reportage
Het Duitse Volt droomt van Nederlands resultaat, maar stuit op ‘wehrbare’ kiesdrempel
De kiesdrempel van 5 procent is een bijna onneembare horde voor nieuwe partijen in Duitsland. Hoe baant een partij zich desondanks een weg naar het nationale parlement? Van onderop, met veel geduld en een uitgekiende strategie, denkt de Duitse afdeling van Volt.
Aan het einde van de lange en statige Schönhauser Allee, die voert langs koffie-, bagel- en wijnbarretjes vol welvarende jongeren in de hippe wijk Prenzlauer Berg, trekt Paul Loeper (32) dinsdag een pimpelpaars reclamebord over zijn pimpelpaarse jas. Maar voordat hij het stelletje op een parkbank aanspreekt, steekt hij de loftrompet over de Nederlandse verkiezingsresultaten.
‘De verkiezingswinst van Volt in Nederland was voor ons hier in Duitsland een enorme opsteker’, zegt Loeper, Bondsdag-kandidaat voor Volt in de deelstaat Berlijn en een van de twee leiders van Volt Duitsland. ‘Het was een waanzinnig gevoel. Plotseling wisten we: het kan dus écht, als een nieuwe pan-Europese partij in een nationaal parlement verkozen worden.’
Maar niet in Duitsland, geeft Loeper even later op een terrasje toe. Althans, wel in Duitsland, misschien, maar lang zo makkelijk niet. Het percentage stemmen dat Volt in Nederland haalde, 2,4 procent, zou in Duitsland namelijk precies nul zetels betekenen. Ook nul zetels volgens het Duitse systeem: de Christenunie, SGP, Denk, PvdD, BBB, JA21, BIJ1, 50Plus en op een haar na Groenlinks en de FvD.
Kiesdrempel
Het obstakel waar Volt en tientallen andere kleine partijen in Duitsland overheen moeten zien te klauteren, is de kiesdrempel van 5 procent. Dat is het minimumpercentage van de stemmen dat een partij moet halen om toegang te krijgen tot de Bondsdag, de Duitse Tweede Kamer. Haalt een partij minder dan dat, dan gaat elke stem op die partij in de vuilnisbak. Dus de kiezer denkt wel drie keer na voordat hij zijn stem aan een nieuwkomer geeft.
De kiesdrempel is een cruciaal onderdeel van wat de Duitsers de wehrhafte of streitbare democratie noemen, een democratisch stelsel vol onaantastbare zekerheden en alarmbellen die moeten voorkomen dat Duitsland ooit opnieuw ten prooi kan vallen aan een dictatuur. Het systeem werd ontworpen na de Tweede Wereldoorlog en vastgelegd in de grondwet van 1949. Die is sindsdien nauwelijks veranderd.
De gedachte achter de kiesdrempel, is dat die stabiel bestuur bevordert en potentieel extremistische splinterbewegingen buiten de parlementaire deur houdt. De herinnering aan de Republiek van Weimar, zoals Duitsland van 1918 tot 1933 heette en die uiteenviel in tientallen kibbelende partijtjes, was nog vers toen de huidige grondwet op papier werd gezet.
Als de Duitsers op 26 september stemmen, doen ze dat in een buitengewoon complexe democratie die werd gebouwd om onverwoestbaar te zijn. De verkiezingen, dit jaar spannender dan ooit, zijn daardoor nauwelijks nog te volgen. Hoe werkt de stembusgang bij de buren?
Bottom-up
‘Ach de Republiek van Weimar’, zucht Loeper, die afstudeerde op Internationale Relaties. ‘Mensen beginnen altijd over de Republiek van Weimar als het over de kiesdrempel gaat. Ik geloof niet dat de Republiek van Weimar uiteen viel door het te grote aantal partijen, maar door een gebrek aan echte democraten en daarmee aan steun voor de democratie.’
Toch vindt ook hij de kiesdrempel die de parlementaire ambities van zijn eigen partij zo in de weg staat een goede zaak - in essentie. ‘Een partij komt daardoor alleen in het parlement als ze zich serieus en stabiel heeft getoond, met organisatievermogen en een strategie. Maar de 5 procent is arbitrair. Ik denk dat 3 procent voldoende is.’
Dat zou Volt Duitsland ook mooi uitkomen, want juist die 3 procent denkt Loeper tijdens de verkiezingen op 26 september op sommige plaatsen te kunnen halen. Op die dag vinden behalve de nationale Bondsdag-verkiezingen ook de verkiezingen van deelstaat Berlijn plaats, én de lokale verkiezingen in de hoofdstad. Berlijn telt twaalf districten, elk met een eigen gemeenteraad. Voor deelname aan gemeenteraden is niet 5, maar 3 procent van de stemmen vereist.
Dus banjeren Loeper en zijn collega’s al weken in paars tenue door de meer hoogopgeleide districten van Berlijn. Aan de lantaarnpalen in het zakelijke district Mitte doet het aantal posters van Volt nauwelijks onder voor dat van gevestigde partijen als Merkels CDU en de sociaal-democratische SPD, de koplopers in de verkiezingen. In Pankow, een voormalig Oost-Berlijns district waar steeds meer internationaal geörienteerde yuppen neerstrijken, flyeren Volt-vrijwilligers driemaal daags.
Het is de enige manier, zegt Loeper: in de Duitse democratie moet de weg naar de top onderop beginnen. Vrijwilligers hebben in kansrijke wijken geïnventariseerd wat de lokale grieven zijn, en leggen die grieven naast het partijprogramma van Volt. Een ‘zelflerend algoritme’ (Loeper: ‘klinkt geavanceerder dan het is’) dirigeert vrijwilligers vervolgens naar die plekken waar de wensen het beste aansluiten bij de politieke plannen van Volt.
Ironisch genoeg betekent dit dat de eerste pan-Europese partij in Duitsland, met als kernpunt hervorming van de Europese Unie, vooral bezig is wijkbewoners ervan te overtuigen dat Volt hen beter onderwijs en digitalisering van publieke diensten kan brengen - twee kernpunten van de partij. Volt vergaarde zo sinds mei 2020 zetels in vijftien Duitse steden. In München en Frankfurt mochten ze met één zetel de coalitie versterken. In Keulen hebben ze zelfs vier zetels en een wethouder: voor Burgerparticipatie, Europese Zaken, en Digitalisering.
‘In Berlijn is ons doel: twee zetels in elk van de twaalf districtsraden’, zegt Loeper. ‘In zeven van die districten denken we dat dat op 26 september moet lukken.’
Als kiezers op lokaal niveau zien wat Volt daar doet, zegt Loeper, groeit de kans dat de partij straks ook bij een of meerdere van de zestien deelstaatverkiezingen de drempel van 5 procent weet te slechten. En als ze het daar goed doen, wel, dan lonkt mettertijd misschien zelfs de Bondsdag.
Gras wegmaaien
Maar het is lastig zieltjes winnen als de crux van je programma -- de grote problemen van onze tijd kunnen we alleen in Europees verband aanpakken -- al wordt gedeeld door elke grote partij, blijkt dinsdagmiddag in het Berlijnse stadspark. De SPD, De Groenen, de CDU/CSU, de FDP: alle Duitse partijen behalve die op de verre rechter- en linkerflanken dragen Europa een wam hart toe.
‘Hoe verschillen jullie eigenlijk van de Groenen?’, is dan ook de eerste vraag die Martin Hesse (36) stelt vanaf zijn parkbankje, nadat Loeper de lokale kernthema’s van Volt Duitsland kort uiteengezet heeft: digitalisering, onderwijs, woonruimte, en meer openbaar en gedeeld vervoer.
‘Het allerbelangrijkste is dat wij een Europese partij zijn’, antwoordt Loeper geroutineerd. ‘Wij geloven dat de EU drastisch hervormd moet worden: het parlement moet meer macht krijgen en Duitsland en Frankrijk minder. Maar we denken ook dat een federale EU de enige manier is om onze gezamenlijke problemen aan te pakken. Andere partijen hebben het wel over Europese eenheid, maar verbinden daar nooit conclusies aan.’
‘Zoals ik al dacht’, zegt Hesse even later, als Loeper vertrokken is: ‘een upper middle class partij. Prima verhaal hoor, maar het is voor Duitsers van de Erasmusgeneratie die denken ‘Duitsland is wel cool maar ik reis graag en denk Europees’.’ Zijn metgezel, Marika Melisch (35): ‘niet iedereen kan zich dat veroorloven, Europees burger zijn.’
Dus, gaan ze het redden in de Bondsdag op 26 september? Loeper glimlacht. ‘Dat hangt er vanaf hoe optimistisch je bent. 2021 wordt moeilijk. Maar in 2025 zitten we erin, daarvan ben ik overtuigd. Bijna 100 procent.’
Partei Mensch, Umwelt, Tierschutz
Onder de hoopvolle kleine partijen is ook de Tierschutzpartei, enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse Partij voor de Dieren. In Berlijn is voor de gelegenheid duidelijk een behoorlijk leger vrijwilligers aan de gang geweest. Posters sieren de binnenstad, afwisselend met beelden van miserabele varkens achter de tralies en slogans die oproepen tot meer ambitieuze klimaatdoelen. De partij richt zich nadrukkelijk ook op ‘milieu en mens’ en doet al sinds 1993 mee, maar kwam nooit over de kiesdrempel heen. In 2017 kreeg de Tierschutzpartei 0,8 procent van de stemmen, het beste resultaat tot nu toe.
III. Weg
Ook handig met posters, maar dan anders, zijn de rechtsextremisten van de nieuwe III. Weg. Het partijtje, waarbinnen volgens de Duitse veiligheidsdienst neonazistisch gedachtengoed een duidelijke rol speelt, haalde deze week het nieuws met posters die oproepen tot het ophangen van leden van De Groenen, een van de drie grote partijen. Het stadje Zwickau, aan de Tsjechische grens, droeg de partij op de posters te verwijderen, maar volgens de rechter vallen de posters mogelijk onder de vrijheid van meningsuiting. De gemeente gaat in hoger beroep. Dit soort extreemrechtse partijtjes steekt in Duitsland regelmatig de kop op. Het parlement halen ze nooit, maar het gedachtengoed blijft aanhang vinden.
DIE PARTEI
De grappenmakers van DIE PARTEI kregen in 2014 tot ieders verbazing een zetel in het Europese Parlement. De ‘Partij voor Rechtsstaat, Dierenbescherming, promotie der Elites en basisdemocratische Initiatieven haalde 180 duizend stemmen met de leus ‘Ja tegen Europa; nee tegen Europa.’ Vervolgens jaagden ze de gevestigde Duitse partijen op de kast door te pleiten voor EU-vergaderingen op de Noordkaap (‘om de kilometervergoeding op te drijven’) en een muur om Zwitserland. Tussen alle satire klinkt soms een serieuze ondertoon, in de vorm van kritiek op dogma’s en de Duitse politieke cultuur. De partij kreeg zijn zetel doordat de hoogste Duitse rechtbank even daarvoor had geoordeeld dat de Duitse kiesdrempel voor het EU-parlement niet geldt. Inmiddels heeft DIE PARTEI twee EU-zetels.