Analyse
Het CDA zoekt een nieuwe weg: ‘We kunnen niet zomaar doen alsof er niets is gebeurd’
Wat is er misgegaan bij het ooit zo machtige CDA? Het interne debat daarover is na de desastreus verlopen Provinciale Statenverkiezingen losgebarsten. ‘We storten de hele dag problemen over mensen heen.’
Het CDA had er nog zo goed over nagedacht: met een nieuw plan voor heel Nederland zouden de christen-democraten het vertrouwen van kiezers terugwinnen. De kloof tussen stad en platteland zou worden gedicht. Demonstratief verklaarde partijleider Hoekstra dat het jaartal 2030 ‘niet heilig’ was om de stikstofdoelen te bereiken. Er zou voortaan weer worden geïnvesteerd in voorzieningen voor het platteland en écht geluisterd worden door Den Haag.
Het plan mislukte faliekant. Het CDA werd deze week ongenadig afgestraft. Vrijwel overal is de toch al gekrompen partij gehalveerd, terwijl de electorale concurrent BBB er met de oorspronkelijke CDA-achterban vandoor ging. Hoe kon dat gebeuren?
Campagneleider en CDA-Kamerlid Derk Boswijk likte donderdag zijn wonden en wees onder meer met een beschuldigende vinger naar D66-Kamerlid Tjeerd de Groot. Met diens provocerende uitspraken over het halveren van de veestapel en de gedwongen uitkoop van boeren was hij ‘de grootste campagneleider van BBB’ geweest. Het CDA wilde coalitiegenoot D66 destijds niet afbranden, maar sneed zichzelf daarmee in de vingers. Een groot deel van de CDA-achterban moest niks hebben van de stikstofaanpak van het kabinet.
Leiderschap vervangen
Het CDA steekt de hand inmiddels ook in eigen boezem. ‘Het verhaal komt niet over. Dat is waardeloos om te zien. En dat kunnen we alleen onszelf aanrekenen’, zei Boswijk deze week. Wat hem betreft is er niets mis met het CDA-verhaal dat is verteld, maar is de partij te laat begonnen met het verkondigen ervan. Het probleem is ook, stellen iets cynischer christen-democraten: de kiezer heeft het CDA-verhaal gewoon niet meer willen aanhoren.
Partijleider Wopke Hoekstra vindt het nog te vroeg voor een analyse over wat er is misgegaan, herhaalde hij vrijdag voor aanvang van de ministerraad. Wel zei hij: ‘We kunnen niet zomaar op deze manier door en doen alsof er niets gebeurd is.’ Wat er dan precies anders moet, wil hij nog niet zeggen.
Moeten de kopstukken misschien vervangen worden? Die vraag is in de partijtop niet aan de orde, zo is achter de schermen te horen. ‘Wopke is enorm gegroeid in zijn rol’, zeggen Boswijk en anderen steeds. Diverse lokale CDA’ers denken daar anders over. ‘Als je tot de conclusie komt: wij kunnen zo wel verder, dan bevestig je het beeld dat mensen hebben van landelijke politici’, zegt de Friese CDA-voorzitter Theo Joosten. De Zeeuwse Gedeputeerde Jo-Annes de Bat vindt dat ‘alle opties op tafel moeten liggen’.
Grote irritatie is er ook in Limburg over het CDA-leiderschap. Zeker toen VVD-minister Christianne Van der Wal het een dag na de Statenverkiezingen nodig vond om te benadrukken dat het stikstofbeleid gewoon doorgaat omdat dit nou eenmaal zo is afgesproken. ‘Dat is niet slim’, zegt Gabrielle Heine, CDA-fractievoorzitter in Maastricht. ‘Eigenlijk zeg je dan tegen de kiezer: u hoeft niet te stemmen, want het is allemaal al besloten. Het CDA zou daar wat van moeten zeggen, anders winnen we het vertrouwen nooit terug.’
Jongerenpartij CDJA is minder diplomatiek en twijfelt inmiddels openlijk over Hoekstra als partijleider.
Wederopstanding
Maar voor de wederopstanding van het CDA is meer nodig dan alleen wat gezichten veranderen, vindt de oudere garde partijprominenten. ‘Het was een geweldige zet toen Hoekstra vorige zomer in dat interview zei dat het jaar 2030 niet heilig is om stikstofdoelen te halen, want dat is het eerlijke verhaal en zo kom je op voor je achterban’, zegt Wim van de Camp, die tien jaar Europarlementariër en ruim twintig jaar Tweede Kamerlid was voor het CDA. ‘Maar dit heeft nooit een vervolg gekregen, Hoekstra is weer in zijn schulp gekropen. Zonde.’ Inmiddels noemt hij de partij ‘een konijn dat in de koplampen van een auto kijkt’.
Ook oud-minister Hans Hillen vindt de teloorgang van het CDA niet zo ingewikkeld te verklaren. ‘Het probleem is dat het CDA – samen met de regering – de hele dag problemen over mensen heenstort. Stikstof is een probleem, het klimaat is een probleem, mensen worden gek van al die negativiteit’, zegt Hillen. ‘Vervolgens krijg je als burger ook nog de rekening gepresenteerd. Daar worden mensen nerveus van. En in plaats dat ze een beetje troost uit Den Haag ontvangen, krijgen ze te horen dat het allemaal nóg erger wordt en bovendien hun eigen schuld is.’ Wat Hillen betreft verlegt het CDA de koers en gaat het zich meer opstellen als ‘bezorgde bestuurder, die af en toe een arm om de mensen heenslaat’.
Een nieuwe koers van het CDA is inderdaad in de maak, is achter de schermen te horen. Dat gebeurt mede onder druk van de provincies. Critici als de Friese Joosten en de Zeeuwse De Bat nemen gewoon de telefoon op als BBB belt om te spreken over een provinciale coalitie. Hun ideeën liggen in de praktijk echt niet zo ver uiteen. Vrijdagavond vergadert de partijtop met alle provinciale voorzitters over de vraag hoe zij zich de komende weken zullen opstellen.
De CDA-top lijkt alvast voor te sorteren op het idee dat het stikstofbeleid deels aangepast zal moeten worden. Het jaar 2030 en gedwongen onteigening gaan misschien op de helling. De vraag is of dit voor het CDA vol te houden is in het huidige kabinet. Vooral D66 staat nog steeds geharnast in het stikstofstandpunt. Dat plaatst het CDA voor een dilemma. Als het CDA het kabinet overeind wil houden, moet de partij het huidige stikstofbeleid van het kabinet blijven steunen. Maar dat verkleint de kans op een wederopstanding van de partij. Een kabinetscrisis is dan misschien een aantrekkelijker alternatief.