'Het heldere, stille licht van de Himalaya'
Met elke stap stijgt het humeur in de Himalaya.
Himalaya, 25 november 1973
We klimmen verder, de hemel tegemoet en met elke stap wordt mijn humeur er beter op. Het heldere, stille licht van de Himalaya wordt nog versterkt door het ontbreken van rook en geluid.
De wereld draait en het licht krijgt een verdorven glans. Het doorboort de kleine figuurtjes hoog op de helling, de boeren uit noodlottige, door demonen geplaagde eeuwen, de vervloekte redeloze dieren opjagend, die de stompe, houten ploeg trekken.
'E-ugha!' Grommend en bulkend keert de man het dier met de wrede ring door de neus, en terug, keren en weer terug, eeuw na eeuw, in het grimmig zwoegen om het bewerken van de stenige grond met de primitieve eg.
En de ineengedrongen, lompe vrouw, die één vore voor hem uit naar de aarde gebogen staat, hakt de stenen weg met een primitief houweel - stap, hak, stap, hak - 'hoetsj!'. Ze krimpt ineen als de stok zwiepend neerkomt op de harde flanken van de beesten. 'Hoetsj!' 'E-ughaa!'
'Hoetsj!'
Een eindje lager staat een oude vrouw in haveloze, zwarte vodden hopen gerst te dorsen op het platte dak van haar hut; de houten vlegel snijdt door de berglucht als ze zich achteroverbuigt om toe te slaan.
Onder een walnootboom als een galg staat een zwarte koe te wachten op de schemering. Haar bel is stil.
Peter Matthiessen (1927-2014), Amerikaanse schrijver.
Ingekort fragment uit Zen-dagboeken. Vertaling Aleid C. Swierenga. Pandora, 1995.