Het mooiste paard en de lucht die we ademen

Jeanne Prisser bericht over wat zich afspeelt in de voorhoede van de beeldende kunst. Deze week zakte zij bijna door haar hoeven maar hervond zij zich in een bruut buitenwerk.

Jeanne Prisser
Lucas Lenglet: De lucht die we ademen (2015-2016) Beeld TAAK & Lucas Lenglet
Lucas Lenglet: De lucht die we ademen (2015-2016)Beeld TAAK & Lucas Lenglet

Amsterdam, 1 maart

Het mooiste paard dat ik ooit zag, hing ondersteboven en kuste de grond van de slachterij. Een foto van Robert Frank uit 1949, gruwelijk en betoverend. En ongeëvenaard wat mij betreft, maar o, wat komt Leanne Prins dichtbij. Ik stond voor haar tekeningen in de gang van ArtDeli in Amsterdam: houtskoolpaarden, een beetje houtenklazerig en soms wat uit proportie, maar ook zo ráák. Bij één van die tekeningen, een paard zonder ogen, zonder oren en met een wat mollig postuur, treurig ondersteboven vastgebonden aan lange touwen, zakte ik bijna door mijn hoeven. En toen moest de genadeklap nog komen.

Manege. Zo heette de groepstentoonstelling bij ArtDeli, een galerie die niet alleen galerie is, maar ook restaurant, café, designwinkel en cactuskwekerij. Dat laatste verzin ik, maar het had gekund. Het betreft hier namelijk een hippe boel. Enfin, ik ging naar ArtDeli vanwege een paardententoonstelling. Nu ben ik geen Penny-verslinder, maar wel altijd benieuwd naar Het Paard in de kunst. Zoete meisjesfantasie of nachtmerrie - that's the question.

Nou. Met Wilco Tuinebreijer, gastcurator en tevens hoofdpsychiater van de Amsterdamse MGGZ-GGD én directeur van de stichting Beautiful Distress, voor mensen die geestelijk lijden, kon ik mijn lol op. Al in de voorkamer constateerde ik dat het paard hier vooral symbool stond voor het gedrilde, zelfs gekooide, menselijk bestaan. Geknecht of vrij - dát bleek hier de vraag.

Voor me lag een parcours van fijne tegenstellingen. Eva-Fiore Kovacovsky bleek wel een Penny-liefhebber, zij het één met een schaar. In haar mooie collages wordt het paard zowel bevrijd als verminkt. Zijn machtige lijf is nu eens aan stukken geknipt, hoofd de ene kant op, benen de andere kant, dan weer al galopperend gevangen onder een boterhamzakje.

En het hoefden dus niet altijd letterlijk paarden te zijn. Ik zag geketende figuren van Gijs Assmann en vulva's van houtkleurige panty's van Fleur Stoltenborgh. Die vulva's waren een hindernis te ver, maar soit. Associatie-armoede kon ik de samensteller niet verwijten.

En toen die laatste zaal - een kunstwerk op zich, met een omgang van houten tralies. Een gevangenis, zo leek het, en voilà: hier hingen onder meer documentairefoto's uit Guantánamo Bay van Tim Dirven, een vijftal huiveringwekkende beelden vol bewakers, uitkijktorens, ketens en prikkeldraad. En daar was ook Leanne Prins weer, nu met een stel beschadigde gipsen paardenbenen, bungelend aan touwen aan het plafond. Zoveel trotse kracht zo kwetsbaar verbeeld - het duurde lang voordat ik mezelf van die aanblik kon bevrijden.

Eva-Fiore Kovacovsky: 25B Beeld ArtDeli
Eva-Fiore Kovacovsky: 25BBeeld ArtDeli

Zaanstad, nog steeds 1 maart

En toen moest ik weg, naar buiten. Een beetje afstand, een beetje vrijheid s'il vous plaît! Die vond ik in Zaanstad, waar ik een pas opgeleverd beeld in de openbare ruimte opzocht. Geen ruimte openbaarder dan dit: het voorplein van het nieuwe Justitieel Complex Zaanstad. Een gevangenis - ik had warempel een thema te pakken. Maar dit plein was Buiten. Binnen was Binnen.

Voor het nieuwe huis van bewaring, vervanger voor de dit jaar nog te sluiten Bijlmerbajes en de Haarlemse Koepel, staat een sculptuur van Lucas Lenglet. Hem kende ik wel van modernistische vogelkooien met kanariepietjes erin, waar de dierenbescherming eens wat over mopperde. Maar dit was andere koek.

Het beeld is een tamelijk bruut ding. Elf geschakelde rechthoekige ruimtes, met precies de maten van gevangeniscellen, zijn weergegeven door ribben van hout. Wanden zijn er niet, alleen constructie. Bruut zeg ik u, maar ook best elegant. Het beeld staat iets schuin geparkeerd en zwevend op dunne pootjes voor de bezoekersingang van de nieuwe bajes.

Nu kun je met kunst in de openbare ruimte twee dingen doen: ernaar kijken of het in gebruik nemen. Ik raad altijd het laatste aan, we zijn tenslotte niet in een museum en die dingen zijn gegarandeerd vandaalproof.

Vijf stappen in de lengte, krap twee in de breedte. Twee maar! Dat viel me als eerste op: hoe smal het was. Ik liep vrijelijk in en uit, stapte door de muren heen, de hond deed aan hordelopen. De wind joeg erdoorheen en de ijsregen ook. En 'de lucht die we ademen', zoals het kunstwerk heet, die had ook vrij spel.

Met elke cel groeide de bewondering voor Lucas Lenglet. Wat een meesterzet: er was hem, zo had ik gelezen, om een 'mediageniek' beeld gevraagd. Dat is het - én het is kritiek verpakt als kunst. Zijn beeld gaat de komende decennia dienen als achtergrond voor nieuwsreportages, als bijvoorbeeld Journaal-verslaggeefster Lidwien Gevers vanaf locatie verslag moet doen. Wie weet waagt ze het eens erdoorheen te lopen. Steeds zal de kijker denken: wat een hóndenhokken. Vijf stappen, twee stappen. En waar is dan de dierenbescherming?

De hond lichtte zijn poot tegen de houten balken. Uit het ongenaakbare gebouw kwam een geel hesje naar buiten en wij wisten: eindelijk tijd voor The Great Escape.

Manege ArtDeli, Rokin 93, Amsterdam, t/m 1/05.

De lucht die we ademen Lucas Lenglet. Smeet 1, Zaanstad. Vrij toegankelijk.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden