Europese verkiezingen
Het eerste debat tussen lijsttrekkers is symbolisch voor de Europese politiek
Vuur is er nauwelijks in het eerste grote Europese verkiezingsdebat. Op het podium staan uitsluitend lijsttrekkers van gevestigde politieke partijen. In de zaal zitten veel keurige jongeren die eruit zien of ze allemaal dromen van een Europese loopbaan. Slechts af en toe flakkert er een vlammetje op, maar dat wordt al snel gedoofd met brandwerend Europees jargon.
Het is een mooie lenteavond in Maastricht. In het Theater aan het Vrijthof discussiëren de zogeheten Spitzenkandidaten van vijf Europese politieke partijen. Frans Timmermans voor de sociaaldemocraten, Bas Eickhout voor de Groenen, Violeta Tomić voor de Partij van Europees Links, Jan Zahradil voor de conservatieven en Guy Verhofstadt voor de liberalen. Ze zijn kandidaat voor de opvolging van Jean-Claude Juncker als voorzitter van de Europese Commissie. Maar de groep is niet compleet.
De grootste kandidaat, de Duitse christendemocraat Manfred Weber, laat verstek gaan vanwege een verjaarspartijtje. Populisten en nationalisten zijn er ook niet, omdat die getrouw hun nationale inborst geen pan-Europese lijsttrekkers hebben aangewezen, zoals bijvoorbeeld Timmermans is voor de Europese sociaaldemocraten. Het leidt er toe dat het debat niet het brandpunt is van alle politieke emoties die Europa in deze tijd botsen. Onbedoeld wordt de bijeenkomst zo een beetje symbolisch voor een Europese politiek die ver af staat van de burger.
De tijd begint wel te dringen. De verkiezingen voor een nieuw Europees parlement worden gehouden tussen 23 en 26 mei. Dat is over een kleine vier weken, hoog tijd om leven in de campagne te blazen. De lijsttrekkers op het podium hebben een dubbele opdracht: ze moeten strijd voeren tegen elkaar, maar daarnaast is hun optreden ook een gezamenlijke schreeuw om aandacht.
Zuinig met aanvallen
Uit een recente Eurobarometer-peiling bleek dat eind februari, begin maart slechts een derde van de Europeanen wist dat er Europese verkiezingen in mei zaten aan te komen. Amper 5 procent kon de exacte data noemen. Van oudsher hebben kiezers de grootste moeite enig enthousiasme op te brengen voor de Europese verkiezingen. De opkomst daalt al veertig jaar. Bij de vorige verkiezingen in 2014 bereikte de opkomst met 42,6 procent een nieuw dieptepunt.
Het wordt al snel duidelijk dat het debat in Maastricht vooralsnog geen omslag in de aandacht voor de Europese verkiezingen teweeg zal brengen. De kandidaten zijn zuinig met aanvallen op elkaar. Timmermans roept zelfs op groen te stemmen. Hij bedoelt alle partijen die voor actie zijn in de strijd tegen de klimaatverandering, niettemin is zijn oproep opmerkelijk. Want waarom zou een kiezer dan niet op het origineel stemmen, zoals de Groenen van Eickhout? Het hardste wat Timmermans over een van de aanwezigen zegt, betreft Zahradil. Hij maakt hem uit voor een ‘dinosaurus’ op klimaatgebied vanwege het standpunt van de Europese conservatieven dat het niet realistisch om steenkool uit te bannen voor 2050.
Misschien komt de campagne de komende weken alsnog op gang. Er staan meer debatten op stapel en niet uitgesloten is dat de huidige strijd tussen de gevestigde politiek enerzijds en nationalistische en populistische partijen anderzijds meer kiezers ertoe zal brengen te gaan stemmen.
Er staat hoe dan ook veel op het spel. Volgens een onderzoek van de European Council on Foreign Relations (ECFR) kunnen de anti-Europese partijen uit de verkiezingen tevoorschijn komen als de op één na grootste politieke groep in het nieuwe Europese parlement. Voor sommigen is dat een rampscenario, maar dat hoeft het niet te zijn, aldus de denktank. Radicaal rechts en radicaal links hebben in het verleden laten zien dat nationale prioriteiten voorrang krijgen en dat onderlinge samenwerking niet hun sterkste kant is. Toch zouden zij op deelterreinen coalities kunnen sluiten die het wetgevende werk van het parlement kunnen bemoeilijken.
De kans is groot dat de Europese verkiezingen, net als veel nationale verkiezingen de laatste jaren, sowieso zullen leiden tot een versplintering van het politieke veld. De Grote Coalitie tussen christendemocraten en sociaaldemocraten verliest vrijwel zeker haar meerderheid. Er zal gezocht moeten worden naar nieuwe meerderheden voor het goedkeuren van wetten. Onder de gevestigde partijen wordt het spannend wie onder hen het grootste blok gaat worden: links of rechts? Mogelijk zal het centrum met de liberalen van Guy Verhofstadt en de nieuw verkozen parlementariërs van de beweging van de Franse president Macron, de ‘kingmaker’ worden. Zij kunnen gaan bepalen of het nieuwe Europees parlement over links of over rechts gaat. Als beste antwoord op de anti-Europese populisten en nationalisten.
Timmermans lonkt in Maastricht al duidelijk naar de liberalen als het gaat om groene politiek, maar waarschijnlijk ook stiekem voor een door hem geleide linkse coalitie als nieuwe leidende kracht in Europa. Hij blijft maar verwijzen naar de verkiezingswinst van de Spaanse socialist Sánchez als was het de linkse dageraad.
Timmermans wint aan het eind van het debat de peiling onder het publiek over de vraag wie deze avond de beste was. Tweede wordt de andere Nederlander, Eickhout. Stemden de EU-gezinde toeschouwers toch een beetje nationalistisch.