Klopt dit wel?

Heeft merendeel jihadisten psychische problemen?

Berichten verspreiden zich dankzij internet vaak razendsnel, of ze nu kloppen of niet. De Volkskrant gaat op zoek naar hele en halve onwaarheden en probeert de zin van de onzin te scheiden.

Jennie Barbier en Maarten Keulemans
Fragment uit een IS-video opgenomen in Irak Beeld afp
Fragment uit een IS-video opgenomen in IrakBeeld afp

Vrijwillig in Syrië gaan vechten voor de koppensnellers van IS, je zou toch wel gek zijn. En inderdaad, zo vernamen we deze week. 'Meer dan de helft van de Nederlandse Syriëgangers heeft psychische problemen', meldde de NOS zaterdag. 'Eenvijfde van die jihadisten heeft ernstige gedragsproblemen of een officieel vastgestelde aandoening als schizofrenie,' zou uit 'onderzoek' zijn gebleken. De Telegraaf vatte het nieuws samen onder de onvergetelijke kop 'Meeste jihadisten al mesjogge voor vertrek', terwijl het AD koos voor 'Jihadist is vaak verknipt warhoofd'.

Andere media pakten het 'politieonderzoek' waarop het nieuws was gebaseerd in de nazit wat omzichtiger aan, maar toch ontkwam ook de Volkskrant er niet aan: 60 procent van de Syriëgangers heeft 'psychosociale problemen', meldde de krant op gezag van onderzoeker Anton Weenink. 'Minstens 20 procent' heeft 'ernstige gedragsproblemen of een psychiatrische diagnose, zoals schizofrenie, autisme of een psychose', aldus de krant.

Bent u een bericht tegengekomen waarvan u denkt: klopt dit wel? Mail naar kloptditwel@volkskrant.nl.

Geen diagnose

Nu moge duidelijk zijn dat Syriëgangers geen modelburgers zijn - maar zijn ze ook gek? Staten hebben immers de hardnekkige neiging om van politieke tegenstanders te roepen: daar is een steekje aan los, ongeacht of dat nu echt zo is. Bovendien kun je je afvragen waar de diagnose 'psychische problemen' in dit geval vandaan komt, aangezien de onderzoekers geen toegang hadden tot medische dossiers.

Inderdaad wringt daar een en ander, zo blijkt al snel als we het onderzoek erbij pakken. 'Duidelijk moet zijn dat we geen diagnose stellen', schrijft Weenink in het, overigens keurig uitgewerkte en officieel gepubliceerde onderzoeksartikel in het vakblad Perspectives on Terrorism. Omdat de politiegegevens niet gedetailleerd genoeg waren, zo staat te lezen, was het niet mogelijk om consistent criteria toe te passen van officiële classificaties van psychische stoornissen. 'We hebben de subjecten simpelweg toegekend aan categorieën op basis van de gevonden informatie.'

Rechtbanktekening van verdachten Azzedine C. en Rudolf H. in het Haagse jihadproces. Beeld anp
Rechtbanktekening van verdachten Azzedine C. en Rudolf H. in het Haagse jihadproces.Beeld anp

Cirkelredenering

Dit klinkt, oneerbiedig gezegd, gewoon als nattevingerwerk. Inzage in de keuzes die Weenink daarbij maakt krijgen we helaas niet: het gaat immers om privacygevoelige politiedossiers. Opvallend is wel dat Weenink, politicoloog van opleiding, zowel crimineel als probleemgedrag ziet als aanwijzing dat er sprake moet zijn van een onderliggende geestesziekte.

Weenink zet het vangnet dus zo ruim op dat alle vormen van rebels gedrag in feite onder de noemer 'psychische problemen' kunnen vallen. Zo ontstaat een cirkelredenering, want wat definieert een Syriëganger anders dan 'gedrag dat afwijkt van de sociale norm'? 'Dat heb ik juist geprobeerd te vermijden door te kijken naar wat eraan vooraf ging', zegt Weenink. Maar, geeft hij toe, het is een schemergebied. 'Radicalisering kan op zichzelf ook een bron zijn van conflicten.'

Zes procent

Wat was nu de uitkomst van al dat bladeren door politiedossiers? Bij 48 procent van de 140 onderzochte subjecten signaleerde Weenink geen probleemgedrag, maar bij 8 procent was wel sprake van een 'problematische sociale setting'. Bij ongeveer een kwart vond Weenink 'mild probleemgedrag'. Daarbij moeten we denken aan kruimeldiefstal, vandalisme of hoge schulden. Allemaal psychosociale problemen, oordeelt de onderzoeker, die zelf overigens geen medische of psychologische achtergrond heeft.

Uiteindelijk vond Weenink bij slechts 8 personen van de 140, 6 procent, een gediagnosticeerde stoornis. Omdat ook de politie niet zomaar mag neuzen in de medische gegevens van een verdachte, was die diagnose gebaseerd op 'informatie uit verschillende hoeken die dat ondersteunde', aldus Weenink. 'Soms is het ook terug te vinden in iemands woongeschiedenis, bijvoorbeeld in het geval van een opname.'

Nog meer nattevingerwerk dus. Bovendien is 6 procent helemaal niet veel. In 2011 was door de GGZ ongeveer 9 procent van de bevolking gediagnosticeerd met een stoornis, volgens cijfers van het CBS. Weenink vermoedt dat het daadwerkelijke percentage hoger ligt, het scala aan gedragsproblemen dat hij aantrof bij meer dan de helft van de jihadisten zou daarop wijzen. Maar bij gebrek aan harde data is dat grotendeels speculatief.

Appels met peren

Het grootste probleem is echter dat het onderzoek geen controlegroep heeft: een vergelijkbaar samengestelde groep van niet-Syriëgangers om de cijfers mee te vergelijken. Van de onderzochte jihadisten was 84 procent man, driekwart was van allochtone afkomst en veruit de meesten waren jong, laaggeschoold en werkloos: bij uitstek een groep die statistisch gezien sowieso oververtegenwoordigd is op de gebieden waar Weenink de dossiers aan toetste: gedragsproblemen en psychische stoornissen.

'Dit is nog erger dan appels met peren vergelijken', zegt Jim van Os, hoogleraar psychiatrische epidemiologie aan de Universiteit Maastricht. 'Het vaststellen van psychische problemen bij etnische minderheden die bovendien in conflict verkeren met de meerderheid, op cultureel en ideologisch gebied, is heel specialistisch werk. Een zeer selectieve groep 'jihadisten' naast alle anderen leggen is gewoon geen valide vergelijking.'

Meer dan de helft van de groep jihadisten had de Marokkaanse nationaliteit. Uit eerder onderzoek van psychiater Wim Veling blijkt dat juist bij Marokkaanse jongens de kans op een psychose vier tot vijf keer zo hoog ligt. Dat hangt volgens hem vermoedelijk samen met de positie van etnische minderheden.

Veling: 'Marokkanen, zeker de jongens, hebben een negatief imago en dat vormt een bedreiging voor een positief zelfbeeld. Wij zagen dat Marokkaanse jongens met psychische problemen relatief vaak hadden geprobeerd aansluiting te vinden bij de meerderheid, wat het risico van afwijzing met zich meebrengt. Zij vallen tussen wal en schip en wie gevoelig is voor psychische problemen loopt dan de kans ondersteboven te kieperen.'

Wat zegt dit over de mogelijke psychische problemen van Syriëgangers? 'Het zou kunnen dat zij zich juist zijn gaan richten op hun minderheidspositie, bijvoorbeeld in de vorm van religie', aldus Veling. 'Maar dat hangt niet per se samen met een psychose.'

Beeld uit een IS-propagandavideo Beeld afp
Beeld uit een IS-propagandavideoBeeld afp

Gestoorde jihadisten

'Een diagnose is een label, geen verklaring', voegt Van Os daar nog aan toe. 'De vraagstelling is al dubieus, want je zou ook kunnen kijken of jihadisten roken of sporten of pianospelen. Maar omdat dit gedrag afwijkend is, is het heel opwindend om te melden dat er sprake is van psychische stoornissen.' Media vielen inderdaad massaal voor de verlokking om op basis van 'wetenschappelijk onderzoek' jihadisten 'gestoord', 'mesjogge' en 'verknipt' te noemen.

'Dit heeft weinig te maken met wetenschap', concludeert Van Os. 'Het zegt meer iets over onze cultuur en de behoefte om een verklaring te vinden voor afwijkend gedrag. En die vinden we dan in een gebrekkige geestelijke gezondheid.'

Oordeel:

null Beeld .
Beeld .

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden