nieuwsgen-gewassen
Het Europese Hof doet woensdag een uitspraak die kan veranderen wat u eet
Na jaren gesteggel zal het Europese Hof zich woensdag eindelijk uitspreken over de prangende vraag hoe ver wetenschappers en telers mogen gaan met het genetisch veranderen van planten en gewassen. De uitspraak zal de landbouw, én wat u eet, voorgoed veranderen. Het probleem – en drie mogelijke oplossingen.
DE KWESTIE
De gen-gewassen komen eraan
De techniek die alles verandert, van het voedsel op ons bord tot de geneesmiddelen in het medicijnkastje. Zó werd ‘genbewerking’, het snel en gericht herschrijven van dna, vijf jaar geleden binnengehaald.
Wie de erfelijke eigenschappen van een plant of dier wil veranderen, bijvoorbeeld om een gewas te maken dat beter resistent is tegen ziekte, was tot voor kort aangewezen op ‘genetische modificatie’, een moeizaam proces waarbij men de nieuwe genetische instructies door een omgebouwd virus of bacterie laat inmetselen in het gewas. Een beetje alsof je de keuken van het restaurant probeert te instrueren door wat kookboeken naar binnen te gooien, in de hoop dat de kok het begrijpt.
Maar genbewerking werkt preciezer: het stelt wetenschappers in staat de gerechten uit de keuken precies samen te stellen. Allemaal dankzij een batterij moleculen met wetenschappelijke namen als ‘CRISPR-Cas’ en ‘zinkvingernuclease’ die, als programmeerbare robotjes, het dna aanpassen naar wens. De afgelopen jaren motregende het demonstraties van de ongekende mogelijkheden die dat biedt: van kippen die tegen de gevreesde vogelpest kunnen, tot tomatenplanten die extreem veel tomaten leveren.
Alleen: is dat aanbrengen van kleine, gerichte dna-veranderingen nou genetisch ‘modificeren’ of niet? De natuur zelf brengt bij het voortbrengen van nageslacht immers óók voortdurend kleine genetische veranderingen aan. Waarom zou een hoornloze koe uit het lab wél aan allerlei regels moeten voldoen, en een koe die toevallig zonder hoorns wordt geboren niet?
En, praktisch puntje, de gewassen en producten testen kan niet. ‘Bij veel van de nieuwe technieken kun je achteraf niet zien of er genbewerking is gebruikt of dat er sprake is van een natuurlijke mutatie’, zegt hoogleraar plantenveredeling Richard Visser (Wageningen Universiteit).
EU, doe iets. De Europese regels stammen uit 2001 en gaan uit van de oude methode: kookboeken de keuken in gooien prima, maar wel eerst een vergunning aanvragen. En dat, terwijl genbewerking voor wetenschappers een onmisbaar gereedschap is geworden en er in de kweekkassen tientallen ‘genbewerkte’ gewassen (en dieren) klaar staan, die bestand zijn tegen droogte, hitte of ziekte, extra veel opbrengen en allerlei bijzondere extra’s hebben.
Woensdag om tien uur stipt doet het Europese Hof van Justitie, op verzoek van het Franse hof, naar verwachting uitspraak over hoe het verder moet. De uitspraak wordt algemeen gezien als richtinggevende duw in de rug van de Europese Commissie, die een oordeel over de zaak al meermalen opschortte. Zo’n oordeel is hard nodig, want de zaak zit muurvast: onderzoekers en bedrijven kunnen geen toekomstplannen maken, landelijke autoriteiten kunnen vergunningaanvragen niet beantwoorden, beoordelaars weten niet waarop ze moeten beoordelen.
Centraal daarbij staat een vrijstelling die de oude EU-regels geven aan ‘mutagenese’, een techniek waarbij het dna van planten wordt opgeschud met bijvoorbeeld straling. Plantwetenschappers vinden dat de nieuwe precisietechnieken net zoiets zijn als mutagenese; tegenstanders zien mutagenese juist als gat in de wet dat nodig gedicht moet worden. Het Europese Hof zal woensdag dan ook aangeven of mutagenese wel of niet onder de strenge regels voor genetisch gemodificeerde organismes (gmo’s) valt – waarna de andere dominosteentjes een voor een omvallen.
Op de achtergrond spelen diepe zijnsvragen. Hoeveel lakens wil Brussel zelf uitdelen, en hoeveel ruimte krijgen de lidstaten? Hoeveel ruimte krijgt de agro-industrie, en wat wordt de positie van de kleine biologische boer? En, niet in de laatste plaats, wat voor voedsel ligt er straks op ons bord?
OPLOSSING 1
Muilkorf het monster
De oplossing zoals vooral anti-gmo-activisten die wensen. Want leuk, al die nieuwe genetische technieken – gesleutel aan de natuur blijft het. En dat brengt risico’s met zich mee. Denk aan genetisch veranderde planten en beesten die ‘ontsnappen’ van het erf en de biologische exemplaren verdringen; of denk aan rassen die misschien onverwachte nadelen hebben op de gezondheid of het milieu.
Daardoorheen spelen zorgen om de macht van de industrie. Verruiming van de gmo-regels zal grote agrobedrijven zoals Syngenta, Bayer en Corteva de wind in de zeilen geven om meer nieuwe gewassen op de markt te brengen. Zo drijft de landbouwindustrie geleidelijk steeds verder weg van het aloude, ambachtelijke boeren en ontstaan de typische misstanden die met de grote industriële landbouw samenhangen: verdrukking van kleine boeren, machtsophoping bij de agroreuzen, patentering van zaden en rassen, verschraling van de natuur.
Aan banden leggen dus die nieuwe technieken, stellen de anti-gmo’ers, gesteund door onder meer de biologische landbouwsector en de partijen op links. Wat in het lab gebeurt, blijft genetische manipulatie. ‘Gmo’s via de achterdeur’, zoals Greenpeace aangeeft in een beleidsstuk. Wie wil knutselen aan gewassen, vraagt maar een vergunning aan. En als het er dan toch van komt, zorg dan in elk geval dat genbewerkte gewassen een label krijgen, zodat je ze herkent in de winkel.
Aan de andere kant: zo’n aanpak zou wel een rem zetten op innovatie en Europa het achterlijke bartje maken van de wereld – in Azië en de VS kachelt men immers vrolijk verder. Juist nietsdoen zou ervoor zorgen dat ‘we onszelf uitleveren aan de Amerikaanse multinationals’, zo waarschuwde de Europese boerenkoepel COPA-Cogeca in april. Bovendien moeten voedselgewassen sowieso voldoen aan de strenge regels voor de voedselveiligheid. Daar hoeft heus niet nog eens een aparte gmo-wet bij, vinden de voorstanders.
OPLOSSING 2
Kijk naar de gewassen, niet naar de techniek
Een oplossing die in de literatuur ook wel het ‘Nederlandse voorstel’ heet, want afgelopen herfst ingebracht door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Kortweg: beoordeel genetisch gemanipuleerde rassen niet op hoe ze zijn gemaakt, maar op hoe ‘natuurlijk’ ze zijn. Zitten er in het eindproduct geen laboratoriumspullen meer zoals ‘recombinante nucleïnezuren’ (de naar binnen gegooide kookboeken)? En had je het gewas in kwestie ook best kunnen verkrijgen met gewoon kruisen en kweken? Dan mogen de regels best soepeler.
Het Hollandse voorstel heeft de wind mee, zeker sinds nota bene de VS het in maart opeens omarmden. In een officiële verklaring liet het Amerikaanse landbouwministerie toen weten geen extra regels te stellen aan gewassen ‘die via traditionele kweektechieken ook hadden kunnen ontstaan.’ Dat opent de deur naar gen-bewerkte gewassen, en raakt ook Europa: niemand die straks nog kan zeggen of de geïmporteerde Amerikaanse maïskolf wel of niet met genbewerking is ontstaan.
Aan de andere kant: in de praktijk is het eindproduct vaak minder goed los te zien van de gebruikte techniek dan het lijkt. Zo vonden wetenschappers nota bene deze maand bewijs dat het vlaggeschip van de nieuwe precisietechnieken, CRISPR-Cas, in sommige gevallen het dna onnodig beschadigt en zodoende een stuk onnauwkeuriger is dan verwacht. Een veeg teken dat onderzoekers dat volledig over het hoofd hadden gezien.
Kai Purnhagen (Wageningen Universiteit), jurist en expert op het gebied van gmo-wetgeving, denkt dat het Nederlandse voorstel om nog een andere reden weinig kans maakt: de oplossing vereist eenstemmigheid over genetisch veranderde gewassen. En juist die is in Europa ver te zoeken. ‘Deze optie ligt al twintig jaar op tafel, maar niemand durft zijn vingers eraan te branden. Dat zegt toch wel wat.’
OPLOSSING 3
Laat de landen het zelf uitzoeken
De Europese uitspraak die veel experts het meest waarschijnlijk achten, niet in de laatste plaats omdat advocaat-generaal Michal Bobek er in januari er al op zinspeelde in een juridisch vooradvies. Verruim de regels, en laat de lidstaten vervolgens zelf maar uitdokteren wat er toelaatbaar is en wat niet. Het grote voordeel van die oplossing zou zijn dat meer op kleinschalige landbouw gerichte landen zoals Frankrijk en Oostenrijk een terughoudender koers kunnen varen, terwijl landbouw zoals Nederland en Zweden meer innovatie kunnen toelaten.
In de praktijk zou de Europese rechter met zo’n uitspraak de bal terugspelen naar Den Haag: aan de Tweede Kamer de eer om uit te dokteren wat er precies moet gebeuren als iemand een genbewerkte aardappel of tomaat wil introduceren. Waarschijnlijk begint zo’n procedure bij risicobeoordelaar RIKILT, die moet afwegen of het gewas in kwestie ‘genetisch gemodificeerd’ is of niet.
Nadelen zijn er ook. Zo blijkt uit een nog ongepubliceerde analyse dat de eigen-land-eerst-oplossing de duurste is, omdat ieder land zijn eigen procedures moet optuigen. En de strategie zal naar verwachting ongelijkheid tussen lidstaten kweken, als de ‘gen-bewerkende’ landen goedkope producten op de markt brengen, en de terughoudende landen niet. Dat zou wrijving opwekken en zelfs kleine handelsoorlogjes binnen de EU kunnen geven.
Plus dat er nog steeds allerlei ingewikkelde knopen moeten worden doorgehakt. Moeten de Europese toelatingsregels voor voedingsmiddelen straks ook op de schop, als de lidstaten genbewerkte gewassen gaan produceren? En hoe zit het met boerderijdieren zoals varkens, koeien en kippen: mogen die straks ook genetisch worden omgewerkt met precisietechnieken?
Het zijn dilemma’s die laten zien hoe ingewikkeld het web is waarin Europa zit vastgesponnen. Eén ding staat vast: aan welk van de draden de Europese rechter woensdag ook een ruk geeft, de trillingen zullen tot in de verste uithoeken van Europa en tot in de verre toekomst voelbaar zijn.
Crispr-Cas
Na jaren gesteggel zal het Europese Hof zich eindelijk uitspreken over de prangende vraag hoe ver wetenschappers en telers mogen gaan met het genetisch veranderen van planten en gewassen. De genetische precisietechniek Crispr-Cas speelt hierbij een hoofdrol. Maar wat is dat eigenlijk? Wetenschapsredacteur Maarten Keulemans legt het uit in onderstaande video.
De Voedselzaak
Over dertig jaar zijn we met 10 miljard mensen op dit knusse planeetje. Hoe gaan we iedereen in 2050 voeden? De Volkskrant gaat de komende maanden video’s, reportages, podcasts en dataverhalen maken over dit enorm belangrijke vraagstuk. Volg het op volkskrant.nl/voedselzaak.