ReportageGronings provinciebestuur
Het grote ongemak van de Groningse Staten: ze hebben niets te zeggen over het gas (maar praten er altijd over)
Het is het Grote Groningse ongemak: over de gaswinning beslist Den Haag, niet de provincie. Toch ging het er in elke vergadering van de Staten over en raakte de coalitie erdoor gespleten.
‘Wat zijn nou de mogelijkheden die ons nog zijn gegeven? Dit moeten we toch niet zo aan ons voorbij laten gaan?’ Statenlid Ankie Beenen (PvdA) lijkt de wanhoop nabij. Het is 30 januari en weer vergadert Provinciale Staten over de gevolgen van de gaswinning in Groningen.
De gaskraan mag dan versneld dichtgaan, de schadeafhandeling verloopt nog uiterst traag en het preventief versterken van huizen komt niet van de grond. Een brandbrief van de regio met vijf eisen aan minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) heeft geen enkel effect gehad. Moedeloos worden de Statenleden ervan. ‘Dit is het zoveelste debat waarin we zeggen: er moet iets gebeuren’, verzucht Hendri Meendering (GroenLinks). ‘Ondertussen gebeurt er weer niks.’
Niet alleen Wiebes, ook drie van de vijf partijen in het Groningse provinciebestuur (SP, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie) moeten het ontgelden. Sinds CDA, D66 en ChristenUnie in het kabinet zitten, zouden Statenleden van die partijen aan de leiband lopen. ‘Zodra jullie in Den Haag zitten, laten jullie Groningen zakken’, zegt Bé Zwiers van de Partij voor het Noorden. ‘Wij kunnen hier wel medeleven tonen, maar het wordt in de Tweede Kamer beslist.’
Het is een vaak gehoorde klacht: provinciale verkiezingen komen niet tot leven omdat er amper urgente provinciale thema’s zijn. Dat kan over Groningen niet worden gezegd. De afgelopen vier jaar ging er aan het Martinikerkhof geen Statenvergadering voorbij waarin de gevolgen van de gaswinning niet aan de orde kwamen. Deze januarimiddag spreken ze er weer over, 1 uur 7 minuten en 52 seconden om precies te zijn. Maar dit is het Grote Groningse Ongemak: erover praten is iets anders dan er iets over te zeggen hebben.
Nationale wetgever
‘Statenverkiezingen gaan over de Staten. Over provinciale politiek. En over de grote vraagstukken van Groningen.’ Commissaris van de koning René Paas was uitgesproken in zijn nieuwjaarstoespraak. Maar kunnen Groningers met hun stembusgang morgen ook in het gasdossier een wissel verzetten?
‘Het besluit om de gaswinning te staken kunnen Provinciale Staten niet nemen’, erkent Paas (CDA) drie weken voor de verkiezingen in zijn werkkamer op het provinciehuis. ‘Je kunt departementen bestormen en bewindslieden bestoken, maar uiteindelijk beslist de nationale wetgever. Het gebrek aan zeggenschap en het gevoel van machteloosheid is de kern van de frustratie in Groningen.’
Al past volgens Paas relativering. Of hij nu wethouder in Groningen, vakbondsbestuurder of voorman van socialedienstenkoepel Divosa was: steeds ondervond hij dat je het in Nederland nooit helemaal zelf voor het zeggen hebt. Altijd ben je overgeleverd aan hogere overheden.
Gedeputeerde Eelco Eikenaar (SP) had de afgelopen vier jaar gaswinning in zijn portefeuille – maar eigenlijk alleen op papier. Het instituut van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) had het samenwerkingsverband moeten zijn waarin Rijk, provincie en betrokken gemeenten samen de versterkingsoperatie zouden aansturen. Maar toen het kabinet vorig jaar besloot de gaswinning versneld af te bouwen, zette minister Wiebes de operatie stil – tegen de wil van de provincie. Zelfs raspolderaar Hans Alders kon dat niet verkroppen: hij stapte op als NCG.
Dat uiteindelijk de minister wikt en beschikt, wil volgens Paas niet zeggen dat het nutteloos is dat de gaswinning zo vaak op de Statenagenda staat. ‘Het zou pas bevreemdend zijn als het gesprek van de dag niet in het provincieparlement werd gevoerd.’
Romke Visser denkt daar anders over. ‘Persoonlijk vind ik die voortdurende herhaling van steeds dezelfde litanie niet zinnig’, zegt het ervaren PvdA-Statenlid. Een ‘subliem collectief schouderophalen’, noemt Visser het. ‘Je in brievenbusmoties aan het adres van de minister uitspreken over zaken waar je niets over te zeggen hebt, dat is symboolpolitiek.’
‘Haags feestje’
Een symboolpolitiek die evenwel tot verdeeldheid leidde. Want dat is de tragiek: Groningen ging er niet over, en toch spleet de gaswinning gaandeweg het provinciebestuur. Natuurlijk: alle partijen willen dat Groningers in veilige huizen kunnen wonen. Maar SP-gedeputeerde Eikenaar paste er afgelopen najaar voor present te zijn bij de lancering van het Nationaal Programma Groningen, een genoegdoeningsbudget van ruim een miljard euro. ‘Een Haags feestje’ noemde hij het, terwijl er met al het bevingsleed niks te vieren was. Commissaris van de koning Paas (CDA) en collega-gedeputeerde Fleur Gräper (D66) waren er wel.
Ook over de vraag of er juridisch bezwaar moest worden gemaakt tegen het gasbesluit (de NAM mag voorlopig nog 19,4 miljard kuub uit de Groninger bodem pompen) was het college niet unaniem. Tegen de gewoonte in kwam er geen eensluidend voorstel aan de Staten. VVD-fractievoorzitter Mirjam Wulfse vroeg zich intussen af of het activistische getwitter van Eikenaar over Wiebes voor rekening van het voltallige provinciebestuur kwam.
De SP werd meer en meer een oppositiepartij binnen de coalitie, ook in andere dossiers. Een ‘verlengsnoer’ noemden de socialisten hun coalitiegenoten van CDA, D66 en CU. Eikenaar werd verweten te veel SP’er en te weinig bestuurder te zijn. ‘Dit college heeft de eenheid van de Indonesische archipel – dezelfde vlag, maar dat is het ook wel’, typeert Romke Visser. ‘En de minister verdeelt en heerst.’
Volgens commissaris René Paas valt het wel mee met de verdeeldheid. ‘Een verschil in politieke stijl’, noemt hij het. ‘En nu is het natuurlijk verkiezingstijd. Al onze gedeputeerden zijn lijsttrekkers. Maar de eenheid van het college staat niet ter discussie.’
Amper twee weken later komt SP-gedeputeerde Eikenaar tijdens een verkiezingsdebat over de gaswinning met een andere lezing. Het college was niet altijd een eenheid, erkent hij. ‘Ik stond de afgelopen jaren weleens alleen. En dat kwam misschien wel doordat anderen aan de verkeerde kant stonden.’
Had een eensgezinder college wel een vuist kunnen maken? Volgens Romke Visser had het vorige provinciebestuur een sterkere lobby in Den Haag. Daarbij aangetekend dat het Statenlid misschien niet helemaal onbevooroordeeld is: de toenmalige commissaris (Max van den Berg) en de verantwoordelijk gedeputeerde (William Moorlag) waren van zijn eigen PvdA.
Groepstherapie
Het laatste Statendebat, een week voor de verkiezingen, heeft veel weg van groepstherapie. Het is alsof de frustratie over het gebrek aan zeggenschap naar binnen slaat: de verwijten vliegen door de Statenzaal.
Eikenaar (SP) sneert naar Wulfse (VVD) dat toch echt haar partijgenoot verantwoordelijk is voor de vertraging bij de versterking van huizen. Wat hem weer op het verwijt van partijpolitiek en verkiezingsretoriek komt te staan.
‘Laten we niet gaan straatvechten maar de eenheid bewaren’, probeert Hendri Meendering (GroenLinks) te sussen. ‘De gedupeerden staan nog steeds met lege handen’, verzucht Truus van Kleef (CDA). ‘Niet de provincie, maar de minister heeft de sleutel in handen’, verweert Eikenaar zich. ‘Uiteindelijk heb ik alleen maar woorden.’
Het venijn zit in de staart. Na opnieuw gesteggel over het computermodel dat Wiebes tegen de zin van de provincie gebruikt om de meest risicovolle huizen te selecteren, dient de VVD een motie van afkeuring in. Het provinciebestuur zou de veiligheid van Groningers niet vooropstellen. ‘Een schunnige motie’, briest Bé Zwiers van de Partij van het Noorden, terwijl hij het A4’tje verscheurt. Weer wordt de provinciale VVD verweten dat hun minister Groningen laat zakken.
Aan het begin van de vergadering spoorde Gerrit Jan Steenbergen (ChristenUnie) de Staten nog aan in de spiegel te kijken. ‘Waarom evalueren we onze eigen rol niet? Wat is de meerwaarde van ons als middenbestuur? Kritiek hebben op de minister is makkelijk. Waar hebben wij steken laten vallen?’ Achter de interruptiemicrofoon meldt niemand zich.