse beeld van de rationele mens die zijn lichaam beschouwt als een vreemd ding. We zien een nadruk op andere elementen dan het rationele dat in onze westerse samenleving zo hoog wordt aangeschreven. Noem het intensiteit, noem het ontroering of affect, het gaat om leven als eenheid van lichaam en ziel, reden waarom je in dit verband kunt spreken van spiritualiteit.

De filosoof Michel Foucault gebruikte die term om een ethiek naar voren te brengen die ook het lichaam omvat, en die een manier van leven is in plaats van een doctrine. Om dit begrip van spiritualiteit te onderscheiden van een esoterisch begrip van spiritualiteit noem ik het ethische spiritualiteit.

Het gaat daarbij dus om een ethisch leven dat hart, ziel en emoties omvat. Het nieuwe

engagement bergt om Ik wil te beginnen dit ideaal van een ethisch-spiritueel de wereld leven in zich.

Een tweede in het verbeteren, oog lopend kenmerk van het nieuwe engagement maar ik is het zelf wil zelf vormgeven van het handelen, in plaats uitvinden hoe van het uitvoeren van blauwdrukken of politieke programma's. Hierin zit een groot verschil met het engagement van vroeger: je had doctrines zoals het wetenschappelijk socialisme, en de ideeën hoefden alleen geïmplementeerd, de blauwdrukken uitgevoerd te worden. Maar de bewegingen werden bureaus toen het geloof in de 'ismes' verdween. Want dát hebben we meegemaakt de laatste twee decennia. De val van de Berlijnse Muur symboliseerde het failliet van het wetenschappelijk socialisme.

In de filosofie kwam tegelijkertijd het postmodernisme op, dat liet zien dat alle grote theorieën in feite uit waren op macht, oftewel een wil tot macht betekenden, in termen van de filosoof Nietzsche. En inderdaad hebben we gezien waartoe de idee van een wetenschappelijk socialisme, bijvoorbeeld in Oost-Europa, kon leiden. Het postmodernisme was een nuttige reactie op het geloof in absolute waarheden. Het kritiseert ook het liberalisme, voorzover dat de absolute waarheid opeist en die aan anderen wil opleggen. Het gezichtspunt dat er geen waarheid is, heeft zich onder intellectuelen verbreid en is in bredere kring uitgemond in cultuurrelativisme.

Tegen dat relativisme zet het nieuwe engagement zich duidelijk af. Het wil geen relativisme meer, het wil weer voor iets staan, maar dan zonder een geloof in dogma's of absolute waarheden. Het nieuwe engagement wil de wereld verbeteren maar wil steeds zelf uitvinden hoe. We kunnen dus met een paar mooie woorden spreken van een 'ideaal van ethisch-spirituele zelfcreatie'. Het ledenverlies van traditionele bewegingen en verenigingen in ons land, dat in het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau wordt gesignaleerd, heeft met dit ideaal te maken en niet met het vermeende feit dat niemand meer 'rotklusjes voor de club' wil doen. De burger wil het eigen ethische handelen vormgeven vanuit het besef dat hij of zij steeds zelf daarvoor verantwoordelijkheid moet nemen.

Ten derde valt op aan het nieuwe activisme dat samendoen hier een nieuwe inhoud krijgt. Wie met hart en ziel leeft, voelt zich allicht al sneller betrokken bij anderen. Maar daarbij zien we in het nieuwe engagement ook het idee vervat dat bewegingen kunnen bestaan uit het delen van een ethische inspiratie, die men gezamenlijk zelf vormgeeft, dus zonder zich te verlaten op blauwdrukken.

Ook 'oude' maatschappelijke bewegingen, zien we op deze basis weer opleven. Zo duikt het feminisme weer op in de gedaante van een gedeelde ethisch-spirituele zelfcreatie. En ook de vakbeweging lijkt deels op deze basis een nieuw elan te vinden.

Daarnaast treffen we bij het nieuwe engagement ook vaak een intercultureel perspectief van gezamenlijkheid aan: men vindt elkaar door culturen heen en werkt samen aan projecten. Zo bestaan er in de Amsterdamse wijk Zeeburg initiatieven van kunstenaars voor interculturele kunstuitwisseling, en van 'buurvrouwen' voor het samen verbeteren van de buurt en het tegengaan van extremisme. En ook de eerder genoemde voorbeelden van nieuw engagement bestaan vaak uit zo'n crossculturele samenwerking. De deelnemers gaan er dus vanuit dat het ideaal van ethischspirituele zelfcreatie in alle culturen en religies aanwezig is.

In alle culturen en religies bestaan inderdaad van oudsher stromingen die onderstrepen dat men het eigen dagelijks leven ethisch vorm moet geven. Daarbij worden spirituele oefeningen of zelftechnieken aangeboden, die mensen in staat stellen om zo'n manier van leven zelf duurzaam vorm te geven. Dat geldt bijvoorbeeld voor Aziatische en Afrikaanse religies. Ook de islam kent die ethisch-spirituele stromingen waarin het zelf interpreteren van de koran en het zelf vormgeven aan het geloof in het dagelijks leven centraal staan. Een voorbeeld is het soefisme zoals dit wordt verwoord door de momenteel in Nederland werkzame Egyptische hoogleraar Nasr Abu Zayd, in zijn boek Mijn leven met de islam. Andere voorbeelden zijn onder meer te vinden in het werk van de moslimfeministe Leila Ahmed die laat zien dat de geschiedenis van de islam ook voor vrouwen toegang kende tot ethische zelfcreatie.

Het nieuwe engagement, zoals ik dat waarneem, gaat er dus terecht vanuit dat ethischspirituele zelfcreatie een cross-cultureel ideaal is. Het is ook een reactie op het verschijnsel dat dit ideaal in onze westerse samenleving is ondergesneeuwd. En het vertelt wellicht dat wij in het Westen kunnen leren van niet-westerse culturen en religies: van het samen doen en samen leven (dat hebben wij in het Westen voor een deel verloren) en van het vasthouden aan idealen door het organiseren van dagelijkse rituelen.

Als westerse variant hierop hebben wij van oudsher de ethisch-spirituele oefeningen van de oude Grieken, zoals innerlijke dialoog of het dagelijks inventariseren en beoordelen van het eigen ethische handelen in aantekenboeken. De Griekse zelfpraktijken hadden het ethische leven ten doel: men moest zichzelf kunnen bevan heren en beheersen om een goed burger, een goede vriend, te zijn.

De overdaad aan zelfhulpboeken in onze huidige tijd mist vaak deze ethische lading, waardoor ze vooral lijken bij te dragen aan de dominante ik-cultuur en aan het overheersende sociaal isolement van de westerse mens. Het huidige type 'zelfmanagement' lijkt vooral gericht op het leiden van een 'geslaagd' leven, in plaats van op het ethische leven.

Ethisch-spirituele oefeningen die een duurzame toewijding aan idealen mogelijk maken zijn in het Westen nog wel hier en daar aanwezig, maar in niet-westerse culturen zijn zij in velerlei, vooral ook religieuze, gedaanten aan te treffen. Daarbij is vaak een grote rol weggelegd voor het gevoel en de ontroering, aspecten die in de dominante westerse cultuur zijn ondergesneeuwd, en waarvoor de zelftechnieken van de oude Grieken, met hun nadruk op beheersing, ook niet al te veel soelaas bieden. Niet-westerse gedaanten van ethisch-spirituele zelfcreatie hebben in dit opzicht juist wél veel te bieden, en kunnen bijdragen aan een nieuwe, interculturele filosofie: een nieuw denken dat gebruik zal maken van inspirerende voorbeelden en praktijken uit een veelvoud van culturen.

Foucault zei het zo: 'Het tijdperk van de westerse filosofie is voorbij. Als er een filosofie van de toekomst bestaat, moet zij komen van buiten Europa of geboren worden uit de ontmoetingen en botsingen tussen Europa en niet-Europa.'

Het nieuwe engagement staat voor het cross-culturele ideaal van toegang voor ieder mens tot ethischspirituele zelfcreatie. En omdat het daarbij gaat om het hele leven van mensen gaat het ook om zoveel mogelijk zeggenschap over het eigen leven, op zoveel mogelijk terreinen. Het nieuwe engagement kent geen blauwdrukken maar bedenkt al doende steeds wat de volgende stap moet zijn en hoe plannen moeten worden bijgesteld. Het ideaal van het ethisch vormgegeven dagelijks leven voor ieder, is daarbij geen einddoel maar altijd werk in uitvoering.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden