ReportageVerduurzaming woningen
Het klimaat een splijtzwam? Volksbuurt 't Ven wordt aardgasvrij en klimaatneutraal
Het klimaat splijtzwam in onze samenleving? Ja, de vernieuwing begint bij de elite. Maar de bewoners van ’t Ven in Eindhoven zijn blij dat ze van hun tochtige huizen af zijn.
‘Hebben wij hier ooit iemand over het klimaat gehoord? Nou ja, één man, en die zegt: ja, de Europese Unie beslist dat allemaal en de regering en de gemeente Eindhoven gooien het over ons uit. Maar verder denkt niemand hier aan het klimaat. Dit is een volksbuurt’, zegt Briggitte Kordalski-Vervoort (54). Ze woont in ’t Ven, de eerste wijk in Eindhoven die aardgasvrij moet worden. In deze wijk geeft woningcorporatie ‘Thuis 186 woningen een grote opknapbeurt. Ze gaan van het gas en worden klimaatneutraal. Kordalski zit in de klankbordgroep die bemiddelt tussen de corporatie en de buurtbewoners.
Duurzaamheid dreigt een politieke splijtzwam te worden. Bij de Statenverkiezingen van maart werd het thema vaardig uitgespeeld door Forum voor Democratie, met een discours over ‘de elite’ die ‘het volk’ haar ‘klimaatreligie’ zou willen opleggen wat ‘de gewone man’ op kosten zou jagen.
In de Eindhovense volksbuurt ’t Ven blijkt hoe simpel deze tegenstelling is. Het klimaat is inderdaad van bovenaf op de buurt neergedaald, via de conferentie van Parijs, via het duurzaamheidspact dat de gemeente Eindhoven met vier woningcorporaties en een huurdersplatform sloot. Er is geen mens in ’t Ven die erom gevraagd heeft. ‘In zulke buurten hebben mensen andere zorgen’, zegt Roland Otto, gebiedsregisseur van ’t Ven voor de corporatie ‘Thuis.
Schimmelplekken
Toch zijn de bewoners blij dat hun vochtige, tochtige en gehorige huizen worden gerenoveerd tot moderne, goed geïsoleerde en comfortabele woningen met een lage energierekening. Zo bezien is duurzaamheid juist in het belang van ‘het volk’, mits dat uiteraard niet wordt opgezadeld met onevenredige kosten. Of omgekeerd: het is vreemd om mensen, in naam van het anti-elitarisme, in hun tochtige huisjes te laten zitten.
’t Ven is ruim opgezet rond het Hugo de Grootplein, een enorm plantsoen dat direct na de oorlog werd aangelegd, in een tijd dat de grond nog goedkoop was. Maar de huizen voldoen al lang niet meer aan de eisen van de 21ste eeuw. In een leegstaande woning die gerenoveerd wordt, zitten de schimmelplekken op de muren.
‘Als ik in de huiskamer zit, kan ik de buren horen plassen’, zegt Martie Sanders (68). ‘In de winter waaien de kaarsen op tafel uit, zo tochtig is het’, zegt Monique van Deventer (55), terwijl de bouwvakkers haar huis binnenlopen. Sanders en Van Deventer zijn ook lid van de klankbordgroep van corporatie ‘Thuis.
Een proefblokje van negen woningen is al gerenoveerd. Ze zijn all-electric, van het aardgas af. Rond de buitenkant is een isolerende schil aangebracht. De tussenmuren zijn aan weerszijden met zeven centimeter verdikt, zodat je niet meer naar de tv-programma’s van de buren hoeft te luisteren. De huur is met 30 euro omhoog gegaan, maar de energierekening is gemiddeld 80 euro lager geworden. De rekening is nog lager, omdat bewoners overtollige energie, opgewekt door de zonnepanelen op het dak, aan de elektriciteitsmaatschappij verkopen. Hierover zijn echter geen cijfers beschikbaar.
‘Het is een grote vooruitgang. Vroeger was het ’s zomers niet te harden in huis, nu is het lekker koel’, zegt een dertiger die niet met zijn naam in de krant wil. Toch heeft hij een bezwaar: ‘Je mag niet meer boren in de voorgevel, omdat die geïsoleerd is. Maar waar moet ik nu mijn beveiligingscamera’s ophangen?’
Standsverschil
’t Ven werd aan het einde van de jaren veertig gebouwd, vooral voor werknemers van de Nederlandse Spoorwegen en Philips. Zo maakte ’t Ven deel uit van wat door de schrijver A.F.Th. van der Heijden zo mooi het ‘panphilipsisme’ werd genoemd. Broederschap rond een bedrijf met zijn eigen huizen, sportclubs, studiebeurzen, winkel en ontspanningscentrum. Standsverschil was er wel: in de wijk staan A-woningen voor de ‘witte jassen’, B-woningen voor de ‘blauwe jassen’ en C-woningen voor wie er overschoot. Aan de rand van de wijk staat het Evoluon, de vliegende schotel die in 1966 verrees om Nederland te laten zien hoe Philips de toekomst veroverde.
Het is allemaal verdwenen. Philips verplaatste zijn hoofdkantoor naar Amsterdam en werd een zakelijke, wat anonieme multinational die zich concentreert op medische technologie. Het Evoluon is een zalencentrum geworden.
Niettemin wist Eindhoven de verhuizing van Philips en het faillissement van DAF te boven te komen. Industriestad Eindhoven werd een ‘brainportregio’ van vooraanstaande techbedrijven, met chipsmachinemaker ASML als vlaggenschip. De High Tech Campus Eindhoven afficheert zichzelf als ‘de slimste vierkante meter van Nederland’.
Tech-vibe
Bij zo’n tech-stad hoort duurzaamheid, per slot van rekening ook een bron van innovatie en economische mogelijkheden. ‘Eindhoven wil graag koploper zijn’, zegt Rik Thijs, wethouder klimaat en energie voor GroenLinks, op het stadskantoor. ‘Wij hopen dezelfde vibe die we voelden bij de start van wat we nu brainport noemen ook voor duurzaamheid te krijgen.’
De gemeente Eindhoven sloot een duurzaamheidspact met de woningcorporaties. In 2030 moet de CO2-uitstoot van woningen met 55 procent verminderd zijn, in 2050 moet die op 0 staan. Supervisor van het project is de vroegere PvdA-leider Diederik Samsom, inmiddels benoemd tot kabinetschef van Europees Commissaris Frans Timmermans. Tussen twee afspraken door heeft hij even tijd om te praten, bij de Starbucks op Utrecht Centraal. Hij ziet er uitgerust uit, nu de last van het politieke bedrijf hem ontvallen is.
Via de bovenkant
De verduurzaming van Nederland kan broederschap juist bevorderen, gelooft hij, mits ze op rechtvaardige wijze wordt uitgevoerd. ‘Het is onvermijdelijk dat verduurzaming in eerste instantie via de bovenkant loopt. Elke vernieuwing begint nu eenmaal bij een elite die tijd, geld en zin heeft’, zegt hij. Maar via de woningcorporaties kan juist de onderkant van de samenleving van verduurzaming profiteren. ‘Wat is er nou mooier dan sociale huurders, eerder dan de rest van Nederland, een betere woning en een lagere energierekening te gunnen?’
Verduurzaming kan uitgroeien tot een groot gezamenlijk project voor alle Nederlanders, gelooft hij. ‘Ik denk dat veel Nederlanders het gevoel hebben: we jagen individuele welvaart na, dat is best goed gelukt, maar we doen nooit meer iets samen. Dat verklaart de populariteit van projecten waarbij mensen iets samen doen: zorg, kinderopvang, buurtwachten. Verduurzaming is de overtreffende trap, dat is echt iets samen doen. Het is de ultieme vorm van broederschap: samen voor de planeet en voor toekomstige generaties.’
Praatje
In ’t Ven maken Briggitte Kordalski en Martie Sanders hun ronde door de buurt. De renovatie is in volle gang, overal staan busjes en zijn bouwvakkers aan het werk. Kordalski en Sanders maken een praatje met de buurtbewoners, horen klachten aan, proberen problemen op te lossen. De renovatie heeft in de buurt tot een meer alledaagse vorm van verbroedering geleid, zegt Kordalski. ‘De mensen helpen elkaar met allerlei klusjes. Normaal gesproken is het toch: ieder leeft zijn eigen leven. Nu gaan de deuren open. Je leert de mensen kennen. Eerst wisten alleen de instanties wat er achter de voordeur speelde, nu komen de buren erachter. Daardoor hebben ze ook meer begrip voor eventuele overlast.’
Martie Sanders: ‘Er zit hier heel veel leed achter de voordeur.’
Kordalski: ‘We hebben hier alles, mensen die verslaafd zijn aan de drank, mensen met psychische problemen die de deur niet uitdurven, autistische mensen. We hebben een autistische man, die komt niet gauw buiten, maar omdat hij nu de hulp wil aanvaarden van zijn buren zie je hem toch weer opbloeien.’
Voor een open raam houdt Astrid van Boxtel (50) audiëntie, haar kleinkind op schoot. ‘Ik ben blij met de renovatie’, zegt ze. ‘Maar nu het dichterbij komt, raak ik in paniek. Ik heb een herseninfarct gehad en kan het allemaal niet meer zo goed overzien.’
Groen levensgevoel
Van alle Nederlanders maakt 65 procent zich zorgen om de opwarming van de aarde, bleek in maart uit een onderzoek van I&O Research in opdracht van het blad Binnenlands Bestuur. Het groene levensgevoel is duidelijk in opmars, groene partijen doen het beter dan ooit. Politicologen wijzen op het belang van ‘postmaterialistische waarden’ in een welvarende samenleving. Veel kiezers worden niet meer in de eerste plaats gedreven door hun portemonnee. Na de technocratische jaren van het neoliberalisme hebben zij behoefte aan een andere politiek, die waarden uitdraagt en zingeving biedt. Wat is er zinvoller dan het behoud van de planeet?
Groen botst echter met een andere postmaterialistische stroming die aan kracht wint: het populistisch nationalisme. De populisten zoeken naar waarden en zingeving binnen hun eigen natie. Soms botst nationalistisch broederschap met het planetaire broederschap van Groen. President Trump wilde de verklaring van Parijs niet ondertekenen omdat hij internationale klimaatafspraken beschouwde als een inbreuk op de Amerikaanse soevereiniteit. Maar op zichzelf is er niets links of rechts aan schone lucht of het behoud van de planeet. Iedereen heeft er belang bij. Het verzet van populisten tegen klimaatafspraken lijkt eerder voort te komen uit wantrouwen tegen de gevestigde orde, tegen een ‘elite’ die ‘het volk’ op kosten wil jagen.
Wantrouwen
Het klimaat is een lastig onderwerp, omdat een planetair probleem alleen planetair kan worden opgelost als iedereen meedoet. Wat heeft het voor zin om een dure warmtepomp aan te schaffen als de industrie vrolijk doorgaat met het uitstoten van CO2? Bijna 60 procent van de Nederlanders onderschreef volgens I&O Research de stelling ‘Zolang grote bedrijven hun CO2-uitstoot niet terugdringen, maken mijn acties niet uit’.
‘Mensen hebben gewoon wantrouwen’, zegt Kordalski. ‘Onze wijk krijgt het klimaatprobleem echt niet opgelost voor heel Nederland. Als je tien minuten fietst, zit je bij de A2 en daar staat het altijd vast. En wat doen China en andere grote landen? Qua klimaat moet er heel wat meer gebeuren dan dat onze huizen aardgasvrij worden.’
Het is duur om Nederland in 2050 van het aardgas te krijgen, maar de kosten lijken niet eens het grootste probleem. Verduurzaming is vooral een sociale operatie. Volgens gebiedsregisseur Roland Otto van ’t Ven heeft corporatie ‘Thuis veel moeten investeren om het wantrouwen van de bewoners te overwinnen.
Collectief
En dan is het verduurzamen van sociale huurwoningen nog relatief eenvoudig, omdat corporaties met hun nog altijd aanzienlijke slagkracht hele blokken tegelijk kunnen aanpakken. ’t Ven bestaat voor de helft uit koopwoningen waar vrijwel niets aan is gedaan. ‘Particuliere huiseigenaren zijn de grootste uitdaging’, zegt Roozbeh Nikdel, projectleider energietransitie van de gemeente Eindhoven. ‘Ze denken niet als een professionele vastgoedbeheerder op lange termijn. Dat hoeven ze ook niet. Gemiddeld verhuist een eigenaar een keer in de zeven jaar. Daarnaast zijn er veel oudere huiseigenaren. Stel dat je 65 bent en een eigen huis hebt. Heb je dan zin in een verbouwing omdat Nederland in 2050 van het aardgas af moet zijn?’
Het is een illusie dat eigenaren massaal zullen investeren in warmtepompen of isolatie, in de hoop de kosten binnen tien of vijftien jaar terug te verdienen. Een appel aan individuele verantwoordelijkheid zal waarschijnlijk niet genoeg zijn. Nodig is klassiek broederschap: collectieve regelingen die het individu over de streep trekken.
Op het stadskantoor van Eindhoven schetsen wethouder Thijs en projectleider Nikdel de contouren van een oplossing. De gemeente gaat de wijk in, bekijkt hoe de huizen verbeterd kunnen worden en biedt eigenaren een verbouwing aan. Door collectieve inkoop en organisatie worden de kosten laag gehouden. Op die manier heeft een eigenaar ook minder rompslomp: hij hoeft niet zelf met aannemers en andere bedrijven in de slag.
Zo’n verbouwing zou gefinancierd kunnen worden door instrumenten als de ‘gebouwgebonden financiering’ waar het kabinet nu op studeert. De lening is niet aan de eigenaar, maar aan het huis gekoppeld. Met het geld wordt het huis verbouwd. De extra lasten worden gecompenseerd door een lagere energierekening, zodat de eigenaar per saldo niets extra kwijt is.
‘We hebben straks een leger mensen nodig die de wijken ingaan en de eigenaren een aanbod kunnen doen dat ze niet kunnen weigeren, waarbij hun woning wordt verbeterd zonder dat ze er financieel op achteruit gaan. De energietransitie mag vooral niet tot maatschappelijke verdeeldheid leiden’, aldus Thijs. Eindhoven hoopt nu op de ontwikkeling van nieuwe financiële regelingen, subsidies van het rijk en technische innovaties. Anders zal het zijn klimaatdoelstellingen voor 2030 zeker niet halen, zegt Thijs. ‘In oktober presenteren we onze klimaatmonitor. De doelstelling voor 2030 is een CO2-reductie van 55 procent. Als we kijken wat we nu doen, en wat haalbaar is, dan gaan we 30 procent halen. Voor de overige 25 procent hebben we hulp nodig van het bedrijfsleven en het rijk. Ik vertel maar liever het eerlijke verhaal’, zegt hij.
Iets beter dan B
In de wijk ’t Ven heeft corporatie ‘Thuis het vertrouwen van de bewoners gewonnen. Dat mag ook wel, want ze heeft een enorm bedrag voor de renovatie uitgetrokken. Per woning wordt voor 130 duizend euro verbouwd, waarvan ongeveer de helft voor energiedoeleinden. ‘Dat kunnen we natuurlijk niet met al onze woningen doen, want dan bestaat ‘Thuis straks niet meer. Maar deze woningen moesten echt een keer grondig worden aangepakt. Het alternatief was sloop’, zegt gebiedsregisseur Otto.
Het is ook niet nodig om alle woningen zo ingrijpend te renoveren. Volgens supervisor Diederik Samsom is al veel gewonnen als de gemiddelde woning van energielabel D naar ‘iets beter dan B’ gaat. ‘Dat kost 15 tot 20 duizend euro per woning, dat is te overzien’, zegt hij.
Samsom is gewend op bewonersavonden te spreken. Geroutineerd maakt hij het probleem kleiner. Je kunt op verschillende manieren naar de energietransitie kijken, zegt hij. Nederland heeft acht miljoen woningen en tot 2050 nog achtduizend werkdagen. Dat betekent dat er duizend woningen per dag ‘van het gas’ moeten. Een immense opgave. Maar je kunt ook zeggen: tot 2050 moet elke woning in Nederland een keer verbouwd worden. Dan lijkt de opgave meteen een stuk overzichtelijker, zegt Samsom, want de afgelopen dertig jaar zijn ook alle woningen verbouwd, voor een serre, een badkamer of een keuken. En aardgasvrij levert nog wat op ook, in de vorm van een lagere energierekening. ‘Kom daar eens om met je keuken’, zegt Samsom.
Luchtbelletjes
De energietransitie is nog maar net begonnen, zeggen de betrokkenen. De komende decennia gaat er veel gebeuren. Nieuwe financiële instrumenten, nieuwe vormen van collectieve organisatie, technische innovaties. Samsom zag laatst verf op basis van luchtbelletjes die net zo goed isoleert als drie centimeter glaswol. Drie lagen en hupsakee, de muur is geïsoleerd. Het kost nu nog een ton per vierkante meter, maar die kosten zullen snel omlaag gaan.
Het sterkte Samsom in zijn onverwoestbare optimisme. ‘Ik stond vroeger over duurzaamheid te preken voor anderhalve man en een paardenkop, die al bekeerd waren. Als ik nu naar een bewonersavond ga, vallen ze bijna uit de ramen, zo druk is het’, zegt hij. ‘Er is wantrouwen, maar ook nieuwsgierigheid. Ze willen wel eens weten hoe het zit met die warmtepomp van Samsom. Ik word daar vrolijk van.’
Ondanks alle bedenkingen zal het enthousiasme toenemen, denkt hij. Eerst bij een sociaal-culturele elite, daarna bij andere groepen. ‘Het verduurzamen van je huis is besmettelijk, zeker als je het met zonnepanelen doet. Dat is net zoiets als de lichtmetalen velgen van de jaren negentig. Die zag je ook bij de buurman. Er is niets zo prikkelend als de buurman die zegt: joh, ik weet niet wat jij voor je energie betaalt, maar ik heb iets laten doen en dat tikt toch lekker aan. Ik geef toe: voor mij is het deels wishful thinking. Ik wil het ook heel graag.’
Broederschap
Peter Giesen keerde vorig jaar terug uit Frankrijk, waar hij vijf jaar correspondent van de Volkskrant was geweest. Hij trof een Nederland aan met diepe breuklijnen, tussen hoger- en lageropgeleiden, tussen stad en ommeland, tussen verschillende etnische groepen. Steeds meer zoeken burgers het ‘wij-gevoel’ in hun eigen groep. Maar wat betekent dat voor broederschap, het ‘wij’ van de samenleving als geheel? In een serie artikelen onderzoekt Giesen op welke manier sociale breuklijnen overbrugd kunnen worden.