GVB begint dit jaar veerdiensten naar Lelystad en Almere
Het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) in Amsterdam opent dit jaar nog een bootverbinding tussen Lelystad, Almere en Amsterdam. De lijn wordt gevaren met vier tot zes catamarans met elk plaats voor tweehonderd personen....
Van onze verslaggever
AMSTERDAM
GVB-directeur A. Testa zei dit zaterdag tijdens een nieuwjaarsbijeenkomst. De catamarans, die volgens Testa een alternatief vormen voor auto en trein, varen binnen drie kwartier van Lelystad naar de Oranjesluizen bij Schellingwoude. Vandaar verzorgt het GVB aanvullend vervoer.
De prijs is die van een tweedeklasse treinkaartje. Bedoeling is dat de dienst dezelfde frequentie zal aanhouden als de trein.
Dit jaar wordt voor het GVB 'het jaar van de klant', aldus Testa. Het bedrijf is naar zijn zeggen zakelijk weer dusdanig op orde, dat meer aandacht kan worden besteed aan de dienstverlening.
Er komt binnen het GVB een Service en Veiligheidsorganisatie (SVR), die tot doel heeft zowel de klant als het rijdend personeel te ondersteunen. De SVR gaat kaartjes controleren en moet vragen van reizigers beantwoorden.
Volgens Testa is succes van SVR sterk bepalend voor de sfeer en de uitstraling van het Amsterdamse openbaar vervoer.
Om de dienstverlening te verbeteren gaat het GVB elke lijn bemannen met een ploeg vaste bestuurders en conducteurs, die meer verantwoordelijkheden krijgen. Dit moet de betrokkenheid van het personeel bij het werk vergroten en hun motivatie versterken, aldus Testa.
Het systeem wordt getest op twee tramlijnen. Testa vermoedt dat de ondernemingsraad hierover eerst nog een rechtszaak wil voeren. 'Een groot aantal mensen krijgt een andere functie. De ondernemingsraad vindt dat moet worden geselecteerd op anciënniteit. De directie wil uitgaan van de kwaliteit van de mensen. Daar ligt een principieel verschil', aldus Testa.
Het GVB wil achthonderd conducteurs extra in dienst om de sociale veiligheid te verbeteren. Het gemeentebestuur van Amsterdam overlegt hierover met het kabinet. Het plan vergt een bedrag van 48 miljoen gulden per jaar.
Zoals Testa eerder had voorspeld, maakte het GVB vorig jaar een winst van drie miljoen gulden. In 1997 krabbelde het bedrijf voor het eerst sinds jaren uit de rode cijfers met bijna twintigduizend gulden winst. De cijfers van 1998 zijn nog niet definitief. Maar het ziet er naar uit dat het verlies op het openbaar vervoer om en nabij de nul eindigt en de winst op de nevenactiviteiten (reclame, historisch materieel en Stadsmobiel) tussen de drie en vier miljoen uitkomt.
De inkomsten uit de kaartverkoop groeide met acht procent (ongeveer 15 miljoen gulden). De kaartverkoop steeg dankzij
een toename van het aantal reizigers en een daling van het zwartrijden.