‘Het gaat weer om de bv Duyvendak’
Voor veel oud-actievoerders heeft Wijnand Duyvendak afgedaan. Zijn oproep aan voormalige medestrijders om zich publiekelijk te verantwoorden, heeft geleid tot een soort guerrilla.
Het gevallen Kamerlid van GroenLinks wordt veelal uitgemaakt voor lafaard, iemand die de idealen uit de jaren tachtig heeft ‘verkwanseld’. Ook wordt getwijfeld aan zijn oprechtheid.
Bijvoorbeeld door Hidde Kabalt, net als Duyvendak kraker van de Amsterdamse Vondelstraat in maart 1980 en medewerker van Bluf!, toen Duyvendak nog de scepter zwaaide over het krakersblad. In een open brief aan Duyvendak, vandaag in de Volkskrant: ‘Ik heb ook zo mijn twijfels over die verandering bij jou. Wat in mijn ogen namelijk nog precies hetzelfde is gebleven, is dat je kennelijk nog altijd denkt dat de wereld om jou draait. Omdat bij jou nu pas de schellen van de ogen zijn gevallen, moet daarom nu iedereen die in die jaren actief was verantwoording gaan afleggen?’
Natasha Gerson, kraakster uit de Amsterdamse Staatsliedenbuurt van 1985 tot 1990: ‘Net als vroeger gaat het toch weer vooral om de bv Duyvendak.’ Gerson, oud-medewerkster van Vrij Nederland, betwijfelt zelfs of Duyvendak echt fysiek betrokken was bij de inbraak in het ministerie van Economische Zaken. ‘Als het echt zo is, valt-ie me toch weer mee.’ De aankondiging dat Duyvendak in zijn deze week te presenteren boek zichzelf op de borst klopt over die inbraak, leidde de val in van het Kamerlid.
Gerson zegt door een toenmalige kompaan van Duyvendak, de ict-manager Kees Broer, te worden ‘gestalkt’. Op haar beurt wordt Gerson er ineens ook van beschuldigd oud-actievoerders ‘te stalken en te bedreigen’.
Broer – ‘een gek’, meent Gerson – houdt via zijn weblog een soort dagboek bij over de affaire Duyvendak en neemt op zijn beurt weer een andere actievoerder op de korrel, die meent dat een oud-kraker vorige week bij Nova de ‘heilige omerta’, de zwijgplicht, heeft doorbroken door over Duyvendak uit de school te klappen.
Gerson, auteur in 1995 van de krakersroman Plaatstaal: ‘De grap is dat Duyvendak helemaal niet weg had gehoeven. Ik ken oud-krakers die echt gewelddadig waren en van wie er een nu eentje in dienst is van het Amsterdamse stadsdeel Westerpark. Dat is pas een schande. De ander heeft een duikschool op de Antillen. Het was echt tuig.’
Het gaat om ‘kraker Jack’, waarachter de voormalige krakers (en medestrijders van Duyvendak) Jack van Lieshout en Theo van der Giessen schuilgaan. In talloze openbare bronnen is na te lezen dat het duo, ook wel Asterix en Obelix genoemd, vele jaren de schrik was van de Staatsliedenbuurt, een van de best georganiseerde krakersbolwerken van Nederland. Intimidatie en geweld bewaren aan de orde van de dag.
Van Lieshout publiceerde er ook over (‘ik had af en toe een slokje nodig’) en fungeerde als hoofdpersoon in Kraker Jack, een novelle uit 1991 van schrijfster Diana Ozon, over het leven van een volstrekt doorgedraaide actievoerder.
De twee waren ook betrokken bij het verzet tegen het bezoek in 1985 van paus Johannes Paulus II aan Nederland. Het Katholiek Nieuwsblad maakte in 2003 een reconstructie en sprak met Duyvendak.
Anno 2003 vertelt hij dat ‘kraker Jack’ tot een heel andere groep dan de zijne behoorde. Toch konden Van der Giessen en Van Lieshout in april 1985 in Bluf! vermelden dat een Franse terreurgroep was uitgenodigd de paus te vermoorden.
De redactie van het blad voegde eraan toe: ‘15 duizend piek voor een kogel door z’n kop lijkt ons te simpel en te weinig. Eerst kidnappen, een losprijs innen en dan kondigen we in Bluf! wel aan wanneer we hem loslaten in het Vondelpark.’ Duyvendak in 2003: ‘Sommige mensen waren guerrilla aan het voeren en daarmee wilden we de draak steken. We probeerden er steeds de lol in te brengen.’