Het dorp van Shaker is nu een handvol stof

De eerste Koerdische families uit het zuiden en westen van Irak keren terug naar hun dorpen in het noorden van het land....

Van onze correspondent Ferry Biedermann

Het dorp van de Koerdische Al-Zendi-stam werd in 1983 door de Ba'ath-partij van Saddam Hussein met de grond gelijk gemaakt. De actie was onderdeel van de arabiseringspolitiek van het regime. Kirkuk is het belangrijkste oliecentrum in het land en Bagdad wilde een Arabische meerderheid creëren in de streek. De Koerden waren altijd lastig geweest voor het regime.

De waardige, in traditioneel Koerdische kleding gehulde Al-Zendi trilt nog van woede als hij zich de gebeurtenissen herinnert. 'Lastig voor de regering?' roept hij woedend. 'Ik vocht nota bene voor Irak in de oorlog tegen Iran. Toen ik terugkeerde van de vreselijke slag op het Faw-schiereiland was mijn dorp verdwenen.'

Woensdag keerden de Al-Zendi's samen met de eerste Koerdische families uit het zuiden van het land terug naar het district Dakuk in de regio van Kirkuk. De afgelopen dagen waren er al families teruggekeerd uit het autonome Koerdische gebied verder naar het noorden.

Duizenden Koerden waren echter door de Ba'athpartij verbannen naar stoffige an afgelegen dorpen elders in het land. De tweehonderd families van de Al-Zendi-stam waren naar Ramadi gestuurd in de westelijke woestijn richting Jordanië.

Geen wonder dat ze graag willen terugkeren naar dit vruchtbare, groene land waar ook hun wortels liggen. Dat gaat niet probleemloos. Er zijn onderlinge ruzies over wie recht heeft op welk land, want aan documentatie ontbreekt het soms. Het grootste probleem is dat het land nieuwe bewoners en gebruikers heeft.

'Ik wil dat ze weggaan', roept Al-Zendi woedend. Hij wijst naar een paar dorpen in de verte . 'Dit is mijn land, zij hebben het overgenomen, maar toen ik ze vroeg te vertrekken zeiden ze nee.' Hij noemt de dorpelingen 'bedoeïenen' en 'zigeuners'.

Al-Zendi zet tenten op in de buurt van zijn verwoeste dorp om de aanspraak op het grondgebied duidelijk te maken.

De terugkerende families worden begeleid door een 'politieke vertegenwoordiger' van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK), een van de twee grote Koerdische partijen. Nur Eddin Daoudi legt uit hoe hij probeert de terugkeer in goede banen te leiden. 'Wij hebben veel geleden onder het regime van Saddam Hussein en willen niet hetzelfde doen. Wij respecteren de mensenrechten van de dorpelingen.'

De vertegenwoordiger van de PUK zegt vervolgens zonder blikken of blozen dat van de ongeveer een miljoen Arabieren in het district Kirkuk driekwart weg moet, 750 duizend mensen. 'Ze moeten terug naar het district waar ze vandaan kwamen, sommigen zijn eigenlijk niet eens Iraaks.'

Al Wahdeh, een vies, stoffig gat, is een van de dorpjes waar Al-Zendi boos naar wees. De inwoners zijn diep bezorgd en ook boos. 'Wij behoren tot de grote Al-Shamar-stam die eeuwenlang tussen de grensgebieden van Syrië en Saudi-Arabië onze gronden hebben gehad', zegt de sjeik, Awad Bardi Owgla. Hij zegt inderdaad tot 1974 geen paspoort te hebben gehad, vanwege zijn nomadische bestaan.

Het verhaal van de Al-Shamar is totaal anders dan dat van de Al-Zendi. Ze vertellen dat vrijwel alle grond in de buurt eigendom van de overheid is. Ze werden in 1973 door de regering gedwongen hun nomadenbestaan op te geven en zich te vestigen in de buurt van Dakuk. Al het land werd hun toegewezen of is door ze gekocht. 'Die Koerden liegen want zij hebben vrijwel gelijk met ons, hooguit twee jaar eerder, ook hun land door de regering toegewezen gekregen', zegt Owgla. Dat komt overeen met de criteria die de PUK heeft vastgelegd: wie tot 1971 zich geregistreerd heeft in het district mag blijven, alle anderen moeten weg.

'Wij kunnen nergens anders naar toe ', roepen de mannen in het grote dorpshuis van Al Wahdeh ontzet. 'De regering heeft ons dit land gegeven. Nu is er geen regering meer en willen ze het van ons afnemen', zegt Owgla. Hij zegt dat de Koerden de afgelopen dagen op hem hebben geschoten, ook de eerste Al-Zendi's zouden daarbij betrokken zijn geweest.

'Het is de schuld van de Amerikanen, die moeten ons beschermen tegen de Koerden. Ze hebben het hele land in chaos gestort', zegt Owgla. De Amerikaanse generaal Jay Garner, die een interim-bestuur in Irak gaat opzetten, heeft tijdens zijn rondreis door het Koerdische gebied de afgelopen dagen beloofd dat hij de Koerden zal helpen bij de terugkeer naar hun grondgebied.

De Koerden zijn dan ook uitzinnig van blijdschap. In grote open vrachtwagens komen hele families bij Dakuk aan. De familie van Shaker Mahmoud Al-Zendi telt twaalf mannen, vrouwen en kinderen. Ze roepen allemaal 'Bedankt, Bush en Blair!'

Omdat de tenten niet geschikt zijn voor vrouwen en kinderen blijven die voorlopig in een huis dat de familie bezit bij Dakuk. 'Tot twintig dagen geleden was het bezet door een lid van de Ba'ath-partij', vertelt Al-Zendi.

Op de binnenplaats staan kinderen die voor het eerst in hun geboortestreek zijn. 'In Ramadi was ik altijd bang', zegt de 10-jarige Hawla. 'De mensen waren gemeen. Hier voel ik me meteen thuis.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden