Het nadeel van wonen aan de Marowijne-rivier

Waarom overstroomde het oosten van Suriname nu en zo dramatisch? Kwestie van bouwen op de foute plek...

Door René Didde

Is de plotselinge watersnood in de binnenlanden van Suriname een ramp die maar geen echte ramp wil worden? Drie meisjes van 2 jaar zijn meegesleurd door de Surinamerivier, tussen de 15 en 25 duizend mensen zijn voorlopig verstoken van water en soms van kleren, huis en voedsel. Maar de televisie-actie, de stroom van hulpgoederen en media-aandacht lijken eerder ingegeven door snelle Nederlandse solidariteit met de Surinaamse bevolking dan dat een ramp van formaat heeft plaatsgevonden. Ook de ingevlogen journalisten weten niet zo goed wat ze er mee aan moeten. Doorgewinterd rampenverslaggever Gerrie Eickhof (NOS-journaal) sprak op het hoogtepunt van de regenval van de kleinste ramp die hij ooit had meegemaakt.

Zeer normaal

Overvloedige regenval in Suriname is immers normaal in deze tijd van het jaar, zeer normaal zelfs. De grote (of lange) regentijd begint in april en kenmerkt zich door heftige lokale buien die vooral het binnenland tot in juli kunnen teisteren. Pas daarna trekt de regenzone noordwaarts weg en begint de grote (of lange) droge tijd.

Surinamers, en zeker de inlandse indianen en bosnegers in het regenwoud, weten drommels goed dat riviertjes buiten hun oevers kunnen treden. Het is hen uit ervaring ook bekend dat grote rivieren als de Surinamerivier en de Marowijnerivier bij een serie fikse plens-en onweersbuien de watermassa niet aankunnen.

De bevolking van Suriname is zelfs twee keer per jaar de sigaar, want eind november trekt een dergelijke regenperiode over het land, nu van noord naar zuid. Deze kleine (of korte) regentijd is doorgaans in januari weer voorbij.

Beide neerslagperiodes zijn het gevolg van een wolkenband die over de meteorologische evenaar zigzagt en daarbij twee keer Suriname aandoet. 'In deze zone - de zogeheten intertropische convergentiezone (itcz) botsen de noordoost-passaatwind en de zuidoost-passaat op elkaar', verklaart Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI in De Bilt.

'Bij dat treffen stijgt de lucht op en koelt vervolgens af waarbij de waterdamp condenseert als plensbuien, tien keer heftiger dan bij ons.' Dergelijke buien zijn vaak zo lokaal dat ze verborgen blijven voor de weersatellieten, en dat kan de verrassing in Suriname verklaren.

Op de cijferreeksen die Van Oldenborgh tot zijn beschikking heeft, ziet de meteoroloog geen enkele trend. 'En als er al iets valt waar te nemen, lijkt het eerder droger te worden in mei.' Ook klimaatmodellen waarmee onderzoekers in kaart trachten te brengen wat de effecten zijn van klimaatverandering, melden niets noemenswaardigs over Suriname. Pas bij een temperatuursstijging van 4 graden Celsius neemt de neerslag maximaal 20 procent toe, en zo ver is het nog lang niet.

Conclusie van Van Oldenborgh: 'Het is domme pech, een dergelijke extreme week zoals de afgelopen tijd komt nu eenmaal voor'.

Buien

Vlakbij vliegveld Zanderij te Paramaribo bevestigt Cor Becker, hoofd van de Surinaamse Meteorologische Dienst, de indruk van zijn Nederlandse collega.

'Uit onze meetreeksen blijkt dat de totale neerslag per jaar vanaf 1990 iets afneemt', zegt Becker aan de telefoon. 'De intensiteit van de buien neemt daarentegen wat toe.'

Ook de milieukundige en socioloog professor Arthur Mol van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) heeft zijn gegevens erop nageslagen. In 2004 publiceerde Mol een kritische evaluatie in boekvorm over het Surinaamse milieubeleid.

'Aan het kappen van regenwoud en de daarmee gepaard gaande erosie kan het niet liggen', zegt Mol. 'Voor een ontwikkelingsland als Suriname is het beleid goed te noemen en is de staat van het regenwoud zelfs uitzonderlijk goed.'

Van grootschalige activiteiten als gevolg van goudmijnen, verandering van rivierlopen door menselijke ingrepen en concessies door mijnbouwbedrijven is evenmin sprake, oordeelt Mol.

Houtkap, wilde goudzoekers, oprukkende sojaplantages in het aangrenzende regenwoud van Brazilië dan? Nee, zegt Mol beslist. 'Dergelijke grootschalige ingrepen die misschien invloed kunnen hebben, spelen zich juist af in het zuidelijke deel van het Amazonegebied.'

Wat verklaart dan de impact van de zondvloed? Volgens de Surinaamse meteoroloog Becker ligt het aan de civilisatie.

'De mens in de jungle is de laatste decennia steeds dichter bij de rivier gaan wonen, zonder beschermende dijken', zegt Becker. 'De Surinaamse regering en de kerk hebben dit proces nog versterkt door alleen in de grotere dorpen een overheidskantoor en een kerk te stichten. Die gebouwen zijn de afgelopen jaren pal aan de rivier neergezet om een goede bereikbaarheid te garanderen voor de bewoners van kleinere dorpen uit de omgeving die met hun bootjes de rivier afzakken.'

Er zijn volgens hem ook meer huizen dichterbij de rivier gebouwd. Becker: 'Nu we te maken hebben met een extreme regenweek, heeft dat een veel grotere impact dan vroeger.'

Intussen zakt het water. 'We moeten de ramp ook niet overdrijven', zegt Becker.

Dat vindt Mol ook. 'Mijn broer is visbioloog in Suriname, en verkeert voor de ontdekking van nieuwe soorten regelmatig diep in de jungle. Als er echt wat is, mailt hij wel. Ik heb nog niks gehoord.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden