Harde bikkel met iets te veel zelfvertrouwen
De gepensioneerde generaal Wesley Clark heeft een uitstekende reputatie als militair. Maar een presidentskandidaat moet over heel veel dollars beschikken wil hij kans maken....
Amper had de 58-jarige gepensioneerde vier-sterrengeneraal Wesley Clark gisteren bevestigd dat hij had besloten kandidaat te zijn voor het Amerikaans presidentschap namens de Democratische partij, of critici stelden de cruciale vraag: kan een carrière-militair zonder enige binnenlandse politieke ervaring wel president worden?
Het antwoord luidt: misschien wel, misschien niet.
Eerst waarom de veronderstelling zo gek niet is. Wesley Clark is bekend in Amerika. Hij is vaak op de tv, als deskundige. Dan zie je een knappe, innemende vent die in begrijpelijke taal doorgaans overtuigende analyses aflevert.
Clark heeft een fantastische naam in de VS als beroepsmilitair. Hij is opgeleid aan de beroemde militaire academie van West Point, hij heeft zijn sporen verdiend in de oorlog in Vietnam, hij was eind jaren negentig opperbevelhebber van de NAVO-troepen in Europa en verdreef de Serviërs uit Kosovo. Hij keerde zich bovendien tegen de oorlog in Irak omdat het middel niet deugde.
De New York Times schreef gisteren dat Clark hèt tegengif van de Democraten kan zijn tegen president Bush. Meer dan de voormalige gouverneur Howard Dean, die met een onconventionele campagne op kop gaat en ook meer dan senator John Kerry, die voortdurend adverteert met zijn reputatie als oorlogsheld, heeft Clark recht van spreken. Hij is een harde bikkel, hij kent de problemen van de jongens in het veld - mocht de natie een nieuwe Eisenhower wensen, dan staat die klaar.
Net als Clinton komt Clark uit Arkansas, een zuidelijke staat. De Democratische presidenten die Clinton voorgingen, Jimmy Carter en Lyndon Johnson, kwamen ook uit het zuiden. Het is bijna een wet: als een Democraat het presidentschap wil veroveren, moet hij vertrouwd zijn met het andere Amerika dan het Amerika van die snobistische, kosmopolitische oostkust.
Toch is het goed denkbaar dat het niks wordt met de kandidatuur van Clark. Om te beginnen zegt iedereen die hem kent dat hij een driftkop is. Achter zijn slimheid, zijn snelheid gaat opvliegendheid schuil. Het kan zomaar de boventoon gaan voeren. Iets soortgelijks geldt voor zijn zelfvertrouwen. Er zijn Clark-kenners die zeggen dat de generaal het bijzonder met zichzelf heeft getroffen en dat hij daarvan amper een geheim maakt. Hij kan struikelen over hoogmoed.
Belangrijker is dat Clark een groentje is in de politiek. Hij mag zich op geloofwaardige wijze een oordeel aanmatigen over de oorlog in Irak. Maar als het publieke debat verschuift in de richting van de economie, hetgeen waarschijnlijk is naarmate de verkiezingen dichterbij komen, heeft Clark geen naam opgebouwd.
Clark heeft geen geld. Fondsenwerving is van cruciaal belang in Amerikaanse verkiezingscampagnes. President Bush is er al maanden mee bezig. Verwacht wordt dat hij uiteindelijk meer dan 200 miljoen dollar zal binnenhalen voor zijn herverkiezing. De belangrijkste Democratische kandidaten beschikken over enige tientallen miljoenen. Clark moet nog beginnen en de vraag is of hij niet te laat is.
Een campagnestrateeg zei gisteren in de New York Times: 'Zeker, hij is er laat bij. Hij heeft nog geen organisatie opgebouwd. Maar onderschat nooit Wesley Clark.'