Hellywood

Een film maken lijkt leuk. Maar waar grote ego's, gebrek aan geld en de herschrijfmanie heersen, verandert menig project in een hel. Onthullen twee filmboeken.

DOOR PAULINE KLEIJER

Stel, je bent producent bij een grote filmstudio in Hollywood. Dan belandt er op een dag een prachtig filmscript op je bureau. Je maakt een budget beschikbaar, haalt er een goede regisseur bij en een paar populaire acteurs en het draaien kan beginnen. Een aantal maanden later is het meesterwerk klaar, waarna goede kritieken en hoge bezoekcijfers vanzelf volgen. Een kind kan de was doen.

Zo simpel is het natuurlijk niet. Integendeel: de meeste films zijn jaren en jaren in de maak, en dat proces gaat zelden van een leien dakje. Het budget wordt ruim overschreden, gecontracteerde sterren haken af, er is ruzie op de set, er gebeuren ongelukken, aan het scenario wordt tot het allerlaatst gesleuteld - eigenlijk kan er zo ontzettend veel mislopen, dat het een wonder is dat er nog films gemaakt worden.

'Development hell' luidt het jargon voor de onzekere periode tussen de verkoop van een scenario en het moment dat de film af is. 'Limbo' wordt die tijd ook wel genoemd: een soort zwart gat waarin projecten eindeloos kunnen blijven bungelen, als ze tenminste niet volledig verdwijnen.

Er zijn tal van voorbeelden van veelbelovende films die door allerlei onheil nooit het licht zagen. Sommige zijn legendarisch, juist omdat ze onvoltooid bleven: denk bijvoorbeeld aan Napoleon van Stanley Kubrick en Don Quixote van Orson Welles, twee grootschalige, grondig voorbereide producties. Maar ook als een film uiteindelijk wél wordt gemaakt, kan de ontstaansgeschiedenis een aaneenschakeling van ellende zijn. En van vreemde beslissingen.

Vaak blijven de verhalen daarover binnenskamers. Maar de laatste tijd neemt de interesse voor deze helletochten toe, en zijn de betrokkenen vaker bereid erover te praten - vooral als het project al lang geleden is. Dankzij recent verschenen boeken als Apocalypse on the Set en Tales from Development Hell (zie kader) wordt duidelijk wat er zoal mis kan gaan in Hollywood. Een paar voorbeelden.

Het scenario is kapot geschreven

'Nobody knows anything'. Zo vatte de befaamde scenarioschrijver William Goldman de filmindustrie ooit samen in zijn memoires. Niemand weet iets, en vooral niet waarom de ene film werkt en de andere niet. Maar iedereen doet alsof hij het wel weet. Iedereen die bij een film betrokken is, wil er zijn stempel op drukken. Vandaar de gewoonte in Hollywood om scenario's eindeloos te laten herschrijven; al lijkt een eerste versie perfect, er wordt direct een tweede schrijver ingehuurd om 'een paar aanpassingen te doen'. En een derde, en een vierde - soms zelfs een twintigste of dertigste.

Al die nieuwe versies zijn niet noodzakelijk beter dan de eerste. De herschrijfmanie heeft soms desastreuze gevolgen, zoals te zien is aan de uiteindelijke versie van Lara Croft: Tomb Raider (2001). De film moest de populariteit van een computergame uitmelken, maar werd - na ongeveer twintig schrijfrondes met evenzoveel scenarioschrijvers - een slap aftreksel van het spel.

Iedereen wil een andere film

Het lijkt logisch dat iedereen die aan een film meewerkt, ongeveer hetzelfde doel voor ogen heeft. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Neem Total Recall; het was uiteindelijk Paul Verhoeven die in 1990 de sciencefictionfilm regisseerde - inmiddels een klassieker. Voor die tijd waren een stuk of zeven regisseurs aan het project verbonden, en had het scenario, gebaseerd op een kort verhaal van Philip K. Dick, tientallen versies gezien. De eerste beoogde regisseur was David Cronenberg. Maar de latere maker van eXistenZ en Spider was duidelijk niet de juiste man op de juiste plek. Cronenberg had een serieuze, duistere film voor ogen, zijn geldschieters dachten er anders over. Producent Ron Shusett wilde 'Raiders of the Lost Ark, maar dan op Mars'. Na maanden vruchteloos vergaderen stapte Cronenberg op; het zou nog jaren duren voordat Verhoeven in beeld kwam.

Sterallures

Marilyn Monroe die steevast uren te laat op de set kwam, Marlon Brando die met hevig overgewicht verscheen voor Apocalypse Now- het zijn bekende verhalen van acteurs die hun regisseurs tot wanhoop dreven. Sterallures zijn van alle tijden. Ze maken het filmproces niet eenvoudiger.

Begin jaren negentig liet Robert Redford, gestrikt voor een film over een gevaarlijk virus, een nieuwe versie van het scenario schrijven waarin zijn eigen rol veel belangrijker (en romantischer) werd; nadat zijn tegenspeelster Jodie Foster het had gelezen, haakte zij af en kwam het project, The Hot Zone, nooit meer van de grond. In dezelfde periode werd wel een andere virusfilm gemaakt: Outbreak, met Dustin Hoffman. Die was overigens ook niet direct tevreden met zijn dialogen. Hij liet ze verschillende malen herschrijven, onder andere door de bekroonde dichteres en schrijver Maya Angelou. 'Dustin Hoffman tevredenstellen is onmogelijk', klaagde een van de scenarioschrijvers.

De timing deugt niet

Tal van films-in-wording zijn gesneuveld omdat in dezelfde periode een vergelijkbaar project werd opgezet of uitgebracht. Hollywoodstudio's nemen niet graag risico's. Is er een film die om auto's draait geflopt? Dan wordt snel de stekker uit alle lopende autofilms getrokken. De belangrijkste reden dat Paul Verhoeven nooit zijn gewelddadige kruistochtdrama Crusade heeft kunnen maken, is de eerdere, niet erg succesvolle uitbreng van Ridley Scotts Kingdom of Heaven, dat ook speelde ten tijde van de kruistochten. Daarnaast lag het onderwerp gevoelig. 'Het verhaal van de kruistochten is de moordzuchtige aanval van christenen op de Arabieren en de Joden', zo legde Verhoeven het ooit uit. 'Is dat geen politiek interessante situatie?'

De regisseur is megalomaan en/of perfectionistisch

Na het succes van zijn Vietnamfilm The Deer Hunter (1978), goed voor 5 Oscars, kreeg regisseur Michael Cimino ongeveer carte blanche van zijn studio om een nieuwe film te maken. Het werd Heaven's Gate, een western waarvan hij het scenario al klaar had. De productie was een ware ramp. Door een onduidelijke clausule in zijn contract kon Cimino zoveel geld uitgeven als hij maar wilde, en al snel werd duidelijk dat hij geen limiet kende. Na zes draaidagen lag de film al vijf dagen achter op schema en had Cimino ongeveer 90 seconden aan bruikbare opnamen, waarvan de totale kosten bijna 1 miljoen dollar beliepen. Complete sets moesten worden herbouwd, omdat ze niet naar zijn wens waren. Voor de studio was er geen weg terug: er was al zoveel in de film geïnvesteerd dat stoppen geen optie meer leek. Toen Heaven's Gate uiteindelijk flopte, betekende dat bijna de ondergang van studio United Artists.

De meest tragische oorzaak van een filmproductie die stokt is het overlijden van de hoofdrolspeler. Het is herhaaldelijk gebeurd: Marilyn Monroe overleed tijdens de opnamen van Something's Got to Give, Brandon Lee tijdens het maken van The Crow, Peter Sellers vlak voordat Trail of the Pink Panther van start ging, Heath Ledger tijdens The Imaginarium of Dr. Parnassus. George Sluizers Amerikaanse thriller Dark Blood bleef sinds 1993 onvoltooid na de plotselinge dood van River Phoenix. Sluizer probeert de film nu alsnog af te maken, met financiële steun van het publiek (zie www.cinecrowd.nl).

Recensies

Apocalypse on the set **

De meeste voorbeelden op deze pagina's komen uit twee boeken die allebei de hel beschrijven die filmmaken heet: Apocalypse on the Set van Ben Taylor en Tales from Development Hell van David Hughes.

Taylor behandelt in Apocalypse on the Set negen dramatisch verlopen filmproducties, van Terry Gilliams The Adventures of Baron Munchausen tot Kevin Reynolds' Waterworld. Natuurlijk ontbreekt ook Apocalypse Now niet; de verschrikkelijke avonturen op de set van Francis Ford Coppola behoren tot de meest beschreven uit de filmgeschiedenis. Taylor deed geen eigen onderzoek, maar beperkte zich tot het doornemen van bestaande publicaties. Hoewel hij de verhalen keurig samenvat, is het wat stug geschreven boek dus niet veel meer dan een herhalingsoefening.

Ben Taylor: Apocalypse on the Set. Nine Disastrous Film Productions. Penguin Group Usa; 272 pagina's; ca. € 25,-.

ISBN 978 1 59020 188 6.

Tales from Development Hell ****

Veel interessanter is Tales from Development Hell, waarvoor Hughes - zelf een scenarioschrijver - uitgebreid sprak met talloze 'spelers' in Hollywood. De auteur koos niet de meest voor de hand liggende filmtitels, maar richtte zich op bijzondere projecten die om de meest uiteenlopende redenen de mist ingingen of heel anders uitpakten dan gepland. Dat levert fascinerende verhalen op, bijvoorbeeld over de voorgeschiedenis van Planet of the Apes en The Lord of the Rings (ooit met John Boorman als regisseur en The Beatles als hobbits). Daarnaast brengt het boek een eerbetoon aan enkele nooit gerealiseerde films, zoals Paul Verhoevens Crusade.

Tales from Development Hell maakt korte metten met de mythe dat weldenkende mensen het in Hollywood voor het zeggen hebben. Het boek gaat over domme beslissingen, grote ego's, snel (verdampt) geld, grote doses pech en een tragisch gebrek aan kunde.

Een aanrader voor wie wil weten hoe het er in Hollywood echt aan toe gaat.

Tales From Development Hell David Hughes: Tales From Development Hell. The Greatest Movies Never Made? Titan Books; 368 pagina's; ca. € 13,-. ISBN 9 780857 687234.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden