Commentaar
Het gaat Bouterse niet écht om waarheidsvinding
De actie van Bouterse is vooral bedoeld om definitief absolutie van het Surinaamse volk te krijgen.
'Suriname heeft recht op de waarheid, recht op afsluiting en verwerking, zodat we samen als natie verder kunnen.' Met die plechtige woorden besloot de Surinaamse president Desi Bouterse een opmerkelijke brief waarin hij zijn deemoed betoont over de Decembermoorden van 1982.
Voor het eerst toont de voormalige legerleider openlijk medeleven met de nabestaanden van de vijftien critici van zijn bewind die hij toen liet executeren. 'Ik kan me nauwelijks een voorstelling maken hoe het voor de nabestaanden moet zijn om mij in deze positie te zien', schrijft Bouterse, die deze zomer opnieuw als president werd gekozen.
Boetekleed
Met zijn brief reageert Bouterse op een oproep van Sandew Hira, de broer van een van de slachtoffers, schoon schip te maken door in een vraaggesprek eindelijk opening van zaken te geven over de Decembermoorden en andere schendingen van de mensenrechten onder zijn regime.
Is Bouterse tot inkeer gekomen en heeft hij echt berouw van de moorden die nog steeds een schaduw werpen over Suriname? In zijn brief rept hij van de 'pijn en het verdriet' van de nabestaanden, maar het boetekleed dat hij aantrekt reikt niet verder dan een minirokje. Want, betoogt Bouterse, uiteindelijk heeft hij alles gedaan om 'Suriname voor de Surinamers te behouden'. 'Een zwarte bladzijde ontstond tegen wil en dank.'
De emotionele brief van Bouterse lijkt vooral bedoeld om definitieve absolutie van zijn volk te krijgen met het oog op zijn plaats in de geschiedenisboeken, niet om de waarheid boven tafel te krijgen.
Proces
Tot nog toe heeft Bouterse alles gedaan om de waarheidsvinding te saboteren. Hij weigerde mee te werken aan het proces over de Decembermoorden en toen dat in 2012 een voor hem gevaarlijke wending nam, liet hij het parlement in alle haast een amnestiewet aannemen.
Het proces ligt nu stil, totdat het nog te vormen Constitutionele Hof een uitspraak kan doen over de amnestiewet. Maar ook daarbij ligt Bouterse dwars; in de drie jaar sinds het opschorten van het proces is de oprichting van het Hof nauwelijks dichterbij gekomen.
Daarom klinken de woorden van Bouterse nogal hol. Als Bouterse echt afsluiting wil, is de rechter de aangewezen instantie.