Reconstructie

Het kat-en-muisspel tussen de islamitische As-Siddieqscholen en de overheid

Na ruim 20 jaar zorgen over de islamitische As-Siddieqscholen eist de minister van Onderwijs nu dat het bestuur opstapt. Waarom duurde dat zo lang? En is het islamitisch onderwijs eigenlijk oververtegenwoordigd bij dit soort wanbeleid?

Irene de Zwaan
De al Jawhara-school, een van de basisscholen van stichting Islamitische School Amsterdam. Beeld
De al Jawhara-school, een van de basisscholen van stichting Islamitische School Amsterdam.

De roerige geschiedenis van de drie islamitische As-Siddieqscholen in Amsterdam laat zich nog het beste samenvatten als een kat-en-muisspel. De eerste problemen ontstonden ongeveer tien jaar na hun oprichting in 1988. Sindsdien ontsnapten de scholen steeds aan de toorn van Den Haag.

Want staatssecretaris van Onderwijs Sharon Dijksma, de Amsterdamse Onderwijswethouder Lodewijk Asscher, minister van Onderwijs Maria van der Hoeven: allemaal riepen ze in het verleden op tot maatregelen tegen de scholen. VVD-Kamerleden Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders pleitten zelfs voor sluiting.

Telkens waren er zorgen. Over mogelijke antiwesterse en anti-Joodse denkbeelden. Over de onderwijskwaliteit. Over het gebrek aan integratie. Over de sociale veiligheid van leerlingen die, volgens verhalen van ex-docenten in de media, geen enkele ruimte kregen om plezier te maken. Muziek en dans waren uit den boze, evenals vrolijke tekeningen aan de muren.

Nu is het de huidige minister van Onderwijs Dennis Wiersma (VVD) die zich zorgen maakt. Dit keer zijn die niet ideologisch van aard, maar gebaseerd op beschuldigingen van de Onderwijsinspectie in een vorige week gepubliceerd rapport over financieel wanbeleid, onrechtmatige verrijking en onrechtmatig handelen van het schoolbestuur. Hierdoor komt de onderwijskwaliteit onder druk te staan.

Wiersma eiste dat het voltallige bestuur van stichting Islamitische School Amsterdam (ISA) opstapt. Verder moet drie ton aan onrechtmatig besteed geld worden teruggestort en de scholen – Al Maes, Al Yaqoet en Al Jawhara, met in totaal zo’n 1.200 leerlingen verspreid over vijf locaties – worden maandelijks met 15 procent op hun begroting gekort.

Springkussens

Bijna zeventig pagina’s telt het rapport van de Onderwijsinspectie over stichting ISA. Het onderzoek richt zich specifiek op de jaren 2018 tot en met 2021, een periode die werd gekenmerkt door een machtsstrijd binnen het bestuur, dat uit vrijwilligers bestaat. De pakweg vier bestuursleden (de formatie wisselde nogal eens) waren verantwoordelijk voor het beheren van de geldstromen die vanuit het Rijk binnenkomen om de scholen te runnen.

Maar de bestuurders waren afgelopen jaren vooral bezig elkaar de tent uit te vechten, in plaats van de scholen naar behoren aan te sturen, concludeert de inspectie. Ze beschuldigden elkaar van intimidatie, smaad, laster, belangenverstrengeling. De vraag wie rechtmatig zitting hadden in het bestuur, werd tot in de rechtbank uitgevochten.

Als gevolg van de strijd raakte de organisatie vleugellam. De directies van de scholen hadden geen idee bij wie ze moesten aankloppen voor contractverlengingen of andere formele beslissingen. Er was geen beleid voor het werven van nieuw personeel, geen zicht op de onderwijskwaliteit. Al jaren was er geen directeur-bestuurder, verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de scholen, omdat de bestuursleden er onderling niet uitkwamen wie de functie moest bekleden.

De administratie van de stichting was een zooitje. Hierdoor kon jarenlang ongemerkt overheidsgeld wegvloeien naar bijvoorbeeld VVV-bonnen voor leerlingen, een schoolreisje naar Walibi of het inhuren van springkussens, een ijscokar en pony’s tijdens de Suikerfeestviering.

De al Maes-school in Amsterdam. In totaal zitten er op de drie As-Siddieqscholen in Amsterdam 1.200 leerlingen, verspreid over vijf locaties. Beeld
De al Maes-school in Amsterdam. In totaal zitten er op de drie As-Siddieqscholen in Amsterdam 1.200 leerlingen, verspreid over vijf locaties.

Citoscores

Hoewel het rapport over de As-Siddieqscholen zich concentreert op de laatste schooljaren, ontstonden de fricties binnen het bestuur al veel eerder. In 2012 traden twee nieuwe leden toe: Samy Al Deghedy (57) en Ercan Kaya (48). Hun benoeming is opmerkelijk: beiden hebben geen enkele affiniteit met onderwijs. Ze werden ‘gevraagd’, zegt Kaya, ‘door oud-bestuursleden die in conflict waren met elkaar’.

De benoeming van Al Deghedy als bestuursvoorzitter lag van meet af aan gevoelig: naast een succesvolle ondernemer, die meerdere islamitische slagerijen (‘Paradise of Meat’) runt, is hij namelijk ook imam in de Al Tawheedmoskee in Amsterdam Oud-West. De moskee kwam meermaals in opspraak, na publicaties in de media over het promoten en verspreiden van homofobe, antiwesterse en antisemitische lectuur.

‘We werden binnengehaald als bruggenbouwers, om rust in de tent te brengen’, zegt Ercan Kaya, die net als Al Deghedy ondernemer is, onder meer in de ict-branche. ‘Het idee was dat we binnen een aantal jaar weer zouden vertrekken.’

De eerste periode van samenwerking liepen volgens Kaya voorspoedig. Er werd gewerkt aan het verbeteren van de organisatiestructuur. De inspectierapporten waren overwegend positief, de citoscores bovengemiddeld. Ook het leerlingenaantal groeide gestaag. Er waren zelfs wachtlijsten.

Geroyeerd

ISA is niet de eerste islamitische scholenkoepel waar het rommelt. Jaren geleden sloten het Islamitisch College in Amsterdam en het Rotterdamse Ibn Ghaldoun hun deuren na bestuurlijke twisten en meldingen van examenfraude. Het Rotterdamse Avicenna College ging in 2020 bijna ten onder aan een interne machtsstrijd. En over het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum is het laatste woord nog niet gezegd. De islamitische middelbare school raakte in een slepende rechtsgang met de overheid verwikkeld, nadat de AIVD in 2019 op ‘salafistische aanjagers’ was gestuit. Bewijs hiervoor werd in een aanvullend onderzoek van de Onderwijsinspectie niet gevonden. Wel werd vastgesteld dat het bestuur zich schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling en zelfverrijking.

Maar mismanagement is niet voorbehouden aan islamitische scholen. Er staan tal van voorbeelden tegenover van reguliere onderwijsinstellingen die weliswaar minder media-aandacht kregen, maar eveneens de mist in gingen.

Onlangs deed de Onderwijsinspectie aangifte tegen de bestuurder van scholenkoepel SvPO (School voor Persoonlijk Onderwijs), na vermoedens van meerdere strafbare feiten, waaronder ‘ondeugdelijke uitgaven’. Ook de examenfraude die in 2018 werd vastgesteld bij het VMBO Maastricht is zo’n voorbeeld. Uit inspectieonderzoek was gebleken dat de school toetsen niet had afgenomen of verkeerd had geregistreerd. Honderden diploma’s werden ongeldig verklaard.

Toch zou je volgens Geert Driessen, gepensioneerd onderzoeker aan de Radboud Universiteit, met een specialisme in islamitisch onderwijs, wel kunnen concluderen dat islamitische scholen – die sinds 1988 bestaan – gevoeliger zijn voor een crisis op bestuurlijk niveau. ‘Zeker in het begin werden ze aangestuurd door mensen met weinig inhoudelijke en juridische kennis op het gebied van onderwijs. Ook ontbraken doorgaans de juiste connecties binnen de gemeente.’

Door de oprichting van de ISBO, een overkoepelend schoolbestuur voor islamitisch onderwijs, is er volgens Driessen veel expertise opgebouwd. Er is aan kwaliteitsverbetering gewerkt en er wordt meer sturing gegeven. ‘Maar niet alle scholen zijn lid.’ Dit geldt ook voor de As-Siddieqscholen: het bestuur raakte in 2009 gebrouilleerd met de koepelorganisatie en werd geroyeerd. ‘Ze willen alleen orthodoxe bestuursleden die Nederland als een vijandige samenleving zien’, zei ISBO-vicevoorzitter Said Bellari destijds in een interview met Het Parool.

Het gebrek aan bestuurlijke ervaring geldt volgens Renée van Schoonhoven, hoogleraar Onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit, net zo goed voor de scholen die de komende jaren onder de nieuwe stichtingswet het speelveld betreden. Deze wet (ingevoerd in 2020) maakt het makkelijker een nieuwe school op te richten. De initiatiefnemers die zich tot nu toe hebben gemeld, hebben vaak een sterke visie op hoe het onderwijs moet worden ingericht. Bestuurlijke, inhoudelijke en praktische ervaring is hieraan ondergeschikt.

De Al Yaqoet-school in Amsterdam Noord. Ook de medewerkers van de drie As-Siddieqscholen hebben het bestuur van de overkoepelende stichting Islamitische School Amsterdam gevraagd op te stappen. Beeld
De Al Yaqoet-school in Amsterdam Noord. Ook de medewerkers van de drie As-Siddieqscholen hebben het bestuur van de overkoepelende stichting Islamitische School Amsterdam gevraagd op te stappen.

Koranlessen

Waar de As-Siddieqscholen op zichzelf prima functioneerden, ontstond op de achtergrond – buiten het zicht van ouders en de directies – onenigheid binnen het bestuur. Zo vond Ercan Kaya het kwalijk dat Samy al Deghedy vanuit de Stichting Al Tawheed, verbonden aan de moskee waar hij imam is, een weekendschool runde waarvoor lokalen werden gehuurd in de As-Saddieqgebouwen. Een ander bestuurslid, Elhoucine el Hilali, die in 2016 aantrad, deed hetzelfde – maar dan met zijn eigen stichting, El Islah. Kaya was het niet eens met de herbenoeming van El Hilali in 2020, waardoor de stemming binnen het bestuur verder verslechterde.

‘Ik heb niets tegen de inhoud van de Koranlessen’, zegt Kaya, die sinds mei geen bestuurslid meer is, omdat zijn termijn was afgelopen. ‘Maar de constructie deugt niet. Een groot deel van de leerlingen die naar de weekendscholen gaan, zijn leerlingen van de As-Siddieqscholen. Zo houden ze zichzelf in stand, het is belangenverstrengeling.’

Wat hem nog het meest tegen de borst stuit, is dat de huurcontracten in 2018 zijn verlopen en nooit zijn vernieuwd, terwijl de weekendscholen tot op de dag van vandaag gebruik blijven maken van de lokalen. ‘Alleen komen de gelden sindsdien niet meer ten gunste van de scholen, maar hebben anderen zich ermee verrijkt.’

Al Deghedy is onbereikbaar voor commentaar, zijn raadsman wil ‘geen enkele mededeling doen’. Ook de directies van de scholen willen niets zeggen. ‘Het is erg druk, omdat de scholen net weer zijn begonnen’, geeft een stamelende medewerker aan de telefoon als verklaring.

Wel is er een veelzeggende interne brief (in handen van de Volkskrant), waarin de directies het bestuur namens alle medewerkers met klem vragen om op te stappen. ‘Het is dus niet alleen een strijd tussen de overheid en de school, maar ook tussen de medewerkers en het bestuur’, zegt een ingewijde, die niet met naam genoemd wil worden. ‘Docenten melden zich massaal ziek. Het is diep triest dat een paar mensen die als vrijwilliger in een bestuur zitten een hele school in gijzeling kunnen houden.’

De inspectie bevestigt in haar rapport dat sprake is van belangenverstrengeling. ‘Het bestuur heeft onrechtmatige constructies opgezet met rijksmiddelen die ten gunste zijn gekomen van derden’, staat in het rapport. Vanwege de verlopen huurcontracten zijn de scholen zo’n 50 duizend euro misgelopen.

Ook werd in de onderzochte jaren bijna 88 duizend euro uitgegeven aan verzekeringen, onderhoudskosten en parkeergeld van drie busjes die stichting ISA in eigen beheer had. Dit is volgens de inspectie opmerkelijk, omdat leerlingenvervoer een exclusieve gemeentetaak is en dus niet door de school zelf mag worden uitgevoerd.

Escalatieladder

De Onderwijsinspectie brengt iedere vier jaar een bezoek aan het bestuur van een school en brengt op basis daarvan een rapport uit. Als tijdens zo’n inspectiebezoek tekortkomingen worden geconstateerd, dan treedt de zogeheten ‘escalatieladder’ in werking. Die loopt van A (kleine tekortkomingen met geen tot nauwelijks risico voor de onderwijskwaliteit) tot E (zware tekortkomingen). De consequenties lopen per trede op en variëren van een waarschuwing tot het uitvoeren van herstelopdrachten of het intrekken van de financiering.

In het geval van de As-Siddieqscholen is trede E bereikt, zegt Daan Jansen, woordvoerder van de Onderwijsinspectie. ‘De regie over de sanctionering komt dan bij het ministerie te liggen, omdat de misstanden zo ernstig zijn dat het onze bevoegdheden van ingrijpen overstijgt.’

Het Nederlandse onderwijsbestel kenmerkt zich volgens Renée van Schoonhoven, hoogleraar onderwijsrecht, door een ‘heel fijnmazig ingericht inspectietoezicht, met allerlei meetbare indicatoren’. Maar aan de kant van de sanctionering en handhaving schort het: de overheid heeft nauwelijks machtsmiddelen in handen om scholen waar misstanden zijn vastgesteld te straffen.

Een kritisch inspectierapport ontaardt in de praktijk vaak in tijdrovende en peperdure procedures, waarbij scholen aan het langste eind trekken. ‘Die huren een advocaat in die van wanten weet en kunnen daarmee jarenlang de boel traineren’, zegt onderzoeker Geert Driessen.

Hij verwijst naar het voorbeeld van het Cornelius Haga Lyceum. De school wist via een rechtsgang te voorkomen dat het bestuur moest aftreden, zoals de toenmalige Onderwijsminister Arie Slob had geëist. De bewijsvoering schoot tekort. ‘Een enorme afgang’, aldus Driessen. ‘De overheid reageert vaak ad hoc, op basis van commotie in de media en politiek, maar bereidt keer op keer haar zaken juridisch niet goed voor.’

Bezwaar

Net als destijds met het Cornelius Haga Lyceum probeert minister Wiersma nu met een zogeheten aanwijzing het bestuur van de As-Siddieqscholen aan de kant te schuiven. Het is het zwaarste wapen dat hij tot zijn beschikking heeft; als de school de eisen niet inwilligt, dan wordt de geldkraan dichtgedraaid. Dit gebeurt in de praktijk zelden. ‘Meestal is het zo dat het bestuur voor de daadwerkelijke oplegging eieren voor zijn geld kiest en toch meewerkt aan een oplossing voor de problemen’, zegt een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs.

Mocht de minister zich in het geval van de As-Siddieqscholen toch genoodzaakt zien om de aanwijzing in te zetten, dan ziet het er voor hem rooskleurig uit, vindt hoogleraar Van Schoonhoven. ‘Het inspectierapport zit juridisch een stuk beter in elkaar dan destijds bij het Cornelius Haga Lyceum. Het is gelaagd en er is een duidelijke tijdlijn in terug te zien.’ Ook niet onbelangrijk: het bestuur erkent de bevindingen.

In het inspectierapport laat het bestuur in een reactie weten zijn uitvoerende taken over te dragen aan ‘een professioneel manager/bestuurder’. Maar zijn toezichthoudende taak wil het behouden, ‘vooralsnog voor een periode van circa acht maanden’. Dit druist in tegen de wens van de minister. Als het bestuur niet wil wijken, dan zal de geldkraan na de wettelijke bezwaartermijn van vier weken alsnog worden dichtgedraaid, zegt een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs. ‘Drie, in de basis voldoende functionerende scholen, worden dan getroffen en bijna 1.200 leerlingen moeten dan op korte termijn een andere plek krijgen.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden